In Nederland zijn
Pentostam en
Pentamidine
en ook liposomaal amfotericine B en miltefosine verkrijgbaar voor de behandeling
van
Leishmaniasis.
Pentamidine is een antiprotozoicum
waarvan de exacte werking nog onbekend is, mogelijk via interferentie met DNA-
en foliumzuurtransformatie en via remming van de RNA- en eiwitsynthese. Het
is werkzaam tegen met name Pneumocystis carinii, maar ook tegen Trypanosoma
en Leishmaniasoorten.
Indicaties Pentamidine- cutane
Leishmaniasis (uitgezonderd L.b. braziliensis)
- diffuse cutane Leishmaniasis
uit de nieuwe wereld (uitgezonderd L.b. braziliensis)
Pentamidine kan
als intramusculaire injectie worden toegepast bij cutane Leishmaniasis veroorzaakt
door Leishmania braziliensis guyanensis. L.b. guayensis komt vaak voor in Suriname
en wordt in Nederland als importziekte gezien. Wereldwijd circuleren allerlei
alternatieve doseringsschema's, maar in Suriname is goede ervaring opgebouwd
met het geven van 4 giften van 4 mg/kg pentacarinat verdeeld over 1 week volgens
het schema ma - wo - vr - ma.
Pentamidine (pentacarinat, gelyofiliseerd)
poeder voor injectievloeistof (Sanofi Aventis), flacon à 300 mg.
Pentam injectiepoeder/inhalatiepoeder,
ampul 300 mg.
Voor het bestellen van Pentamidine is meestal een
artsenverklaring nodig.
Pentam is een Amerikaans product en kan op
artsenverklaring via
Sanofi Aventis worden besteld.
Zwangerschap/Lactatie
Over het gebruik van deze stof tijdens zwangerschap bij de mens bestaan
onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. In dierproeven
is het middel schadelijk gebleken. Tijdens de behandeling geen borstvoeding
geven.
BijwerkingenTreden op bij ongeveer 50% van
de patiënten. De ernstigste zijn: acute nierfunctiestoornissen (serumcreatinine >
525 micromol/l), aritmieën, leukopenie, trombocytopenie, hypoglykemie, diabetisch
coma, ernstige hypotensie en zelden Stevens-Johnson-syndroom, hypocalciëmie,
acute pancreatitis en ventriculaire tachycardie. Minder ernstig maar meestal
frequenter optredend: azotemie (serumcreatinine 200-525 micromol/l), verhoging
leverfunctiewaarden, misselijkheid, anorexie, braken, koorts, rash, veranderde
smaak, anemie, hyperkaliëmie, duizeligheid, verwarring. Na i.m. toediening kan
lichte pijn, induratie, abcesvorming en spiernecrose optreden en na i.v. toediening
phlebitis. Bij i.m. of i.v. toediening zijn als gevolg van ernstige hypotensie,
hypoglykemie, acute pancreatitis en cardiale aritmieën, gevallen met fatale
afloop gemeld.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van
stoffen zoals vancomycine, polymyxine B, aminoglycosiden etc. die evenals pentamidine
potentieel nefrotoxisch zijn, dient te worden vermeden omdat de nefrotoxiciteit
additief kan zijn.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid
is geboden bij lever- en/of nierinsufficiëntie, hyper- of hypotensie, hyper-
of hypoglykemie, pancreatitis, ventriculaire tachycardie en bij afwijkingen
in het bloedbeeld. Van de bloeddruk dient de uitgangswaarde te worden bepaald
en bovendien moet deze tijdens en na toediening worden gecontroleerd totdat
de behandeling is beëindigd. Tijdens de behandeling dagelijks het serumcreatinine,
volledig bloedbeeld, bloedglucose (nuchter), serumelektrolyten, urine-analyse
en serumureum controleren; wekelijks leverfunctietests (bilirubine, alkalisch
fosfatase, SGOT, SGPT) alsmede het serumcalcium. De leverfunctietests iedere
3-5 dagen controleren, indien tevens andere potentieel hepatotoxische middelen
worden gebruikt. Tot enige tijd na staken van de therapie dienen nog glucosespiegels
te worden bepaald. Aangeraden wordt ook regelmatig een ECG te maken. Tijdens
bereiding en toediening contact met huid of slijmvliezen vermijden.
Protocol pentamidine i.m. bij L.b. guyanensis
Voor het starten:Bespreek alle bijwerkingen met de
patiënt en leg uit wat de procedure is. Verstrek de folder
behandeling
van Leishmaniasis met Pentacarinat (pentamidine).
Neem algemene anamnese
af en vraag specifiek naar:
- lever- of nier-insufficiëntie?
- hoge of
lage bloeddruk?
- diabetes, hyperglykemie, hypoglycemie?
- hartafwijkingen?
ritmestoornissen?
- geneesmiddelengebruik?
- zwangerschap?
- exacte
gewicht van de patiënt (zonodig wegen)
Lichamelijk onderzoek
- polsfrequentie,
ritmestoornissen, bloeddruk
Maak uitgangsfoto's van de huidlesies.
Voor
het starten moet een uitgangs ECG en bloedonderzoek verricht worden.
Dit
kan eventueel ook op de dag van de eerste gift worden gedaan (CITO aanvragen).
Bloedonderzoek:- Hematologie (Hb, leuko's, leukodiff,
ery's, trombo's),
- Chemie (natrium, kalium, kreatinine, ureum, glucose,
ALAT, ASAT, AF, γ-GT, bilirubine, amylase en lipase
- Urine (sediment, albumine)
Maak 4 afspraken op ma - wo - vr - ma (dagbehandeling).
Bestel pentamidine
ruim van tevoren.
50 kg |
200 mg |
60 kg |
240 mg |
70 kg |
280 mg |
75 kg |
300 mg |
80 kg |
320 mg |
90 kg |
360 mg |
Dag 1 (maandag) Controleer dat benodigdheden voor
infuus en shockbox onder handbereik zijn en compleet.
Installeer de patiënt
op een bed en controleer pols en bloeddruk.
Er is de optie om een half uur
voor de gift 1000 mg paracetamol te geven. Dit kan bijwerkingen voorkomen.
De arts besluit of dit wel of niet gegeven gaat worden.
Pentamidine i.m.
(zie ook:
protocol im toediening
pentamidine voor verpleging)
Los de op lichaamsgewicht berekende dagdosis
(4 mg/kg) op in 3 ml water voor injecties.
Verdeel dit over 2 injectiespuiten
in doses van 1.5 ml en injecteer dit diep i.m. (groene naald) met een interval
van 30 minuten.
De patiënt moet op bed liggen en ook blijven liggen tot 2
uur na de laatste injectie.
Controleer pols en bloeddruk 20 minuten na de
eerste injectie (voor de tweede injectie).
Controleer pols en bloeddruk een
half uur, 1 uur en 2 uur na de tweede injectie.
Indien de controles goed
zijn 2 uur na de laatste injectie mag de patiënt naar huis.
Geef een telefoonnummer
mee waarop de patiënt in noodgevallen een arts kan bereiken.
Pentamidine
i.v. (zie ook:
protocol iv
toediening pentamidine voor verpleging)
De op lichaamsgewicht berekende
in water voor injecties opgeloste dosis aanvullen met glucose 5% oplossing tot
50 ml en dit volume m.b.v. een spuitenpomp in 60 minuten laten inlopen. Na afloop
het infuus altijd doorspoelen met minimaal 100 ml NaCl 0.9%. Zo spoelt het systeem
volledig schoon.
Controleer pols en bloeddruk vanaf het inlopen elk half
uur tot 2 uur na het volledig inlopen.
Indien de patiënt niet opgenomen is
maar de behandeling in dagbehandeling krijgt: als de controles goed zijn 2 uur
na het inlopen mag de patiënt naar huis. Geef een telefoonnummer mee waarop
de patiënt in noodgevallen een arts kan bereiken.
Dag 2 (woensdag)
Maak een ECG
Verricht CITO Bloedonderzoek:
- Hematologie (Hb, leuko's,
leukodiff, ery's, trombo's),
- Chemie (natrium, kalium, kreatinine, ureum,
glucose, ALAT, ASAT, AF, γ-GT, bilirubine, amylase en lipase
- Urine (sediment,
albumine)
Beoordeel ECG en labuitslagen alvorens te starten met de tweede
gift.
Controleer dat benodigdheden voor infuus en shockbox onder handbereik
zijn en compleet.
Installeer de patiënt op een bed en controleer pols en
bloeddruk.
Los de op lichaamsgewicht berekende dagdosis (4 mg/kg) op in 3
ml water voor injecties.
Verdeel dit over 2 injectiespuiten in doses van
1.5 ml en injecteer dit diep i.m. (groene naald) met een interval van 30 minuten.
De patiënt moet op bed liggen en ook blijven liggen tot 2 uur na de laatste
injectie.
Controleer pols en bloeddruk 20 minuten na de eerste injectie (voor
de tweede injectie).
Controleer pols en bloeddruk een half uur, 1 uur en
2 uur na de tweede injectie.
Indien de controles goed zijn 2 uur na de laatste
injectie mag de patiënt naar huis.
Dag 3 (vrijdag)
Zie dag 2
Dag 4 (maandag)Zie dag 2
Maak een controle
afspraak over 14 dagen
Geef de patiënt een labformulier mee om te laten prikken
kort voor deze afspraak (de donderdag of vrijdag ervoor)
Bloedonderzoek:
- Hematologie (Hb, leuko's, leukodiff, ery's, trombo's),
- Chemie (natrium,
kalium, kreatinine, ureum, glucose, ALAT, ASAT, AF, γ-GT, bilirubine, amylase
en lipase
- Urine (sediment, albumine)
1 B tekst van pentacarinat
(zie
PDF bestand)
1. Pentacarinat 300 poeder voor injectievloeistof
2. Kwalitatieve
en kwantitatieve samenstelling
Pentacarinat 300, poeder voor injectievloeistof
300 mg bevat 300 mg pentamidine isetionaat per flacon (als gelyofiliseerd poeder).
1 mg pentamidineisetionaat komt overeen met 0,575 mg pentamidine base.
3. Farmaceutische vorm
Poeder voor injectievloeistof
De injectievloeistof
is bedoeld voor intramusculaire of intraveneuze toediening.
4. Klinische
gegevens
4.1 Therapeutische indicaties
Pneumonie veroorzaakt door
Pneumocystis carinii bij patiënten met AIDS bij wie co-trimoxazol gecontra-indiceerd
of ineffectief is gebleken.
Cutane Leishmaniasis veroorzaakt door Leishmania
gevoelig voor pentacarinat.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Wijze van toediening
Tijdens toediening, zowel intraveneus als intramusculair,
moet de patiënt liggen. Intraveneuze bolusinjecties moeten worden vermeden.
Intraveneuze toediening verdient de voorkeur in verband met lokale toxische
effecten na intramusculaire toediening.
Dosering
De volgende dosering
wordt geadviseerd bij de behandeling van pneumocystis carinii pneumonie bij
patiënten met AIDS:
4 mg/kg lichaamsgewicht per dag, bij voorkeur door middel
van langzame intraveneuze infusie. Een behandelingsduur van 14 dagen is voor
de meeste patiënten voldoende. Bij patiënten met onvolledige respons na een
behandeling van 14 dagen kan de behandeling 1 week langer worden voortgezet.
Het verdient aanbeveling om de dagdosis met 30-50% te verminderen bij een
stijging van de serumcreatininespiegels met meer dan 88 µmol/l (1 mg/dl) om
verslechtering van de nierfunctie te vermijden.
Dosering bij patiënten
met gestoorde nierfunctie:
Bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring <10
ml/min) bij de behandeling van pneumocystis carinii pneumonie:
In levensbedreigende
situaties: 4 mg/kg lichaamsgewicht pentamidineisetionaat éénmaal daags gedurende
7 tot 10 dagen. Daarna 4 mg/kg om de dag totdat de kuur is afgemaakt.
In
minder ernstige situaties: 4 mg/kg lichaamsgewicht om de dag gedurende de gehele
behandelingsduur.
Dosering bij patiënten met leverinsufficiëntie:
Wegens
het ontbreken van gegevens over dosering bij patiënten met leverinsufficiëntie
is voorzichtigheid geboden. Bij verdere verslechtering van de leverfunctie dient
een afweging te worden gemaakt tussen de voordelen en nadelen bij voortzetting
van de therapie met pentamidine.
4.3 Contra-indicaties
Bekende overgevoeligheid
voor pentamidine.
4.4 Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen
bij gebruik
Gevallen met fatale afloop als gevolg van ernstige hypotensie,
hypoglykemie, acute pancreatitis en cardiale aritmieën zijn gemeld bij patiënten
die pentamidine isetionaat intramusculair of intraveneus kregen toegediend.
Pentacarinat moet met voorzichtigheid worden toegepast bij patiënten met lever-
en/of nierinsufficiëntie, hyper- of hypotensie, hyper- of hypoglykemie, leucopenie,
thrombocytopenie, anemie, pancreatitis of ventriculaire tachycardie.
Ernstige
hypotensie kan optreden na intraveneuze of intramusculaire toediening. De uitgangswaarde
voor de bloeddruk moet worden bepaald en de patiënt moet tijdens toediening
liggen. De bloeddruk moet tijdens toediening en daarna worden gecontroleerd,
totdat de behandeling is beëindigd.
De volgende laboratoriumtests moeten
voor, tijdens en na behandeling worden uitgevoerd:
Dagelijks: serumcreatinine,
volledig bloedbeeld, bloedglucose (nuchter), serumelectrolyten, urine-analyse,
serumureum.
Wekelijks: leverfunctietests (bilirubine, alkalische fosfatase,
SGOT, SGPT. Wanneer de patiënt tevens andere levertoxische geneesmiddelen krijgt
toegediend moet elke 3 tot 5 dagen worden gecontroleerd), serumcalcium.
Bovendien moet na behandeling gedurende enige tijd de glucosespiegel worden
gecontroleerd. Hyperglycemie en diabetes mellitus, met of zonder voorafgaande
hypoglykemie zijn tot enkele maanden na het beëindigen van de behandeling voorgekomen.
Regelmatig moet een ECG worden gemaakt.
4.5 Interacties met andere
geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Interacties van pentamidine
met andere geneesmiddelen, die werken op het cardiovasculaire systeem of de
nier-, lever- of pancreasfunctie of bloedbeeld beïnvloeden, kunnen niet worden
uitgesloten. In het bijzonder kunnen er interacties optreden met bloedsuiker
verlagende middelen en met geneesmiddelen met bekende nefrotoxiciteit
Gegevens
over eventuele interacties met de werking van zidovudine of antibiotica zijn
niet beschikbaar. Ook over een eventuele interactie met didanosine ontbreken
gegevens, maar bij combinatie dient rekening te worden gehouden met een verhoogde
kans op pancreatitis.
4.6 Gebruik bij zwangerschap en het geven van
borstvoeding
Over het gebruik van pentamidine tijdens de zwangerschap bij
de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen.
In dierproeven is dit geneesmiddel schadelijk gebleken.
Toediening tijdens
de zwangerschap wordt afgeraden, tenzij de arts dit noodzakelijk vindt.
Gegevens over uitscheiding van pentamidineisetionaat met de moedermelk zijn
niet bekend.
Het gebruik tijdens borstvoeding wordt afgeraden, behalve indien
de arts dit noodzakelijk vindt, in dat geval wordt het stoppen van borstvoeding
geadviseerd.
4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen
om machines te gebruiken
Er zijn geen gegevens bekend over het effect van
pentamidine op de rijvaardigheid. Bij het besturen van voertuigen en het bedienen
van machines dient rekening te worden gehouden met het optreden van duizeligheid,
dat zich incidenteel kan voordoen.
4.8 Bijwerkingen
Cardiovasculair-hematologisch
Ernstige bijwerkingen welke levensbedreigend kunnen zijn: hypotensie, aritmieën
(waaronder ventriculaire tachycardieën), leucopenie (<1000/mm³), thrombocytopenie
(<20000/mm³), hypocalciëmie, hypoglykemie, hyponatriëmie en hypomagnesiëmie.
Minder ernstige bijwerkingen zijn:
Anemie, hyperkaliëmie, hyperglycemie,
tevens zijn verhoogde creatinine-fosfokinase-(CPK) en lactaatdehydrogenase-spiegels
voorgekomen.
Centraal zenuwstelsel
Minder ernstige bijwerkingen
zijn:
Duizeligheid, syncope, verder kan toxisch delirium voorkomen.
Gastro-intestinaal
Ernstige bijwerkingen welke levensbedreigend kunnen
zijn:
Acute pancreatitis, diabetisch coma.
Minder ernstige bijwerkingen
zijn:
Veranderde smaak, misselijkheid en braken.
Overgevoeligheid/huidreacties
Rash, flushing en urticaria. Daarnaast is zelden anafylactische shock en
Stevens-Johnson syndroom gerapporteerd.
Lever en nier
Ernstige bijwerkingen
welke levensbedreigend kunnen zijn:
Acute nierfunctiestoornissen (serumcreatinine >525
µmol/l).
Minder ernstige bijwerkingen zijn:
Azotemie (verhoogde serumcreatinine
spiegels van 200 tot 525 µmol/l), macroscopische hematurie. Verhoging van de
plasmaspiegels van leverenzymen.
Locale reacties bij intramusculaire toediening
kunnen voorkomen; lichte pijn, induratie, abcesvorming en spiernecrose. En na
intraveneuze toediening phlebitis.
4.9 Overdosering
De behandeling
is symptomatisch. Er zijn geen gevallen van overdosering bekend.
5.
Farmacologische eigenschappen
5.1 Farmacodynamische eigenschappen
Pentamidineisetionaat is een antiprotozoïcum en ontleent zijn werking aan interferentie
met DNA- en foliumzuur-transformatie en tevens aan remming van de RNA- en eiwitsynthese.
Kwantitatieve analyses van de gevoeligheid van pentamidine voor Pneumocystis
carinii ontbreken.
In concentraties van 0,3-0,9 mg/l vermindert pentamidine
echter de levensvatbaarheid van dit organisme in vitro. Doses van 10 of 20 mg/kg
subcutaan of van 4 mg/kg intramusculair per dag of 3 keer per week, gedurende
twee weken, veroorzaakt een verlenging van de overlevingstijd van ratten die
experimenteel met Pneumocystis carinii geïnfecteerd zijn.
5.2 Farmacokinetische
eigenschappen
Na intraveneuze toediening van pentamidineisetionaat (4 mg/kg)
met een maximale plasmaconcentratie van ca. 600 ng/ml daalt de plasmaconcentratie
gedurende de eerste 2 uur met een halfwaardetijd (t1/2) van ca. 15 minuten,
gevolgd door een langzamere afname met een t1/2 van ca. 6 uur.
Na intramusculaire
toediening is de biobeschikbaarheid onvolledig. Na een maximale plasmaconcentratie
van ca. 200 ng/ml te hebben bereikt, daalt de plasmaconcentratie eerst met een
t1/2 van ca. 9 uur. Daarna volgt een zeer langzame eliminatie.
Pentamidine
wordt in weefsels gebonden in hogere concentraties dan in plasma. Het cumuleert
onder andere in de lever en in de nieren. Over de biotransformatie is zeer weinig
bekend. Slechts een gering deel van de dosis wordt onveranderd met de urine
uitgescheiden.
Na herhaalde intraveneuze of intramusculaire toediening dalen
de plasmaconcentraties eerst snel, maar de uiteindelijke uitscheiding in de
urine verloopt met een t1/2 van 5 tot 9 dagen.
5.3 Gegevens uit het
preklinisch veiligheidsonderzoek
De resultaten van het preklinische veiligheidsonderzoek
voegen geen relevante gegevens toe aan de gegevens die in andere rubrieken van
het Deel IB zijn genoemd.
6. Farmaceutische gegevens
6.1 Lijst
van hulpstoffen
Niet van toepassing
6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
Pentacarinat mag niet worden gemengd met andere oplossingen dan water voor injecties,
Glucose 5% of NaCl 0,9%.
6.3 Houdbaarheid
De houdbaarheidstermijn
van Pentacarinat bedraagt 5 jaar bij temperaturen beneden 30°C. De uiterste
gebruiksdatum staat aangegeven op de verpakking en op de flacon na de aanduiding
"Niet te gebruiken na".
Na het bereiden van de oplossing is Pentacarinat
(mits bewaard bij 2-8°C) 24 uur houdbaar.
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen
bij opslag
Pentacarinat dient bij temperaturen beneden 30°C te worden bewaard.
6.5 Aard en inhoud van de verpakking
Pentacarinat 300, poeder voor
injectievloeistof 300 mg is verpakt in glazen flacons, welke voorzien zijn van
een rubberstop en aluminium sluiting. Een verpakking bevat 5 flacons.
6.6 Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructie
Intramusculaire toediening:
Voor intramusculaire toediening moet Pentacarinat worden opgelost in 3 ml
water voor injectie.
De berekende dosering moet daarna diep intramusculair
worden toegediend.
Intraveneuze toediening:
Voor intraveneuze toediening
moet Pentacarinat worden opgelost in 3-5 ml water voor injecties. Daarna de
berekende dosering verder verdunnen in 50 tot 250 ml 5% glucose oplossing of
in een 0,9% NaCl oplossing.
De verkregen oplossing dient daarna als langzame
infusie (minstens 60 minuten) te worden toegediend.
Tijdens de bereiding
en toediening dient contact met de huid en de mucosa te worden vermeden.
7. Naam en permanent adres of officiële vestigingsplaats van de houder van
de vergunning voor het in de handel brengen
8. RVG-nummer
RVG 13417
9. Datum van eerste vergunning / hernieuwing van de vergunning
10. Datum van goedkeuring / herziening van de samenvatting
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.