INSEKTENBETEN, NIET GIFTIG (culicosis) home ICD10: T14.0

Culicosis wordt gebruikt als term voor normale reacties op insectensteken, bijvoorbeeld muggenbulten. In de diagnoselijst wordt onderscheiden insektenbeten, niet giftig (culicosis), insectensteken, giftig (bijvoorbeeld bijen- en wespen steken), en persistant insect bites. In het buitenland komen uiteraard nog meer varianten van giftige insectensteken voor zoals beten van gevaarlijke spinnen en schorpioenen. Zie verder onder culicosis.

Culicosis (insectensteken) Culicosis (insectensteken)
culicosis culicosis


Therapie:
Autan of een andere repellent (muggenverdrijver, anti-muggenstick, anti-muggen spray) preventief. Vaak op basis van DEET (N,N-di-ethyl-meta-tolueenamide).
R/ betamethason crème of ander graad III-IV corticosteroïd, kortdurend en lokaal.
R/ solutio T.A.C. spirituosa comp. FNA.
R/ acetylsalicylzuur tab à 300 mg: 1 innemen, 1 met water tot papje maken en huid mee insmeren.



INSEKTENBEET, PERSISTERENDE REACTIE (persistant insect bite) home ICD10: T14.0

Een persistant insectbite is een jeukende, papuleuze restafwijking na een insektensteek. Kan maandenlang aanhouden.

Persistant insectbite Persistant insectbite
persistant insectbite persistant insectbite

Persistant insectbite Persistant insectbite
persistant insectbite persistant insectbite


Therapie:
R/ betamethason crème of ander graad III-IV corticosteroïd, kortdurend en lokaal.
R/ intralesionale corticosteroïden.
R/ prednison 30 mg 1-2 weken.



INSEKTENBEET, GIFTIG (BIJEN EN WESPENSTEKEN) home ICD10: T63.4

Bij ernstige lokale reacties op wespen- of bijen-steek:
Zomogelijk voorzichtig angel verwijderen met naald, koelen met koude compressen, ijsblokjes.
R/ Tavegyl (clemastine) 1-2 mg oraal of een van de nieuwe niet-sederende antihistaminica. Eventueel intramusculair Tavegil 2 mg.

Bijensteek Wespensteek
bijensteek wespensteek

Foto's: Waugsberg - Wikimedia en Lindsey Reynolds - www.flickr.com (Creative Common License 2.0).


Bij anafylactische reacties op wespen- of bijen-steek:
Zie voor acute therapie onder anafylactische shock (starten met adrenaline 0.5 ml s.c.).
Bepaal IgE RAST tegen wesp en bij. Een desensibilisatiekuur (eerst wekelijkse, dan maandelijkse intracutane injecties, in opklimmende dosering, gedurende circa 3 jaar) is in extreme gevallen te overwegen maar wordt niet aangemoedigd omdat de moeite en de belasting voor de patiënt niet opwegen tegen het te behalen voordeel. Bij desensibiliseren serum bewaren zodat later een serumpaar kan worden ingezonden ter evaluatie IgE spiegels of voor eventuele bepaling IgG4-allergeen blokkerende antistoffen.
R/ Epipen (adrenaline injector voor éénmalig gebruik) voorschrijven + machtiging.
R/ Tavegyl, prednisolon tabletten en Diprosone crème, noodpakket voor op vakantie.


patientenfolder


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 T14.0 Oppervlakkig letsel van niet gespecificeerde lichaamsregio: insektenbeet
ICD10 T14.0 Superficial injury of unspecified body region: insectbite
SNOMED 402150002 Insect bite reaction
SNOMED 429305003 Nonvenomous insect bite
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 T14.0 Oppervlakkig letsel van niet gespecificeerde lichaamsregio: culicosis bullosa
ICD10 T14.0 Superficial injury of unspecified body region: bullous insect bite reaction
SNOMED 403148000 Bullous insect bite reaction
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 W57 Gebeten of gestoken door niet-giftig insect en overige niet-giftige antropoden: persistent insektenbeet
ICD10 W57 Bitten or stung by nonvenomous insect and other nonvenomous arthropods: persistent insectbite
SNOMED 736256005 Persistent insect bite reaction
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 W57 Gebeten of gestoken door niet-giftig insect en overige niet-giftige antropoden: insectenbeetgranuloom
ICD10 W57 Bitten or stung by nonvenomous insect and other nonvenomous arthropods: insect bite granuloma
SNOMED 238452008 Insect bite granuloma
DBC 13 spacer Inflammatoire dermatosen

ICD10 T63.4 Toxisch effect van contact met andere arthropoden: bijen- of wespensteek
ICD10 T63.4 Toxic effect of contact with venomous animals: Venom of other arthropods: sting of bee or wasp
SNOMED 403142004 Hymenoptera sting
DBC 2 spacer Allergologisch probleem