Hirsutisme is overmatige haargroei bij vrouwen, in
een mannelijk patroon. Dat betekent dat er haren groeien op plaatsen waar vrouwen
normaal geen haren hebben, zoals op het gezicht (baard en snor), in de hals,
op de borst, rond de tepels, op de onderbuik tussen navel en schaamstreek, en
op de benen. De haren zijn ook donker en dik, veel meer zichtbaar dan de lichtgekleurde
kleine donshaartjes die normaal gesproken op het gezicht en het lichaam van
vrouwen voorkomen en die niet of nauwelijks zichtbaar zijn. Hirsutisme komt
vaak voor, circa 5% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd heeft er last van.
![Hirsutisme (overbeharing bij vrouwen, in een mannelijk patroon) (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Hirsutisme](../../../afbeeldingen/hirsutisme-1z.jpg) |
![Hirsutisme (overbeharing bij vrouwen, in een mannelijk patroon) (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Hirsutisme](../../../afbeeldingen/hirsutisme-2z.jpg) |
![Hirsutisme (overbeharing bij vrouwen, in een mannelijk patroon) (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Hirsutisme](../../../afbeeldingen/hirsutisme-3z.jpg) |
hirsutisme |
hirsutisme |
hirsutisme |
Oorzaken van hirsutismeDe oorzaak is meestal een
te hoog gehalte aan
testosteron in het bloed. Patiëntes
hebben soms ook acne en menstruatiestoornissen. Androgenen worden geproduceerd
in ovarium (via LH) en bijnierschors (via ACTH). Zij produceren de helft van
het testosteron, de rest wordt gevormd door perifere omzetting van androsteendion,
DHEA en DHEAS. Het testosteron is voor 98% gebonden aan SHBG (sex hormone binding
globulin). Bij o.a.
obesitas en
diabetes
daalt het SHBG en stijgt de vrije testosteronfractie. In de huid wordt testosteron
door 5-alfa-reductase in dihydrotestosteron omgezet, dat de androgeenreceptoren
van de haren sterk stimuleert. Vellushaarfollikels kunnen daardoor terminale
haren gaan produceren. Hirsutisme kan ook worden veroorzaakt door een verhoogde
gevoeligheid van de haarfollikel voor androgenen of door een verhoogde activiteit
van 5-alfa-reductase.
Polycysteus ovarium syndroom (PCOS)
Bij het polycysteus ovarium syndroom (PCOS) ontstaan cysten in de ovaria, die
teveel testosteron aanmaken. Naast hirsutisme is er ook een onregelmatige menstruatie
en infertiliteit. Het polycysteus ovarium syndroom wordt ook vaak gezien in
combinatie met
obesitas en diabetes, en
female pattern hair loss. Lab: verhoogd
vrij testosteron, soms verhoogd DHEAS en androsteendion.
Erfelijke aanleg, familiaal, rasgebondenBij een deel van de
vrouwen is hirsutisme erfelijk bepaald, meerdere vrouwen in de familie hebben
last van overbeharing. Dit ziet men soms in Turkse, Marokkaanse of Griekse families.
Het kan zijn dat zij teveel testosteron in het bloed hebben, maar wat ook voorkomt
is dat de hoeveelheid testosteron normaal is, maar dat de haren er verhoogd
gevoelig voor zijn.
Overige endocrinologische afwijkingen Behalve
in de eierstokken wordt testosteron ook in de bijnieren gemaakt. Bij aandoeningen
aan de bijnieren (Cushing syndroom, congenitale bijnierhyperplasie, 21-hydroxylase
deficiëntie, 3-b-hydroxysteroïd-dehydrogenase deficiëntie, tumoren, adenoom,
carcinoom) kan ook hirsutisme ontstaan. Hirsutisme kan ook voorkomen bij hyperprolactinemie
(verlaagd SHBG), paraneoplastisch (androgeen producerende tumor), syndroom van
Morgagni, Achard-Thiers, Hurler, of Cornelia de Lange I syndroom, hyperthecose,
ovariumtumoren, pseudohermaphroditismus feminismus, gonadale dysgenesie.
GeneesmiddelenSommige geneesmiddelen kunnen
hirsutisme veroorzaken (sommige orale anticonceptiva, anabole steroïden, testosteron,
danazol, metoclopramide, methyldopa, valproate, reserpine, fenytoine, hydralazine,
minoxidil, tamoxifen, ciclosporine, prasterone, e.a.).
Klinisch
beeld en scorekaart:Donkere en stugge haren op de bovenlip, de
kin, in de hals, op de borst, rond de tepels, op de buik, op de rug en aan de
binnenzijde van de bovenbenen. Er zijn allerlei gradaties in variërend van enkele
donkere haren tot forse haargroei. Voor het vastleggen van de ernst worden hirsutisme
score kaarten gebruikt (zie voorbeeld hieronder). Mild hirsutisme heeft een
score van 8-15. Bij moderate to severe hirsutisme (score > 15) is er meer
kans op een endocriene afwijking en is het verstandig om androgene hormonen
te bepalen en echografisch onderzoek te doen van ovaria en bijnieren. Vooral
bij hoge androgene spiegels kan ook virilisatie optreden: alopecia androgenetica,
amenorrhoe, clitorishypertrofie, acne, borstatrofie, stemverlaging, mannelijke
habitus. Symptomen Cushing syndroom: obesitas romp, vollemaangezicht, buffalo
hump, striae, proximale spierzwakte. Bijnierschorshyperplasie en PCOS: premature
groei pubisbeharing. Hyperprolactinemie: galactorrhoe, acromegalie.
![Ferriman-Gallwey Scoring System for Hirsutism (klik op foto voor vergroting) [bron: New England J Medicine 2005;353:2578-2588] Ferriman-Gallwey Scoring System for Hirsutism](../../../afbeeldingen/illustraties/hirsutisme-scorekaart-2z.jpg)
Ferriman-Gallwey
Scoring System for Hirsutism (Rozenfield RL. Hirsutism. N Engl J Med 2005;353:2578-2588).
Diagnostiek:Indien er redenen zijn om te denken
aan hormonale stoornissen, zoals een onregelmatige menstruatie, dan is verder
onderzoek nodig. De opties zijn om zelf bloedonderzoek te doen, of door te verwijzen
naar een gynaecoloog of een internist / endocrinoloog. Verwijzen naar een gynaecoloog
ligt het meest voor de hand omdat een vaak voorkomende oorzaak het polycysteus
ovariumsyndroom is. En daarvoor is gynaecologisch onderzoek, plus een echo van
de eierstokken (ovaria) nodig.
Hormonale screening
Meestal volstaat het bepalen van totaal
testosteron
(normaal 0.5-3.0 nmol/l, sterk verhoogd bij > 7 nmol/l) en
DHEA-S
(dehydro-epi-androsteron-sulfaat, normaal <10.3 μmol/l, sterk verhoogd bij >18.5
mmol/l). Het ideale moment voor labonderzoek is 's ochtends vroeg, op dag 2-5
van de cyclus (de eerste menstruatie dag = dag 1 van de cyclus). In ieder geval
voor dag 10 (rond de ovulatie is er een piek in FSH), en niet tijdens pilgebruik.
Een nauwkeurige screening omvat testosteron, SHBG, DHEA-sulfaat, D4-androsteendion,
LH, FSH, progesteron, 17-OH-progesteron, 17-beta-E2, en FAI (FAB). In veel ziekenhuizen
worden patiënten voor deze screening verwezen naar de gynaecoloog omdat de expertise
van de gynaecoloog in het vervolgbeleid ook nodig is. Op indicatie prolactine,
plasmacortisol, GH, glucose en lipiden (verhoogd bij PCOS) en TSH. Een verhoogd
testosteron en/of DHEA-S kan wijzen op Cushing’s syndroom, PCO, of een neoplasma
en is een reden voor aanvullend onderzoek, o.a. dexamethason-suppressietest
(als de waarden normaliseren is een carcnoom of adenoom onwaarschijnlijk), beeldvormend
onderzoek ovaria en bijnieren, zoeken naar een endocrinologische tumor (vooral
bij plotseling en snel progressief hirsutisme en hirsutisme ontstaan op latere
leeftijd)
Therapie:Afhankelijk van de onderliggende
oorzaak. Bij PCOS een anticonceptiepil zoals Yasmin (ethinylestradiol en drospirenon)
of Diane 35 (ethinylestradiol en cyproteronacetaat). Bij overgewicht proberen
af te vallen. Bij bijnier-, ovarium- of hypofysetumoren meestal chirurgische
excisie.
Behandeling met een anticonceptiepil heeft vaak een gunstig
effect bij hirsutisme en het kan bovendien de menstruatiecyclus reguleren. Soms
is het nodig om extra cyproteronacetaat aan de behandeling toe te voegen (50
of 100 mg per dag) volgens een vast schema. Cyproteronacetaat lijkt op testosteron
en verdringt testosteron van de bindingsplaatsen op de haarzakjes en daardoor
wordt de werking van het mannelijke hormoon geremd. Het gebruik van een anticonceptiepil
kan de volgende bijwerkingen hebben: misselijkheid, hoofdpijn, gevoelige of
gespannen borsten en een verhoogd risico op trombose. Cyproteronacetaat heeft
in de gebruikelijke dosering (tot maximaal 100 mg per dag volgens een cyclisch
schema) geen ernstige bijwerkingen. Soms kunnen vrouwen last krijgen van gewichtstoename,
stemmingsveranderingen of onregelmatige vaginale bloedingen. Als er bezwaren
zijn tegen de hormonale behandeling kan worden gekozen voor behandeling met
het geneesmiddel spironolacton. Dit geneesmiddel blokkeert de werking van mannelijke
hormonen, maar kan ook vervelende bijwerkingen hebben, zoals toename van de
urineproductie, misselijkheid, pijnlijke borsten en menstruatiestoornissen.
Vanwege deze bijwerkingen wordt het niet vaak gebruikt. Verder bestaat er de
kans dat spironolacton niet veilig is voor het ongeboren kind. Daarom is het
middel niet geschikt voor vrouwen die zwanger willen worden.
In 2020
is er een waarschuwing uitgegeven over een verhoogd risico op het ontstaan van
meningeomen bij gebruik van cyproteronacetaat. Dit effect is dosisafhankelijk
(vooral bij hogere doses vanaf 25 mg per dag treedt het op) en neemt toe naarmate
de cumulatieve dosering toeneemt (bij meer dan 3 g is er een duidelijk verhoogd
risico). Het middel is gecontraindiceerd bij aanwezigheid of voorgeschiedenis
van meningeomen, moet gestaakt bij het ontstaan van een meningeoom, en patiënten
moeten worden gecontroleerd op symptomen passend bij meningeomen. Het voorschrijven
van cyproteron 10 of 50 mg aan vrouwen met hirsutisme, alopecia androgenetica,
acne of seborroe (de dermatologische indicaties) moet alleen gebeuren als er
onvoldoende resultaat wordt bereikt met de lagere doseringen (2 mg in de Diane
pil) of met andere behandelopties.
R/ Yasmin (ethinylestradiol 30 microg,
drospirenon 3 mg).
R/ Cilest (ethinylestradiol 35 microg, norgestimaat 250
microg).
R/ Diane-35 (ethinylestradiol 35 microg, cyproteronacetaat 2 mg)
1 dd 1 dragee gedurende eerste 21 dagen van de cyclus (eerste keer starten op
eerste dag menstruatie, na 3 weken innemen 1 week pauze (waarin volgende menstruatie).
Zie de opmerkingen over het
tromboserisico
bij OAC's.
R/ Diane-35 samen met 10 mg Androcur (cyproteronacetaat) gedurende
de eerste 15 dagen van de cyclus.
R/ Diane-35 samen met 50-100 mg Androcur
(cyproteronacetaat) gedurende de eerste 10 dagen van de cyclus.
R/ Acelyn
(ethinylestradiol) 1 dd 0.05 mg gedurende eerste 21 dagen, samen met 1-2 tab
Androcur 50 gedurende eerste 10 dagen.
R/ Androcur (cyproteronacetaat) 1
dd 20-30 mg continu (bij postmenopauzale vrouwen).
R/ prednisolon 5-7.5 mg
per dag.
R/ spironolacton 2 dd 50-100 mg (wordt gebruikt in de USA omdat
cyproteron daar niet verkrijgbaar is).
R/ LHRH-antagonisten (nafareline neusspray).
Alleen voor te schrijven door artsen die hier ervaring mee hebben.
R/ Propecia
(finasteride) 1 mg per dag (niet zonder risico bij vrouwen). Alleen voor te
schrijven door artsen die hier ervaring mee hebben.
R/ flutamide 1 dd 250-500
mg. Alleen voor te schrijven door artsen die hier ervaring mee hebben.
Verwijderen van harenIndien het niet mogelijk is om
de haargroei met hormonale geneesmiddelen te behandelen, of indien dit onvoldoende
werkt, dan kan de overmatige haargroei op allerlei manieren worden bestreden,
o.a. met het bleken van de haren met waterstofperoxide (H2O2) 6%, ontharingscrème,
scheren, manueel of elektrisch epileren, harsbehandeling of behandeling met
laser (Alexandrite laser, diode laser) of flitslamp (IPL). Bij vrouwen met een
donkere huidskleur bestaat een verhoogd risico op het ontstaan van pigmentafwijkingen
en littekens als gevolg van epileren, harsen en laser- of flitslampbehandeling.
R/ Vaniqa 11.5% crème (115 mg eflornithine hydrochloride-monohydraat) tube à
60 g, 2 dd aanbrengen (
zie
bijsluiter). Wordt niet vergoed, online verkrijgbaar zonder recept.
R/
waterstofperoxide (H2O2) 6%.
Referenties
1. |
Rozenfield RL. Hirsutism. N Engl J Med 2005;353:2578-2588. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.