Een
granuloma pyogenicum (synoniemen:
granuloma teleangiectaticum, pyogenic granuloma, lobular capillary
hemangioma) is een rood tumortje, meestal bolvormig, soms gelobd, dat bestaat
uit een proliferatie van vaatweefsel. Het behoort tot de benigne vasculaire
afwijkingen en komt vaak voor. Het kan naast op de huid ook op de slijmvliezen
voorkomen, bijvoorbeeld in de mondholte (gingiva, lippen, tong), en (zeldzaam)
op andere locaties zoals in de tractus digestivus, in bloedvaten, nasopharynx,
conjunctiva en cornea.
De oorzaak is onbekend. In het verleden dacht
men dat het reactief was aan een infectie (vandaar pyogeen) of een trauma. Het
is geen granuloom in histologische zin, de term granuloma is destijds gebruikt
vanwege gelijkenis met hypergranulatie weefsel ('wild vlees'). Infectie met
Bartonella is een tijdje verdacht geweest maar de associatie is niet bewezen.
Trauma is een mogelijke oorzaak, maar kan maar bij een kleine groep aannemelijk
worden gemaakt. Lokale hypoxie is een mogelijke trigger omdat dat angiogenese
kan induceren. Pyogene granulomen kunnen ontstaan tijdens de zwangerschap, vooral
op de mucosa (gingiva, '
pregnancy tumor', bij circa
5% van de zwangeren), en soms bij OAC-gebruik. Granuloma pyogenicum kan worden
geïnduceerd door geneesmiddelen zoals ciclosporine, retinoïden in hoge dosis,
oncotherapeutica (5-fluorouracil, capecitabine, docetaxel, paclitaxel), anti-retrovirale
middelen en monoclonale medicaties (o.a. mTOR remmers, rituximab).
EGFR remmers veroorzaken vaak periunguale
pyogene granulomen, lijkend op ingegroeide teennagels, met veel pijnlijke hypergranulatie.
|
|
|
granuloma
pyogenicum |
granuloma
pyogenicum |
granuloma
pyogenicum |
|
|
|
collerette |
granuloma
pyogenicum |
granuloma
pyogenicum |
|
|
|
granuloma
pyogenicum |
granuloma
pyogenicum |
granuloma
pyogenicum lip |
Klinisch beeld:Rode, glanzende bolvormig uitstulpende
tumor, soms met bloeding of ulceratie of crustae. In grootte variërend van 0.5
cm tot vele centimeters. Er kan een kraagje epidermis rondom zitten (collerette).
Meestal solitair, soms multipel. De voorkeurslokalisaties zijn het hoofd, de
hals, de extremiteiten inclusief vingers en tenen, en het bovenlichaam. Ze komen
vooral voor bij kinderen en jong volwassenen. Ze groeien snel, in enkele weken.
Er kunnen ook multipele, vaak vele kleine pyogene granulomen (
granuloma
pyogenicum agminata) ontstaan. Dit kan spontaan ontstaan of na
onvolledige behandeling van het primaire granuloom. Een theorie is dat gedeelten
van de vasculaire tumor zich via de bloedbaan verspreiden, maar het kan ook
zijn dat een verhoogde expressie van angiogenese inducerende groeifactoren (HIF1a,
VEGF) in het gebied de vaatnieuwvorming veroorzaken.
|
|
|
agminated
pyogenic granuloma |
agminated
pyogenic granuloma |
agminated
pyogenic granuloma |
DD:Spitz naevus,
amelanotisch melanoom,
Kaposi sarcoom,
Merkel cel tumor,
metastase,
glomus tumor,
seniel angioom,
hemangioom,
venous lake,
basaalcelcarcinoom,
plaveiselcelcarcinoom,
bacillary angiomatosis,
Kimura
disease (
angiolymphoid
hyperplasia with eosinophilia),
acquired digital fibrokeratoma,
unguis incarnatum,
bijwerking van EGFR remmer,
fibroxanthoom,
maligne fibreus histiocytoom,
Milkers nodule.
|
|
Spitz
naevus |
amelanotisch
melanoom |
|
|
Kaposi
sarcoom |
Merkelcel
tumor |
Diagnostiek:De diagnose kan worden bevestigd door
histologisch onderzoek. Bij klassieke presentatie kan de ervaren dermatoloog
de diagnose stellen op het klinisch beeld. Bij twijfel (een deel van) de laesie
insturen voor PA. Dermatoscopie is onbetrouwbaar.
Histologie:
Talrijke capillairen en fibroblasten, het beeld lijkt op granulatieweefsel zoals
in een wond of ulcus, in combinatie met een ontstekingsinfiltraat. In oudere
laesies fibrose. Het oppervlak kan erosief zijn of bekleed met (nieuw) epitheel.
Aan de randen is soms de epitheel collerette te zien. De histologische term
voor een granuloma pyogenicum is
lobulair capillair hemangioom.
|
|
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
|
|
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
Therapie:
Een granuloma pyogenicum veroorzaakt klachten, bloedingen, ongerustheid en moet
worden verwijderd om deze redenen, en om histologisch te worden onderzocht omdat
er een aantal maligniteiten in de DD staan. Ze kunnen spontaan verdwijnen maar
dit duurt lang en het laat een fibroma achtige laesie achter. Een eenvoudige
behandeling is eerst een stuk weefsel intact verzamelen voor PA door middel
van een shave-excisie, of passend biopt, of uitlepelen met een curette, en daarna
de (bloedende) bodem nabehandelen met electrocoagulatie. Dit gaat het beste
met een klein (2 mm) bolletje; hiermee kan met de
coagulator in de forced snij-modus
zeer nauwkeurig de dermale component worden verwijderd, daarna bloeding stelpen
in de coagulatie modus. Als er resten achterblijven kan het granuloma pyogenicum
weer teruggroeien. Krappe excisie tot in gezond weefsel en hechten is een goed
alternatief en geeft de kleinste kans op recidieven. Ook laser en cryotherapie
zijn opties. Etsende locale therapieën zijn ook mogelijk (zilvernitraat, sclerosantia,
fenol), evenals klasse IV of intralesionale corticosteroïden. Er zijn publicaties
over imiquimod en PDT, maar dit zijn niet voor de hand liggende keuzes. Bij
granuloma pyogenicum in de zwangerschap terughoudend zijn, spontane genezing
afwachten of pas na de bevalling verwijderen.
Ook lokale beta-blokkers
in de vorm van timolol oogdruppels 0.5%, ooggel 0.1%, en propanolol 1% magistrale
zalf onder occlusie zijn geprobeerd bij granuloma pyogenicum. Vooral bij kinderen
(en bij agminated pyogenic granuloma) is het aantrekkelijk om een andere optie
te hebben dan de pijnlijke chirurgische methoden. Met de propanololzalf 1% werd
bij 59% van de kinderen genezing bereikt na gemiddeld 66 dagen. Dit was niet
een placebo-gecontroleerde studie maar er valt wel uit te concluderen dat tweederde
van de kinderen geen pijnlijke ingreep behoefde te ondergaan. De werking lijkt
minder goed dan bij infantiele hemangiomen. Net als bij andere hemangiomen is
bij granuloma pyogenicum het RAS pathway geactiveerd, waarbij vaatproliferatie
ontstaat door het vrijkomen van hypoxia-inducible factor 1-alpha (HIF-1a) en
vascular endothelial growth factor (VEGF). Betablokkers remmen HIF1a en VEGF,
met als gevolg vasoconstrictie, remming van angiogenesis, en inductie van apoptosis
(celdood) van endotheelcellen. De expressie van beta-receptoren in granuloma
pyogenicum is echter minder (circa 50%) dan bij infantiele hemangiomen. Ook
is er wat meer fibrosering (bindweefselvorming) in de granulomen waardoor ze
moeilijker in regressie gaan. Er zijn case reports over succesvolle
behandeling van eruptieve pyogene granulomen bij volwassenen met propanolol
systemisch gedurende 4 maanden. Maar ook case reports die beschrijven dat
het geen effect had.
Curettage
met een scherpe lepel gevolgd door coagulatie van de bodem.
Shave-excisie
met mes gevolgd door coagulatie van de bodem.
Excisie rond
of passend biopt gevolgd door coagulatie van de bodem.
Excisie in
een krappe ovaal tot in normaal weefsel, daarna hechten.
Cryotherapie.
Afbinden
rond de basis (bij gesteelde vormen) met 3-0 vicryl (nadeel: geen materiaal
voor PA).
Laser (diode
lasers met een golflengte van 808-980 nm, solid-state neodymium - yttrium aluminium
garnet (Nd:YAG) lasers, erbium-YAG lasers, CO2 lasers).
R/ timolol oogdruppels
0.5 mg/ml (0.5%) 2 dd 1-2 druppels gedurende 2-6 weken, zonodig langer.
R/
timolol oog gel 0.1% 2-3 dd gedurende 2-6 weken, zonodig langer.
R/ propanolol
1% magistrale zalf onder occlusie met Duoderm ExtraThin of vergelijkbaar hydrocolloid
of folie 2 dd gedurende 2-6 weken, zonodig langer. Door de apotheker te bereiden
door propanolol tabletten te pletten en te verwrijven in vaseline (10 mg per
gram zalf).
R/ klasse IV corticosteroïden.
R/ intralesionale corticosteroïden.
R/ imiquimod crème 5%.
R/ zilvernitraat stift, aanstippen.
Systemische behandeling van eruptieve pyogene granulomen
(bij volwassenen):
R/ propanolol 2-3 dd 40 mg. Tab 10 mg, 90 stuks en tab 40 mg, 60 stuks. Start laag, week 1: 2 dd 20 mg, week 2: 2 dd 30 mg, week 3-6: 2 dd 40 mg. Evaluatie na 6 weken. Bij geen effect verhogen naar 3 dd 40 mg en dit 16 weken volhouden.
Referenties
1. |
Patrice SJ, Wiss K, Mulliken JB. Pyogenic
granuloma (lobular capillary hemangioma): a clinicopathologic study
of 178 cases. Pediatr Dermatol 1991;8(4):267-276. |
2. |
Sills ES, Zegarelli DJ, Hoschander MM, Strider
WE. Clinical diagnosis and management of hormonally responsive oral
pregnancy tumor (pyogenic granuloma). J Reprod Med 1996;41(7):467-470. |
3. |
Harris MN, Desai R, Chuang TY, Hood AF, Mirowski
GW. Lobular capillary hemangiomas: An epidemiologic report, with
emphasis on cutaneous lesions. J Am Acad Dermatol. Jun 2000;42(6):1012-1016. |
4. |
Bouscarat F, Bouchard C, Bouhour D. Paronychia
and pyogenic granuloma of the great toes in patients treated with
indinavir. N Engl J Med 1998;338(24):1776-1777. |
5. |
Lacouture ME, Anadkat MJ, Bensadoun RJ, Bryce
J, Chan A, Epstein JB. Clinical practice guidelines for the prevention
and treatment of EGFR inhibitor-associated dermatologic toxicities.
Support Care Cancer 2011;19(8):1079-1095. |
6. |
Tritton SM, Smith S, Wong LC, Zagarella S,
Fischer G. Pyogenic granuloma in ten children treated with topical
imiquimod. Pediatr Dermatol 2009;26(3):269-272. |
7. |
Carvalho RA, Neto V. Letter: Polidocanol
sclerotherapy for the treatment of pyogenic granuloma. Dermatol
Surg 2010;36 Suppl 2:1068-1070. |
8. |
Quitkin HM, Rosenwasser MP, Strauch RJ. The
efficacy of silver nitrate cauterization for pyogenic granuloma
of the hand. J Hand Surg Am 2003;28(3):435-438. |
9. |
Losa Iglesias ME, Becerro de Bengoa Vallejo
R. Topical phenol as a conservative treatment for periungual pyogenic
granuloma. Dermatol Surg 2010;36(5):675-678. |
10. |
Lee DJ, Kim EH, Jang YH, Kim YC. Photodynamic
therapy with 5-aminolevulinic acid intralesional injection for pyogenic
granuloma. Arch Dermatol 2012;148(1):126-128. |
11. |
Ghodsi SZ, Raziei M, Taheri A, Karami M,
Mansoori P, Farnaghi F. Comparison of cryotherapy and curettage
for the treatment of pyogenic granuloma: a randomized trial. Br
J Dermatol 2006;154(4):671-675. |
12. |
Lee J, Sinno H, Tahiri Y,
Gilardino MS. Treatment options for cutaneous pyogenic granulomas:
a review. J Plast Reconstr Aesthet Surg 2011;64(9):1216-1220. |
13. |
Bedard MS, Boulanger J. Treatment of lobular
capillary hemangioma with the Nd:YAG laser: retrospective case series
of 25 patients. J Cutan Med Surg 2009;13(3):181-182. |
14. |
Wine Lee L, Goff KL, Lam JM, Low DW, Yan
AC, Castelo-Soccio L. Treatment of pediatric pyogenic granulomas
using β-adrenergic receptor antagonists. Pediatr Dermatol 2014;31(2):203-7.
PDF |
15. |
Neri I, Baraldi C, Balestri R, Piraccini
BM, Patrizi A. Topical 1% propranolol ointment with occlusion in
treatment of pyogenic granulomas: An open-label study in 22 children.
Pediatr Dermatol 2018;35(1):117-120.
PDF |
16 |
McGinness A, Gillam A, Yeh I, Mathes EF.
Topical timolol: An effective treatment option for agminated pyogenic
granuloma. Pediatr Dermatol 2018;35(5):e300-e303.
PDF |
17. |
Wollina U, Langner D, França K, Gianfaldoni
S, Lotti T, Tchernev G. Pyogenic Granuloma - A Common Benign Vascular
Tumor with Variable Clinical Presentation: New Findings and Treatment
Options. Open Access Maced J Med Sci 2017;5(4):423-426.
PDF |
18. |
Fattore D, Di Guida A, Detoraki A, De
Fata Salvatores G, Gallo L, Fabbrocini G. Successful treatment
of eruptive pyogenic granuloma with propranolol. Dermatol Ther
2021;34(4):e14998. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.