Leishmaniasis is een parasitaire
infectie van de huid (cutane leishmaniasis), huid en slijmvliezen
(mucocutane leishmaniasis) of inwendige organen (viscerale leishmaniasis)
veroorzaakt door
Leishmania parasieten. Dit zijn eencellige organismen,
behorende tot de groep protozoa. Ze worden overgebracht door kleine, harige
mugjes (sandflies) van het geslacht
Phlebotomus
(Oude Wereld) en de geslachten
Lutzomyia
en
Psychodopygus (Nieuwe Wereld). Deze zandvlieg komt in Nederland niet
voor, leishmaniasis is daarom hier een importziekte. Overbrenging door
direct contact is mogelijk, maar zeldzaam.
Bij de mens komen zes
Leishmania species voor die morfologisch niet van elkaar zijn te
onderscheiden. Men schat dat wereldwijd 12 miljoen mensen aan enige vorm van
leishmaniasis lijden en dat er 1.5-2 miljoen nieuwe gevallen per jaar
ontstaan. De incidentie stijgt door factoren als HIV en ondervoeding, maar
ook door de toename van Tropenreizen. Vanwege de militaire missies naar Irak
en Afghanistan is de aandacht in Westerse landen voor deze ziekte
toegenomen. Cutane leishmaniasis is niet dodelijk, geneest meestal vanzelf
in 1 maand tot 1 jaar, maar kan wel aanzienlijke schade veroorzaken,
langdurig bestaande ulcera en uitgebreide littekenvorming. Mucocutane en
viscerale Leishmaniasis kunnen dodelijk zijn.
Leishmaniasis is in het
algemeen een zoönose: de mens is niet een natuurlijke gastheer (
Leishmania
tropica en
L. donovani uitgezonderd), de infectie wordt van dieren (vooral
honden, hondachtigen en knaagdieren, maar ook hoefdieren, luiaarden, apen)
op de mens overgebracht, waarbij de sandfly de vector is. In de tractus
digestivus van de sandfly kunnen de amastigoten (ronde 2-4 µm eencellige
organismen) zich transformeren in promastigoten, langwerpige eencellige
parasieten met een zweepdraad. Na een steek van een besmette zandvlieg komen
de Leishmania promastygoten in de bloedbaan van de mens terecht en worden
daar gefagocyteerd door macrofagen. Zij vermenigvuldigen zich intracellulair
en kunnen zich afhankelijk van de soort en de afweer van de gastheer via de
bloedbaan lokaal of systemisch verspreiden. Klinische verschijnselen
ontstaan binnen enkele weken tot maanden.
Klinische
indeling:1. cutane leishmaniasis
-
lokaal
- diffuus cutaan
- recidivans
- post kala azar dermale
leishmaniasis (PKADL)
2. mucocutane leishmaniasis
3. viscerale
leishmaniasis
Geografische indeling:Oude wereld (Afrika, Azie,
Midden-Oosten, Middellandse Zee, India). Cutane en viscerale leishmaniasis.
Nieuwe wereld (Centraal Amerika, Zuid-Amerika). Cutane, mucocutane en
viscerale leishmaniasis.
In de
Oude Wereld komt cutane leishmaniasis wijd verbreid voor: vanaf Marokko,
West-Afrika en Spanje in het westen tot Noordwest-India in het oosten, van
Centraal-Azië in het noorden tot Kenia in het zuiden (met nog enkele haarden
in Tanzania en Namibië) en rondom de gehele Middellandse Zee. In de
Nieuwe Wereld komen cutane en mucocutane leishmaniasis voor vanaf
Zuid-Texas tot in Noord-Argentinië.
Soort |
|
Aandoening |
|
Landen
waar dit het meest voorkomt |
|
|
|
|
|
L. donovani |
|
|
|
|
L. d. donovani |
|
visceraal (kala-azar), dermaal |
|
India |
L. d. infantum |
|
visceraal en dermaal |
|
Midden-Oosten, Middellandse Zee, Rusland |
L. d.
sinesis |
|
visceraal en dermaal |
|
China |
L. d. nilotica |
|
visceraal,
mucocutaan |
|
Afrika, vooral Soedan en Ethiopië |
L. d. chagasi |
|
visceraal, mucocutaan |
|
Brazilië, Centraal Amerika |
|
|
|
|
|
L. major |
|
cutaan |
|
Midden-Oosten, Middellandse Zee, China, India |
L. tropica |
|
cutaan |
|
Midden-Oosten, Middellandse Zee |
L. ethiopica |
|
cutaan, diffuus
cutaan (DCL) |
|
Ethiopië |
|
|
|
|
|
L. mexicana complex |
|
|
|
|
L. m. mexicana |
|
cutaan, DCL |
|
Mexico, Centraal Amerika |
L .m. amazonensis |
|
cutaan, DCL |
|
Brazilië, Zuid Amerika |
L. m. pifanoi |
|
DCL, cutaan |
|
Brazilië, Centraal
Amerika |
|
|
|
|
|
L. braziliensis complex |
|
|
|
|
L. b. braziliensis |
|
cutaan,
mucocutaan |
|
Brazilië, Centraal Amerika |
L. b. guyanensis |
|
cutaan,
mucocutaan |
|
Guyana, Suriname, Centraal Amerika |
L. b. panamensis |
|
cutaan, mucocutaan |
|
Centraal Amerika |
L. b. peruviana |
|
cutaan,
mucocutaan |
|
Peru, Zuid Amerika |
Klinisch beeld:Lokale
cutane leishmaniasisBij de lokale vorm ontstaat binnen enkele weken
(soms maanden) eerst een niet-pijnlijke papel of nodulus op de
insteekplaats, vervolgens centrale verweking en korstvorming, en daarna een
ulcus. Bij genezing laat het een litteken achter. Het klassieke Leishmania
ulcus is rood granulerend maar desondanks niet genezend, ovaal van vorm, met
een oriëntatie in de richting van de huidlijnen, en soms een opgeworpen
rand. Verspreiding in een sporotrichoïde vorm (in het verloop van een
lymfbaan) komt voor. Na genezing van een Leishmania-infectie wordt men
meestal immuun voor de verwekker, maar niet voor andere species.
![Cutane Leishmaniasis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cutane Leishmaniasis](../../../afbeeldingen/leishmaniasis4z.jpg) |
![Cutane Leishmaniasis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cutane Leishmaniasis](../../../afbeeldingen/leishmaniasis1z.jpg) |
papel met
crusta |
ulcus |
![Cutane Leishmaniasis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cutane Leishmaniasis](../../../afbeeldingen/leishmaniasis2z.jpg) |
![Cutane Leishmaniasis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Cutane Leishmaniasis](../../../afbeeldingen/leishmaniasisPA3z.jpg) |
ovaal ulcus |
Leishmania bodies |
Diffuse
cutane leishmaniasisVariant bij patiënten met slechte cellulaire afweer.
Hierbij kunnen multipele papels en nodi ontstaan, verspreid over het hele
lichaam, met daarin veel Leishmania parasieten. Lijkt op lepromateuze lepra.
Geringe tot afwezige genezingstendens. Komt voor in Ethiopië en Soedan en in
de Nieuwe Wereld in Venezuela, Brazilië en de Dominicaanse Republiek.
Leishmania cutanea recidivans (relapsing leishmaniasis, lupoïde
leishmaniasis)Zeldzame variant waarbij, soms jaren na de infectie, op de
zelfde plek van de oude genezen lesies weer nieuwe lesies ontstaan. Vaak in
het gezicht. Begint als papel of psoriatiforme plaque, later ulcererend en
uitbreidend naar de randen. Kan destructief zijn. Lijkt klinisch op lupus
vulgaris.
Post-Kala Azar dermale leishmaniasisVorm die in India
en Soedan voorkomt, ontstaat maanden tot jaren na een doorgemaakte viscerale
Leishmaniasis. Afhankelijk van de afweer van de patiënt kunnen uiteenlopende
lesies ontstaan, variërend van enkele maculae en plaques tot tientallen nodi
en misvormingen.
Mucocutane leishmaniasisKan jaren na een
genezen lokale cutane vorm ontstaan. Sommige Leishmaniasoorten (vooral uit
de nieuwe wereld) kunnen uiteindelijk naar de bovenste luchtwegen migreren
en daar grote schade aanrichten aan de oropharynx en de neus. Dit is de vorm
waarbij de hele neus kan worden weggevreten. Kan dodelijk zijn. Bij
mucocutane leishmaniasis zijn circulerende antistoffen aantoonbaar (bij
cutane leishmaniasis meestal niet).
Viscerale leishmaniasis (kala
azar)Systemische vorm van Leishmaniasis waarbij de parasieten een
voorkeur hebben voor interne organen (o.a. lever, milt). Symptomen:
vermagering, malaise, koortsaanvallen, hepato-splenomegalie, pancytopenie,
hypergammaglobulinemie. Vaak fataal verlopend.
![Viscerale Leishmanisasis, kala azar (klik op foto voor vergroting) [bron: onbekend] Viscerale Leishmanisasis, kala azar](../../../afbeeldingen/leishmania7z.jpg) |
![Viscerale Leishmanisasis, kala azar (klik op foto voor vergroting) [bron: onbekend] Viscerale Leishmanisasis, kala azar](../../../afbeeldingen/leishmaniaPKDLz.jpg) |
diffuus
cutaan |
post-kala azar |
![Viscerale Leishmanisasis, kala azar (klik op foto voor vergroting) [bron: onbekend] Viscerale Leishmanisasis, kala azar](../../../afbeeldingen/leishmania9z.jpg) |
![Viscerale Leishmanisasis, kala azar (klik op foto voor vergroting) [bron: onbekend] Viscerale Leishmanisasis, kala azar](../../../afbeeldingen/leishmaniasis5z.jpg) |
mucocutaan |
visceraal |
Histologie:In het begin wordt een ontstekingsreactie gezien met
ongedifferentieerde macrofagen en grote aantallen parasieten die zowel
intracellulair als extracellulair voorkomen. Later ontstaat een
granulomateuze ontstekingsreactie, afhankelijk van de weerstand tegen de
infectie van de gastheer. Meestal eindigt het in een tuberculoïde
granulomateuze reactie waarbij het aantal parasieten afneemt. Vaak ontstaat
necrose; hierin worden de parasieten na lysis van de macrofagen
geëlimineerd. Cutane Leishmaniasis wordt wel, net als lepra, een
spectrumziekte genoemd met aan de ene kant de Leishmaniasis recidivans en
aan de andere kant de diffuus cutane Leishmaniasis. Bij Leishmaniasis
recidivans bestaat een sterke mate van cellulaire afweer; histopathologisch
vindt men een tuberculoïd granuloom vaak met Langhans-reuzencellen, omgeven
door een mantel van lymfocyten. Parasieten zijn in het algemeen niet
aantoonbaar. Bij de diffuus cutane leishmaniasis ontbreekt de cellulaire
afweer; er bestaat een granulomateuze reactie van macrofagen stampvol
parasieten, maar zonder necrose of ulceratie. In deze beide vormen treedt
geen spontane genezing op. Bij mucocutane Leishmaniasis is er een cellulair
infiltraat met weinig macrofagen en weinig parasieten. Vaak treedt ulceratie
op. De laesies bevinden zich gewoonlijk in de huid; aantasting van de mucosa
kan volgen. Men vindt dan laesies diep in de nasale mucosa, waar amastigoten
aanwezig zijn in prolifererend endotheel en waar een perivasculair
infiltraat ontstaat met verweking van het kraakbeen.
Leishmaniasis van de Oude WereldL. tropica-infectie
L. tropica
komt voor in het Nabije- en Midden-Oosten van Irak tot Afghanistan en
Noordwest-India. Lokale benamingen zijn 'oriëntal sore', 'bouton d'orient',
'Aleppo buil', 'Delhi buil', en 'bouton de Biskra'. Sporadisch komt het voor
in Griekenland en Tunesië. Cutane leishmaniasis in de westelijke landen rond
de Middellandse Zee (Spanje, Italië, Algerije) wordt meestal veroorzaakt
door
L.d. infantum. De mens en de hond vormen het reservoir, ratten zijn
geïnfecteerd gevonden maar of zij een rol spelen als reservoir is
onduidelijk. Bij
L. tropica ontstaat 2 weken tot 8 maanden na een
infectieuze beet een erythemateuze papel die in enkele maanden toeneemt in
dikte en diameter (tot ongeveer 2-4 cm). Het centrale deel verweekt en wordt
bedekt met een korst. De laesie die als een vulkaan of krater boven de
omgevende huid verheven is, blijft 4-6 maanden bestaan zonder veel
verandering te ondergaan. Hierna treden in 3-24 maanden, meestal langer dan
één jaar fibrosering en spontane genezing op. Een scherp omschreven,
onregelmatig litteken blijft achter. Vaak is er slechts één laesie,
gewoonlijk op het gezicht. Soms ontstaan satellietlaesies aan de periferie
van de oorspronkelijke laesie die genezen lijkt.
L. major-infectie
L. major komt voor van Marokko tot Noordwest-India. Sovjet-Centraal-Azië
vormt de noordelijke begrenzing, Kenia de zuidelijke. De parasiet komt voor
in semi-droge en droge gebieden. Knaagdieren vormen het reservoir. De lokale
bevolking wordt op jeugdige leeftijd geïnfecteerd waarna zij immuun is. Door
irrigatieprojecten, vestiging van een niet-immune bevolking en tijdens
militaire operaties zijn de laatste jaren enkele epidemieën voorgekomen. De
incubatieperiode is gewoonlijk minder dan vier maanden. De aandoeningen zijn
meestal op de extremiteiten gelokaliseerd, met een voorkeur voor de benen,
bij kinderen vaak in het gelaat. In meer dan de helft van de gevallen komen
gegroepeerde laesies voor. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het speciale
steekgedrag van de zandvlieg. Satellietpapels rond de laesies en subcutane
noduli ten gevolge van verspreiding langs de lymfbanen (zogenoemde
'sporotrichoïde' verspreiding) komen voor. Er bestaat een sterke tendens tot
necrotisering en vorming van een hemorrhagische crusta. Als de crusta
loslaat, ziet men een onregelmatige rode ulcusbodem met beslag. Deze ulcera
zijn vaak langwerpig met een lengteas in de richting van de huidlijnen. Mede
door secundaire wondinfectie met pathogene bacteriën (vooral hemolytische
streptokokken of
S. aureus) is de laesie vaak groter dan bij infectie met
L.
tropica. In het verloop van zo'n 2-8 maanden treedt genezing op onder de
vorming van atrofische en onregelmatige littekens. In geval van meerdere
laesies verlopen de evolutie en genezing asynchroon. In Saudi Arabië en
Soedan zijn aantasting van huid en slijmvliezen door
L. major beschreven.
Het is onduidelijk of hier sprake is van uitbreiding van een huidlaesie of
van metastatische verspreiding. Bij
L. major, dat alleen cutane
Leishmaniasis geeft is er de optie om niet te behandelen of hooguit
cryotherapie toe te passen.
L. aethiopica-infectie
L. aethiopica
komt voor in de hooglanden van Ethiopië en Kenia en kent de hyrax (
klipdas)
als reservoir. Hierbij ontstaan meestal cutane lesies (spontaan genezende
ulcera) maar soms mucocutane of gedissemineerde cutane leishmaniasis.
L. donovani infantum-infectieL.d. infantum komt voor in Oost-China,
Centraal-Azië en rond de Middellandse Zee. In de Nieuwe Wereld waar de
parasiet
L.d. chagasi heet, komt deze voor in Noordoost-Brazilië en in
haarden in Midden- en Zuid-Amerika. Het is een parasiet van honden waarin
een langdurige cutane en viscerale ziekte wordt veroorzaakt. Ook andere
canidae (wolven, jakhalzen) zijn besmet gevonden; in Italië en Joegoslavië
ook ratten.Gewoonlijk veroorzaakt
L.d. infantum viscerale leishmaniasis
maar in het westelijk deel van de Middellandse Zee-bekken zijn varianten
oorzaak van cutane leishmaniasis. Er is een lange incubatietijd. Het
merendeel der patiënten is jonger dan tien jaar. Meestal is slechts één
laesie aanwezig die bij voorkeur in het gelaat is gelokaliseerd. De laesies
blijven vaak lange tijd bestaan.
Leishmaniasis van de Nieuwe
WereldCutane leishmaniasis van de Nieuwe Wereld wordt veroorzaakt door
een groot aantal species, subspecies en stammen van Leishmania die in twee
grote groepen kunnen worden ingedeeld:
L. braziliensis-complex (
L.
braziliensis braziliensis,
L.b. guyanensis,
L.b. panamensis,
L.b. lainso-ni)
en
L. mexicana-complex. De parasieten handhaven zich in wilde dieren of
huisdieren.
L.b. braziliensisL.b. braziliensis en varianten
zijn het meest verbreid. Zij komen voor in verscheidene Midden-Amerikaanse
en Zuid-Amerikaanse landen en zijn geïsoleerd uit vele wilde dieren en
huisdieren. Infectie treedt op bij mensen die in het bos gaan werken of zich
er vestigen. Karakteristiek is de slechte genezingstendens, waardoor een
ernstige huidaandoening ontstaat die lang kan blijven bestaan (tot meer dan
10 jaar). Mucocutane verspreiding kan optreden. Mucosa-aantasting (espundia)
treedt op door lymfogene of hematogene verspreiding vanuit een huidlaesie.
Afwijkingen aan de mucosa kunnen zich voordoen terwijl de huidlaesie nog
actief is, weken of maanden later maar ook tot tientallen jaren na genezing
van het oorspronkelijke ulcus. In ongeveer 5% van de gevallen van
L.b.braziliensis-infectie ontstaat mucocutane leishmaniasis. De kans op
mucocutane leishmaniasis is groter bij grote of meerdere primaire laesies
boven de gordel. Intensieve behandeling van primaire laesies voorkomt
wellicht metastasering. De eerste tekenen van espundia doen zich meestal
voor in de nasopharynx. Men onderscheidt het ulcererende en het
niet-ulcererende type. Bij het niet-ulcererende type ziet met langdurig
oedeem en hypertrofie met fibrosering van de bovenlip en/of de neus met
destructie van het neuskraakbeen. Hierdoor kunnen zogenoemde 'facies
leishmaniotica' met sterk prominerende bovenlip of de 'tapir-neus' met
ingezakte neuswortel en prominerende neuspunt ontstaan. Er is langzame
progressie.
Bij het ulcererende type daarentegen ziet men snelle en
uitgebreide weefseldestructie (neus, bovenlip, palatum) en verminking. Bij
beide vormen schrijdt de infectie voort ofwel per continuitatem ofwel door
metastasering. Larynx en stembanden, trachea en oesophagus kunnen worden
aangetast. Secundaire luchtweginfecties komen vaak voor en zijn frequente
doodsoorzaken.
L.b. guyanensisL.b. guyanensis en varianten komen
alleen in het noordelijk deel van het Amazone-bekken voor (Brazilië,
Colombia, Guyana, Suriname). De ziekte, bekend als 'bos-yaws', 'pian bois',
komt voornamelijk voor bij boswerkers en militairen op patrouille. Bij
L.b.guanensis kunnen meerdere lesies ontstaan door verspreiding langs de
lymfbanen. Net als bij infectie met
L.b.panamensis kunnen ook lymfklieren
zijn aangetast. Dit beeld lijkt op sporotrichose. De spontane
genezingstendens is gering.
L. mexicanaInfecties door parasieten
behorend tot het
L. mexicana complex (
L. mexicana mexicana,
L.m.
amazonensis,
L.m. venezuelensis,
L.m. garnhami,
L.m. pifanoi).
L.m. Mexicana
en varianten komen in Midden-amerika en Colombia voor en sporadisch in
Texas, Verenigde Staten.
L.m. amazonensis komt voor in Zuid-amerika, Costa
Rica en Panama. Infectie van de mens is niet frequent. De overige species
komen voor in Venezuela. Gewoonlijk veroorzaakt
L.m. mexicana een
enkelvoudige laesie die binnen 1 à 2 jaar geneest. Uitbreiding van de
infectie van de huid aan het oor naar het kraakbeen geeft een zeer moeilijk
te behandelen, chronische ontsteking die uiteindelijk leidt tot verminking
('chiclero-zweer', genoemd naar de beroepsgroep waarbij dit vaak voorkomt,
verzamelaars van gom: chicle = gom). Het specifieke voorkomen van de
ontsteking van de oren komt door het beetgedrag van de vector.
Diagnostiek:- PA-biopt (HE-kleuring of Giemsa kleuring). Biopt
afnemen van de rand van een ulcus. In mucosa lesies zijn de parasieten
moeilijk aan te tonen.
- PCR (polymerase chain reaction) op vers biopt,
PCR NASBA.
- Dep-preparaat / Uitstrijk (Giemsa-kleuring).
- Kweken
door enten op diverse media zoals Schneider, NNM
(Novy-McNeal-Nicolle-medium), Dwyer, Rugai. Leishmania kan gekweekt worden
in hamsters (Syrische goudhamster).
- DTH (delayed type hypersensitivity)
skin test (Leishmanine test / Montenegro-test), aflezen na 48-72 uur.
Positief bij actieve en genezen cutane en mucocutane Leishmaniasis, en bij
genezen viscerale Leishmaniasis. Bij gedissemineerde cutane Leishmaniasis is
de reactie negatief. Niet betrouwbaar genoeg.
- Serologie: indirecte
immunoflorescentie; directe agglutinatie test. De serologische testen zijn
niet betrouwbaar genoeg.
De diagnose Leishmania wordt gesteld op het
klinisch beeld plus de anamnese en de PA (het aantonen van de Leishmania
bodies). De PCR test is nodig ter bevestiging en om het type Leishmania
parasiet vast te stellen. Dit is belangrijk, omdat bij sommige vormen (o.a.
L.b.brazieliensis) een agressievere behandeling nodig is.
BEHANDELING VAN CUTANE LEISHMANIASIS (Leishmania tropica en overige
Leishmaniasoorten)Therapie bij tot de huid beperkte vormen:
Afwachten,
cryochirurgie, chirurgie, electrocoagulatie, lokale therapie (intralesionaal
Pentostam). Sommige vormen (
L. major,
L. tropica,
L. mexicana) genezen
spontaan en hebben geen behandeling nodig.
R/ Cryotherapie: Geschikt voor
acute (recente) gelokaliseerde vormen. Vriestijd < 60 sec, tot zich een
ijsbal vormt met een marge van 2 mm rond de lesie.
R/
Elektro-coagulatie: bij sommige lokale vormen mogelijk, evenals chirurgische
excisie.
R/ Thermomed ® (Thermosurgery Inc Phoenix USA) is een
apparaat dat de huid gecontroleerd verhit tot 50 ºC. Gedurende 30
seconden verhitten (eventueel eerst verdoven), in totaal 3 keer met een
interval van een week. Zie
website
Thermosurgery.
Lokale en intralesionale medicamenteuze
therapie: R/
Pentostam (sodium stibogluconate) intralesionaal tot 2-4 ml (200-400
mg).
R/ P-ointment (Paromomycine): paromomycine sulfaat 15%,
methylbenzathoniumchloride 12%, paraffine liquidum ad .., 2 dd lokale
applicatie gedurende 10 dagen.
R/ paromomycin sulfate (15%) and
gentamicin sulfate (0.5%) in cremor lanette 2 dd op ulcus gedurende 20 dagen
R/ Chloorpromazine 2% zalf 2 dd gedurende 10 dagen.
Systemische
therapie:R/ Trisporal (itraconazol) 2 dd 100 mg, tot genezing
voortzetten, of Nizoral (ketoconazol*) 400-1200 mg per dag, tot genezing
voortzetten. Ketaconazol en het minder toxische itraconazol zijn effectief
tegen sommige vormen van cutane leishmaniasis uit de Oude Wereld
(voornamelijk
L. major), tegen
L. mexicana infecties en tegen sommige, niet
agressieve infecties door
L. braziliensis.
R/ Rifampicine 600-1200 mg per
dag, eventueel combineren met INH (isoniazide), tot genezing.
R/
Pentacarinat (pentamidine isetionaat injectie poeder, 300 mg), 4 mg/kg
lichaamsgewicht per dag i.v. of i.m. gedurende 7-10 dagen. Voor de
Surinaamse variant (
L. b. guyanensis), die in Nederland veel voorkomt als
importziekte volstaan 4 giften van 4 mg/kg pentacarinat verdeeld over 1 week
volgens het schema ma - wo - vr - ma. Een alternatief is 2-3 giften
intraveneus van 7 mg/kg, om de dag. Pentamidine is toxisch. Voorzichtig bij
lever- of nierinsufficiëntie, hyper- of hypotensie, hyper- of hypoglycemie.
Bij voorkeur opnemen en langzaam (à 60 min) i.v. toedienen. Controle voor,
tijdens (dagelijks) en na behandeling van bloeddruk, bloedbeeld, kreatinine
nuchter glucose, elektrolyten, ureum, urine, en wekelijks bilirubine, AF,
OT, PT. Zie verder onder
pentamidine.
R/
Pentostam (sodium stibogluconate) i.v. of i.m. 20 mg/kg/dag gedurende 20
dagen. In Brazilië wordt geadviseerd om niet hoger te doseren dan 1215 mg
per dag, vanwege de toxiciteit. Het is mogelijk om een lagere dosis te geven
(10 of zelfs 5 mg/kg/dag) maar voor een langere tijd (30 dagen). Dit is
minder effectief maar geeft ook minder bijwerkingen.
R/
Liposomaal amphotericine B, of Fungizone (amphotericine B). Starten met 0.25 mg/kg/dag, indien het
verdragen wordt verhogen naar 0.5-1 mg/kg/dag, niet meer dan 1.5 mg/kg/dag.
R/ Miltefosine 3 dd 50 mg 28 dagen. Miltefosine is op artsenverklaring
verkrijgbaar als capsules van 10 of 50 mg. De dagelijkse dosis voor kinderen
van 3 jaar en ouder en volwassenen ligt tussen de 1,5 en 2,5 mg/kg
lichaamsgewicht. De maximale dosis is 150 mg/dag; hogere doses worden slecht
verdragen. De duur van de behandeling is 28 dagen. Niet alle
Leishmania-soorten zijn even gevoelig voor miltefosine; in aflopende
volgorde:
L. donovani,
L. aethiopica,
L. tropica,
L. mexicana,
L. panamensis
en
L. major.
R/ Glucantime (meglumine antimonate, methyl glucamine
antimoniate) i.m. 50-60 mg/kg per dag gedurende 12 dagen. Wordt bij de mens
niet meer vaak toegepast, wel bij de hond.
R/ Mepacrine (Quinacrine) of
chloroquin.
BEHANDELING VAN LEISHMANIASIS MUCOCUTANEA
(Leishmania brasiliensis)R/
Pentostam (sodium stibogluconate) i.v. of i.m. 20 mg/kg/dag. De therapieduur is minimaal 4 weken, of 10 dagen langer dan genezing.
Bij onvoldoende reactie kan met de behandeling nog een maand voortzetten of
kan men overgaan op behandeling met amphotericine B of pentamidine.
R/
Fungizone (amphotericine B). Starten met 0.25 mg/kg/dag, indien het
verdragen wordt verhogen naar 0.5-1 mg/kg/dag, niet meer dan 1.5 mg/kg/dag.
R/ Miltefosine 3 dd 50 mg 28 dagen.
BEHANDELING VAN LEISHMANIA
VISCERALIS (kala-azar, veroorzaakt door Leishmania donovani)
R/ Fungizone
(amphotericine B). Starten met 0.25 mg/kg/dag, indien het verdragen wordt
verhogen naar 0.5-1 mg/kg/dag, niet meer dan 1.5 mg/kg/dag.
R/
Pentostam (sodium stibogluconate) i.m. of i.v. 20 mg/kg/dag gedurende 20
dagen.
R/ Miltefosine 3 dd 50 mg 28 dagen.
Preventie: bestrijden
van de gastheer, gesloten kleding dragen, muskieten netten, DEET,
permethrine geïmpregneerde kleding.
Evidence Er is weinig
evidence, omdat er niet zoveel goede gerandomizeerde studies zijn
uitgevoerd. Uit de verzamelde studies en expert opinions (Blum et al, 2004)
komt globaal deze voorkeur:
stam |
|
therapie |
|
evidence
|
|
|
|
|
|
L. mexicana |
|
- lokaal zalf 15% paromomycin plus 12% methylbenzethonium
chloride 2 dd gedurende 20 dagen |
|
B |
|
|
- ketoconazol 600 mg per dag gedurende 28
dagen* |
|
B |
|
|
|
|
|
L. panamensis |
|
- ketoconazol 600
mg per dag gedurende 28 dagen* |
|
A |
|
|
-
Pentostam (sodium stibogluconate) 20 mg Sb/kg/dag gedurende 20 dagen |
|
A |
|
|
-
Pentostam (sodium stibogluconate) 20 mg Sb/kg/dag gedurende 15 dagen, in
combinatie met allopurinol |
|
A |
|
|
-
Pentostam (sodium stibogluconate) 20 mg Sb/kg/dag verdeeld over 4
giften; gedurende 15 dagen, in combinatie met allopurinol
|
|
A |
|
|
|
|
|
L. guyanensis |
|
- pentamidine isethionate, 4 i.m.
injecties van 4 mg/kg/dag (ma wo vrij ma schema) |
|
C |
|
|
- pentamidine
isethionate, 4 i.m. injecties van 3 mg/kg/dag (ma wo vrij ma schema) |
|
C |
|
|
- pentamidine isethionate, 2-3 i.v. infusies van 7 mg/kg, om de dag |
|
D |
|
|
|
|
|
L. brasiliensis |
|
-
Pentostam (sodium stibogluconate) 20 mg Sb/kg/dag gedurende 20 dagen |
|
A |
|
|
|
|
|
L. major |
|
- lokaal zalf 15% paromomycin plus 12%
methylbenzethonium chloride 2 dd gedurende 10-20 dagen |
|
A |
|
|
- lokale
verhitting twee keer (55 °C gedurende 5 min) |
|
C |
|
|
- lokale bevriezing
(cryotherapie) 2-3 keer |
|
C |
|
|
- lokale infiltratie met antimonials
(sodium stibogluconate, meglumine antimonate). Max 5 ml per
laesie intralesionaal (max 20 mg Sb/kg), 1-2 keer per week, 2-5 keer in
totaal. |
|
A |
|
|
- fluconazol 200 mg per dag gedurende 6 weken |
|
A |
|
|
|
|
|
L. tropica L. infantum |
|
- lokale infiltratie met antimonials
(sodium stibogluconate, meglumine antimonate). Max 5 ml per
laesie intralesionaal (max 20 mg Sb/kg), 1-2 keer per week, 2-5 keer in
totaal. |
|
D |
|
|
- lokaal zalf 15% paromomycin plus 12% methylbenzethonium
chloride 2 dd gedurende 10-20 dagen |
|
D |
|
|
- lokale verhitting twee keer
(55 °C gedurende 5 min) of lokale bevriezing (cryotherapie) 2-3 keer |
|
D |
|
|
-
Pentostam (sodium stibogluconate) 20 mg Sb/kg/dag gedurende 10-20 dagen |
|
D |
|
|
- fluconazol 200 mg per dag gedurende 6 weken |
|
D |
* Ketoconazol systemisch is ook nogal hepatoxisch en wordt daarom nauwelijks
nog gebruikt voor mycosen. Als gevolg daarvan is het in Europa in 2013 van
de markt gehaald. Dit betekent dat het ook voor Leishmaniasis niet meer
beschikbaar is in Europa.
Referenties
1. |
Faber WR, Hay RJ,
Naafs B. Imported Skin Diseases. Elsevier, 2007. ISBN 9789035228047. |
2. |
Blum J, Desjeux P, Schwartz E, Beck B, Hatz
C. Treatment of cutaneous leishmaniasis among travellers. Journal of
Antimicrobial Chemotherapy (2004) 53, 158-166.
PDF |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, AMC,
Amsterdam.