GLOSSITIS MEDIANA RHOMBOIDALIS home ICD10: K14.2

Glossitis mediana rhomboidalis (synoniemen: glossitis rhombica mediana, glossitis rhomboidea mediana, median rhomboid glossitis, posterior midline atrophic candidiasis) is een zeldzame afwijking op de tong waarbij midden op de tong een rode ruitvormige of ovale atrofische plek wordt gezien. Ter plaatse zijn de tongvilli afwezig of kleiner. Het veroorzaakt meestal geen klachten, soms een brandende sensatie. Vroeger werd dit beschouwd als een congenitale afwijking, een persisterende midline embryonale structuur genaamd tuberculum impar; daarom circuleert ook het synoniem persistant tuberculum impar. Er zijn rapportages over het geassocieerd voorkomen met congenitale afwijkingen, bijvoorbeeld pachyonychia congenita. Maar tegenwoordig is de theorie dat dit een embryonaal restant is verlaten, er wordt nu aangenomen dat median rhomboid glossitis het gevolg is van chronische Candida overgroei ter plaatse. Vandaar het voorstel om de naam posterior midline atrophic candidiasis te gebruiken.

Glossitis mediana rhomboidalis kan ontstaan bij gezonden, maar ook bij afweerstoornissen (HIV) of bij frequent gebruik van inhalatie corticosteroïden. Bij HIV worden soms kissing lesions gezien (Candida plaques op het bovenliggende verhemelte).

Glossitis mediana rhomboidalis Glossitis mediana rhomboidalis
glossitis mediana rhomboidalis glossitis mediana rhomboidalis

Glossitis mediana rhomboidalis Glossitis mediana rhomboidalis
glossitis mediana rhomboidalis glossitis mediana rhomboidalis

Foto linksboven: Klaus D. Peter - Wikimedia (Creative Commons License 3.0).
rechtsboven: Karen JK. et al. Dermatol Online J 2007;13(1):21 (Creative Commons License 4.0 - Public Access Journal).


Diagnostiek:
Materiaal afschrapen en KOH preparaat van maken en bijkenen, of een kweek op Candida insturen. De diagnose en de relatie met gistinfectie wordt aannemelijk als de afwijking vervolgens verdwijnt na antimycotische therapie.

Posterior midline atrophic candidiasis bij HIV
glossitis (Candida) bij HIV


Therapie:
R/ miconazol orale gel, 20 mg/ml. 4 dd ½ tot 1 maatlepel (2.5-5 ml) gel zolang mogelijk in mond houden, dan doorslikken. Doorgaan tot 2 dagen na genezing.
R/ itraconazol 1 dd 1 caps à 100 mg gedurende 2 weken. Bij immuundeficiëntie 1 dd 2 caps à 100 mg gedurende 2 weken of itraconazol drank 1-2 dd 200 mg gedurende 1-2 weken. De drank zo lang mogelijk (ca. 20 s) in de mond houden alvorens door te slikken. Na inslikken de mondholte niet met een andere vloeistof spoelen.
R/ nystatine suspensie 100.000 E/ml, flacon à 24 / 100 / 120 ml, 4 dd 4-6 ml. Zolang mogelijk in de mondholte houden, dan doorslikken (gevaarloos; doorgaan tot 48 uur na genezing). Aanstippen met 1 ml suspensie kan ook.
R/ fluconazol capsule à 50 / 150 / 200 mg, 200-400 mg op dag 1, gevolgd door 1 dd 100-200 mg gedurende 7-21 dagen, zo nodig langer bij patiënten met afweerstoornis. Profylactisch: 1 dd 50-100 mg.
R/ amfotericine B orale suspensie 100 mg/ml, flacon à 40 ml, 4 dd 1 ml orale suspensie gedurende 7-15 dagen. De suspensie enige minuten in de mond houden.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 K14.2 Glossitis rhombica mediana
ICD10 K14.2 Median rhomboid glossitis
SNOMED 7522008 Persistent tuberculum impar [Glossitis rhomboidea mediana]
DBC 27 Diagnose niet nader omschreven