HOOIKOORTS (POLLINOSIS / POLLEN ALLERGIE) home ICD10: J30.1

Hooikoorts wordt veroorzaakt door een type I overgevoeligheid voor stuifmeelkorrels (pollen) van grassen, bomen, onkruid. De seizoenvariatie van de klachten volgt de bloeiperiode. Bomen bloeien vroeg in het jaar: de wilg en de hazelaar in februari-maart, de berk in april-mei. Onkruid kan van april tot september klachten geven. De bloeiperiode van grassen is meestal tussen half-mei en midden-september.

Pollenkalender
Het stuifmeel van grassen vormt in onze streken de voornaamste bron van pollinosis. De symptomen van hooikoorts zijn het hevigst als de concentratie van stuifmeelkorrels in de lucht het grootst is. Dit is op warme en winderige dagen. Graspollen is uiterst licht en kan zodoende door de wind eenvoudig over grote afstanden worden meegevoerd. Vandaar dat graspollen ook last kan geven op plaatsen waar men wellicht niet zou verwachten (in de binnenstad bijvoorbeeld).


Graspollen
Pollen. Foto: Dartmouth College Electron Microscope Facility.


Klachten:
- allergische rhinitis (jeuk, pijn, niezen, neusloop (helder, later vaak gekleurd), verstopping)
- zwelling, jeuk en/of pijn van de slijmvliezen van mond, keel, en oren
- astmatische klachten (hoesten, piepende ademhaling (astma en/of bronchitis) gepaard gaande met een gevoel van benauwdheid)
- allergische conjunctivitis (jeuk, pijn en brandend gevoel, tranenvloed, roodheid van het oogwit, zwelling van het oogvlies en oogleden en soms irritatie)
- huidklachten (jeuk, roodheid en zwelling (netelroos), ontstaan en toenemen van huiduitslag)
- algemene klachten (moeheid, hoofdpijn, lusteloosheid)

De beste methode om overgevoeligheidsverschijnselen te voorkomen is elk contact met de verantwoordelijke stoffen (deze noemt men "allergenen") te vermijden. Dit is niet eenvoudig en in bepaalde gevallen is dit zelfs onmogelijk.

Therapie:
Medicamenteus (neus)
R/ Livocab (levocabastine) neusspray, 2 dd 2 x sprayen in elke neusgat, zo nodig 3-4 dd. De behandeling voortzetten totdat de klachten geheel zijn verdwenen. Levocabastine is geschikt voor de behandeling van acute klachten. Men gebruikt het middel totdat de klachten zo goed als verdwenen zijn. Daarna kan men eventueel overstappen op een profylactisch middel, bijvoorbeeld cromoglicinezuur.
R/ cromoglicinezuur neusspray 20 mg/ml; 30 ml.
R/ antihistaminica systemisch (b.v. Aerius).

Medicamenteus (ogen)
R/ Livocab (levocabastine) oogdruppels, 1 druppel in ieder oog tweemaal per dag, zo nodig 3-4 dd. De behandeling voortzetten totdat de klachten geheel zijn verdwenen. Levocabastine is geschikt voor de behandeling van acute klachten. Men gebruikt het middel totdat de klachten zo goed als verdwenen zijn. Daarna kan men eventueel overstappen op een profylactisch middel, bijvoorbeeld cromoglicinezuur. Bij een ernstige allergische conjunctivitis kan prednisolon gedurende de eerste dagen gegeven worden.
R/ cromoglicinezuur 2% oogdruppels, 4-6 dd 1-2 druppels in ieder oog.
R/ prednison 40 mg (0.5 mg/kg/dg) gedurende 2 dagen als acute interventie bij ernstige vormen.
Bij irritatie conjunctivitis kan eventueel een kortdurende symptomatische behandeling gegeven worden met:
R/ fenylefrine 0.125% / 0.25% oogdruppels 3 dd of nafazoline 0.025% - 0.05% 3-4 maal daags.

Hyposensibilisatie
Behandeling d.m.v. een reeks onderhuidse injecties met allergeen-extract waardoor de overgevoeligheid voor stuifmeelkorrels in de loop van enkele jaren vermindert. Bij de behandeling wordt, door het inspuiten van kleine hoeveelheden allergeen, het afweersysteem van het lichaam geactiveerd. Er worden antistoffen aangemaakt, waardoor men gedurende de periode van stuifmeelvorming minder of geen klachten meer heeft.

Adviezen
Gedurende de periode van stuifmeelvorming moet het contact met de stuifmeelkorrels zoveel mogelijk worden vermeden.
Op droge, zonnige en winderige dagen blijft men het best zoveel mogelijk binnenshuis en houdt men de deuren en de vensters dicht (ook tijdens de nacht). Grassen en takken van bomen en struiken waarvoor men overgevoelig is, mogen zeker niet in huis worden genomen. Een wandeling in de "vrije natuur" is zeker af te raden. Men reist bij voorkeur op regenachtige dagen ofwel kiest men een vlieg- of bootreis. Bij het rijden met de wagen moeten de vensters en het dak gesloten blijven. Bij het kiezen van een vakantie laat men zijn/haar keuze het best vallen op plaatsen waar weinig stuifmeel voorkomt (aan de kust, het strand, de zee, grote meren of in het gebergte). Men kan ook een plaats kiezen waar op het moment van verblijf geen bloeiperiode is, ofwel een andere periode in het jaar kiezen (b.v. winter) om vakantie te nemen. Bij de keuze van een beroep of van een hobby dient men rekening te houden met een eventuele overgevoeligheid voor bepaalde stoffen en kist men niet voor die vakken waar frequent contact met stuifmeel mogelijk is.

Tijdens de periode van stuifmeelvorming moeten enkele leefregels goed worden gevolgd:
- Een regelmatig leven leiden met gezonde voeding en goed slapen (=goede weerstand).
- De ramen worden alleen geopend bij regenweer en aan de zijde van het huis die van de wind af is.
- Het contact met niet specifieke prikkels (temperatuurwisselingen, afkoeling, tocht, chemicaliƫn zoals chloor en ammoniak, parfums, tabaksrook, enz.) moet zoveel mogelijk worden vermeden.


patientenfolder


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 J30.1 Allergische rinitis door pollen
ICD10 J30.1 Allergic rhinitis due to pollen
SNOMED 21719001 Allergic rhinitis due to pollen
DBC 2 Allergologisch probleem