Soms staat in de bijsluiter van
immunosuppressiva
dat er geen
levende verzwakte vaccins mogen worden
gegeven. Er zijn in Nederland 8 levende verzwakte vaccins in gebruik. De belangrijkste
om op te letten zijn de
BMR, die in het standaard
Rijks-vaccinatieprogramma
zit, het
Rota virus vaccin, dat sinds 1 januari
2024 is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma, en het
gele koorts vaccin en het
Denguevirus vaccin, die soms aan Tropenreizigers
worden gegeven. De andere 4 vaccins worden niet zo vaak gebruikt.
Levende verzwakte vaccins in Nederland: |
1. BMR (Bof Mazelen Rode hond) (rijksvaccinatieprogramma, 14
maanden en 9 jaar) 2. Gele koorts vaccin (Stamaril) (voor reizigers
naar Tropische landen met veel gele koorts) 3. Denguevaccin (Qdenga) (voor reizigers
naar Tropische landen met veel dengue) 4. BCG vaccin (AJV)
(actieve immunisatie tegen tuberculose bij reizigers uit landen
met veel TBC) 5. Varicella zoster vaccin (Provarivax en Zostavax)
(niet opgenomen in rijksvaccinatie programma) 6. Rotavirus vaccin
(Rotarix) (rijksvaccinatieprogramma, 6-9 weken en 3 maanden) 7. Levend influenza virus vaccin (Fluenz Tetra) (in
Nederland worden andere vaccins gebruikt) 8. Oraal tyfus vaccin
(Vivotif) |
BMR vaccin (Bof-Mazelen-Rode hond) (MMRVaxPro)
Bevat per dosis: levend verzwakt bofvirus (stam Jeryl Lynn) ten minste 12,5
× 10³ CCID 50 (50% 'cell culture infective dose'), levend verzwakt mazelenvirus
(stam Enders' Edmonston) ten minste 1 × 10³ CCID 50, en levend verzwakt rubellavirus
(stam Wistar RA 27/3) ten minste 1 × 10³ CCID 50. Bevat tevens: sorbitol en
sporen neomycinesulfaat en kippenei-eiwit.
Gele koorts vaccin
(Stamaril)Bevat levend verzwakt gele koortsvirusvaccin, stam 17d-204
geproduceerd in gespecificeerde pathogeenvrije kippenembryo's.
Denguevaccin (Qdenga)Bevat per dosis: denguevirus serotype 1: ≥ 3,3 log 10 PFU; denguevirus serotype 2: ≥ 2,7 log 10 PFU; denguevirus serotype 3: ≥ 4,0 log 10 PFU; denguevirus serotype 4: ≥ 4,5 log 10 PFU.
BCG vaccin (Bacillus Calmette Guerin) vaccin (AJV)Bevat
Mycobacterium bovis Danish 1331.
Varicella zoster vaccin: Provarivax
en ZostavaxBevat varicella zoster, levend, gevriesdroogd. Variquin
is uit de handel.
Rotavirus vaccin (Rotarix)Bevat
per dosis: humaan rotavirus RIX4414 stam (levend, verzwakt) ≥ 1.000.000 CCID
50 (Cell Culture Infective Dose 50%).
Levend influenza virus
Fluenz TetraBevat 4 levend verzwakte influenza virus stammen (quadrivalent
vaccin).
Tyfus vaccin oraal (Vivotif)Bevat levend
verzwakt Salmonella enterica serovar typhi, Stam Ty21a.
Toch vaccinerenAls
vaccinatie met een levend verzwakt vaccin toch nodig is, bijvoorbeeld voor een
tropenreis, start dan de immunosuppressiva pas
4 weken na de
vaccinatie. Uitzondering: het BCG vaccin kan ook later dan 4 weken
nog infecties
veroorzaken, daarom is dat altijd gecontra-indiceerd bij immuundeficiëntie
of immunosuppressiva gebruik.
Als het
immunosuppressivum al gestart is dan kan het tijdelijk worden gestopt en kan
er na een pauze worden gevaccineerd met de meeste vaccins. Hoe lang die
pauze is, hangt af van de duur van het immunosuppressieve effect en dit
verschilt per middel. Voor prednison wordt bijvoorbeeld 4 weken geadviseerd,
maar voor azathioprine 3 maanden. Voor de meeste middelen wordt 3 maanden
aangehouden (zie de RIVM
richtlijn vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen). Bij gebruik van rituximab (anti-CD20) bestaat een absolute contraindicatie voor vaccinatie met levend
verzwakt vaccin (vaccinatie zal ook niet werken omdat rituximab de productie
van antistoffen remt). Pas na 6-12 maanden is het effect van rituximab
uitgewerkt. Voor sommige nieuwe biologicals is het nog niet bekend en dan
wordt er vaak standaard in de tekst opgenomen dat levend verzwakte vaccins
niet mogen worden gegeven, zelfs als het vanuit het werkingsmechanisme niet
logisch is dat er problemen zouden kunnen ontstaan.
Immunosuppressiva waarbij levende verzwakte vaccins
worden afgeraden: |
Conventionele immunosuppressiva: - methotrexaat (2e BMR mag, overige niet tot 1-3 maanden na stoppen)
- prednison afhankelijk van dosis: - bij lage dosis (< 10 mg
of < 0.5 mg/kg/ dag, en
cumulatief < 700 mg) mogen wel levend verzwakte vaccins
worden gebruikt - bij 10-20 mg per dag mag het
zostervaccin worden gebruikt, de andere niet - bij ≥ 20 mg of 2 mg/kg/dag, gedurende
≥ 2 weken, of cumulatief > 700 mg geen
levend verzwakte vaccins, tot 1 maand na stoppen) - ciclosporine
(tot 1-3 maanden na stoppen) - azathioprine (tot 3 maanden na
stoppen) - mycofenolaatmofetil (tot 3 maanden na stoppen)
- fumaarzuur (tot 3 maanden na stoppen)
Biologicals en andere targeted therapies: - anakinra
(tot 3 maanden na stoppen) - basiliximab
(tot 3 maanden na stoppen) - tocilizumab
(tot 3 maanden na stoppen) - ustekinumab
(tot 3 maanden na stoppen) - secukinumab
(tot 3 maanden na stoppen) - ixekizumab (tot 3 maanden na
stoppen; onvoldoende gegevens) - brodalumab (tot 3 maanden na stoppen;
onvoldoende gegevens) - guselkumab
(tot 3 maanden na stoppen) - tildrakizumab
(tot 4 maanden (17 weken) na stoppen) - tofacitinib
(tot 3 maanden na stoppen) - belimumab
(tot 6-12 maanden na stoppen) - rituximab
(tot 6-12 maanden na stoppen) - abatacept
(tot 3 maanden na stoppen) - belatacept
(tot 3 maanden na stoppen) - everolimus (tot 3 maanden na
stoppen) - sirolimus
(tot 3 maanden na stoppen) - adalimumab (tot 3 maanden na
stoppen) ook voor zuigelingen bij gebruik door moeder
tijdens zwangerschap (tot 5 maanden na de laatste
injectie) - golimumab (tot 3 maanden na stoppen)
ook voor zuigelingen bij gebruik door moeder tijdens
zwangerschap (tot 6 maanden na de laatste injectie) - certolizumab
(tot 3 maanden na stoppen) certolizumab passeert niet de placenta (levende verzwakte
vaccins mogen worden gebruikt) - etanercept (tot 1 maand na
stoppen) ook voor zuigelingen bij gebruik door moeder
tijdens zwangerschap (tot 4 maanden na de laatste
injectie) - infliximab (tot 3 maanden na stoppen)
ook voor zuigelingen bij gebruik door moeder tijdens
zwangerschap (tot 12 maanden na de laatste injectie,
tenzij spiegel bij baby 0 is) of tijdens borstvoeding
(tenzij spiegel bij baby 0 is). - dupilumab (tot
3 maanden na stoppen; zie kanttekening) |
Levende verzwakte vaccins bij dupilumabDe
aanbeveling om geen levende verzwakte vaccins te gebruiken kan een dilemma
opleveren bij
dupilumab, omdat dat
al vanaf 6 maanden kan worden gegeven en de
kinderen een BMR moeten krijgen op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar. Een optie is om het
tijdelijk te stoppen, het vaccin te geven na 12 weken, en het weer te
hervatten na 4 weken. Het 2e BMR-vaccin kan ook eerder worden toegediend,
vanaf 16 maanden al, bij voorkeur 4 weken vóór start van dupilumab. Er zijn inmiddels ook al kinderen gevaccineerd met BMR
terwijl ze dupilumab gebruikten, zonder dat er problemen optraden.
Waarschijnlijk kan ook gewoon veilig worden gevaccineerd, maar omdat er nog
onvoldoende gegevens over bekend zijn staat in de
SPC tekst van dupilumab dat er geen levende verzwakte vaccins mogen
worden gebruikt. Ook dit standpunt is in beweging omdat er geen aanwijzingen
zijn dat er complicaties kunnen optreden tijdens gebruik van dupilumab.
Bij zwangeren die dupilumab hebben gebruikt wordt geadviseerd om de baby
niet te vaccineren met levende verzwakte vaccins binnen 3 maanden na de
laatste blootstelling aan dupilumab. Als dit advies wordt gevolgd heeft het
consequenties voor de vaccinatie tegen Rotavirus. Sinds 1-1-2024 is het
Rotavirusvaccin toegevoegd aan het RVP (op 6-9 weken en op 3 maanden). Overleg met de kinderarts. In de recentste EAACI richtlijn voor gebruik van
dupilumab bij kinderen wordt geadviseerd om gewoon te vaccineren en het te
melden indien er bijwerkingen ontstaan.
Referenties
1. |
Farmacotherapeutisch Kompas. |
2. |
Martinez-Cabriales SA, Kirchhof MG,
Constantinescu CM, Murguia-Favela L, Ramien ML. Recommendations
for Vaccination in Children with Atopic Dermatitis Treated with
Dupilumab: A Consensus Meeting, 2020. Am J Clin Dermatol 2021
Jul;22(4):443-455. |
3. |
Siegfried EC, Lara Wine Lee L, Jonathan M Spergel
JM, Sumeet Uppal S, Anna Coleman A, Brad Shumel B, Randy Prescilla
R, Ashish Bansal A, Sonya L Cyr SL. 342 A case series of live
attenuated vaccine administration in dupilumab-treated children
with atopic dermatitis.
British Journal of Dermatology 2023;188:Supplement 2: 342. |
4. |
Agache I, Akdis CA, Akdis M, Brockow K,
Chivato T, Del Giacco S, Eiwegger T, Eyerich K, Giménez-Arnau A,
Gutermuth J, Guttman-Yassky E, Maurer M, Ogg G, Ong PY, O'Mahony
L, Schwarze J, Warner A, Werfel T, Palomares O, Jutel M. EAACI
Biologicals Guidelines-dupilumab for children and adults with
moderate-to-severe atopic dermatitis. Allergy
2021;76(4):988-1009.
PDF |
5. |
RIVM richtlijn vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen. |
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.