Livedoid vasculopathie (synoniemen: livedoid vasculitis,
livedo reticularis vasculitis, summer ulceration,
hyalinizing vasculitis) is een relatief zeldzame vorm van
occlusieve
vasculopathie die vooral bij vrouwen voorkomt (ca 70%), meestal
bilateraal aan de enkels en voeten en waarbij ulceraties ontstaan in een gebied
met grillige reticulaire livide verkleuringen (livedo reticularis). Het verergert
in de zomer, bij warm weer. Vaak ontstaan als gevolg van de occlusie ook atrofie
blanche-achtige littekens. Livedoid vasculopathie ontstaat door fibrine trombi
in de microcirculatie, meestal op basis van
hypercoagulabiliteit.
Sinds dit bekend is geworden, is de naam veranderd van livedo reticularis vasculitis
in livedoid vasculopathy.
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-1z.jpg) |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-2z.jpg) |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-3z.jpg) |
livedoid
vasculopathie |
livedoid
vasculopathie |
livedoid
vasculopathie |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-4z.jpg) |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-5z.jpg) |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-6z.jpg) |
livedoid
vasculopathie |
livedoid
vasculopathie |
livedoid
vasculopathie |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-7z.jpg) |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-8z.jpg) |
![Livedoid vasculopathie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Livedoid vasculopathie](../../../afbeeldingen/livedoid-vasculitis-9z.jpg) |
livedoid
vasculopathie |
livedoid
vasculopathie |
livedoid
vasculopathie |
Klinisch beeld:Grillige reticulaire livide (paarse)
verkleuringen rond de enkels en soms op de voorvoet, met daarin ulceraties.
Kan ook hoger op het been voorkomen. Vooral in de zomer. Kan erg pijnlijk zijn.
De vaatafsluitingen kunnen porselein-achtige witte atrofische laesie achterlaten
(
LV-atrofie blanche genoemd), lijkend op de klassieke
atrofie blanche bij veneuze insufficiëntie,
hoewel daar ook gedilateerde capillairen in aanwezig zijn. Dit soort atrofie
komt ook voor bij de ziekte van Degos (
malignant
atrophic papulosis).
DD:
vasculitis, polyarteritis nodosa, periarteritis
nodosa,
antifosfolipidensyndroom,
cryoglobulinemie, hypercholesterolemie,
calciphylaxis,
atypische calciphylaxis,
hyperviscositeit van het bloed (
paraproteïnemie,
polycythemia vera, thrombocytose),
livedo reticularis,
Raynaud fenomeen, SLE,
chilblain lupus,
perniosis,
sclerodermie,
acrocyanose, veneuze insufficiëntie,
arteriële insufficiëntie, huidinfarct bij diabetes,
malignant atrophic papulosis,
lichen sclerosus, Felty syndroom, Klinefelter
syndroom.
Diagnostiek:Een biopt is nodig om de intramurale
thrombi aan te tonen en vasculitis en andere oorzaken van occlusieve vasculopathie
uit te sluiten. Verder screenend onderzoek op
trombofilie. De meest voorkomende
oorzaken zijn anticardiolipine, lupus anticoagulans, anti-beta2-glycoproteïne
(IgG en IgM), factor V Leiden mutatie, proteïne C deficiëntie, proteïne S deficiëntie,
maar ook zeldzamere stollingsafwijkingen zoals protrombine G20210A mutatie,
hyperhomocysteïnemie (niet in het routine trombofiliepakket en niet eenvoudig
te bepalen), verhoogde plasminogen activator inhibitor (PAI-1) activiteit, SPS-III
(sticky platelets syndrome type III), lipoproteine a en andere. Als op het klinisch
beeld en het biopt de diagnose livedoid vasculopathie wordt gesteld dan is een
consult stollingsarts raadzaam, eventueel verwijzen naaar een centrum waarbij
ook de zeldzamere oorzaken kunnen worden gediagnosticeerd. Zonodig uitsluiten
van veneuze insufficiëntie, of arteriële insufficiëntie. In risicogroepen onderzoek
naar calciphylaxis, hypercholesterolemie, cryoglublinemie. Op indicatie aanvullend
onderzoek naar vasculitis of systeemziekten.
PA:
Fibrine trombi in venulen en capillairen, gering perivasculair lymfocytair
ontstekingsinfiltraat, geen uitgesproken vasculitis kenmerken. Erytrocyten extravasatie,
oedeem, spongiose en necrose epidermis, fibrose.
Therapie:
De therapie is gericht op het voorkomen van stolling d.m.v. plaatjesremmers,
anticoagulantia of fibrinolytica. Daarnaast worden ook anti-inflammatoire therapieën
genoemd; dit is vanuit de oude gedachte dat het om een vascultis gaat, maar
desondanks bestaat de indruk dat ontstekingsremmers wel bijdragen aan de genezing.
Waarschijnlijk omdat stolling en inflammatie elkaar wederzijds negatief beïnvloeden.
In en rond geoccludeerde vaatjes ontstaat een ontstekingsproces en omgekeerd
kan ontsteking een trigger voor stolling zijn. Daarnaast wordt schade aan de
epidermis door het ontstekingsinfiltraat geremd. Grote studies of RCT's zijn
er niet (wel ongoing trials rivaroxaban), vanwege de zeldzaamheid van de aandoening.
Bij veel pijn en/of uitgebreide ulceratie is er een indicatie voor hyperbare
zuurstoftherapie.
Antistolling: R/ Xarelto
(rivaroxaban) 1 dd 20 mg (range 1 dd 10-20 mg).
R/ Ascal (acetylsalicylzuur
cardio) 1 dd 80 mg.
R/ analgetica (NSAID’s).
R/ Trental (pentoxifylline)
3 dd 400 mg.
R/ Persantin (dipyridamol) 3-4 dd 75 mg.
R/ fraxiparine 1-2
dd 2850 IE.
R/ acenocoumarol tab 1 mg op geleide van de INR (via trombosedienst).
R/ Actilyse (alteplase), recombinant weefselplasminogeen activator (in overleg
stollingsarts).
Anti-inflammatoir:R/ Dermovate
(clobetasol) crème of zalf.
R/ prednison 1 dd 30-40 mg.
R/ Neoral (ciclosporine)
2 dd 100 mg (3-5 mg/kg per dag).
R/ Cellcept (mycofenolaat mofetil) 2 dd
500-1000 mg of Myfortic (mycofenolzuur) 2 dd 360-720 mg.
R/ Dapson (diafenylsulfon)
1 dd 100 mg.
R/ sulfasalazine 2-3 dd 1000 mg, langzaam opbouwen vanaf 1 dd
500 mg.
R/ intraveneuze Immunoglobulinen (
IvIg)
2 g/kg verdeeld over 2-5 dagen, 1 keer per 4 weken. Voor een periode van 3-6
maanden. Aanvullende therapie bij varianten met necrose van de huid die niet
voldoende reageren op standaard therapie met antistolling.
Diversen:R/ Adalat (nifedipine) 3 dd 20 mg.
R/ Stromba
(stanozolol) 2 dd 5 mg of danazol 1 dd 200 mg. Stanozolol is in Nederland niet
meer verkrijgbaar.
Wondbehandeling:R/ pijnstilling,
hoog.
R/ conventionele
wondbedekkers. Duoderm
(
hydrocolloidverband)
kan de pijn verlichten.
R/ bestrijden van secundaire infecties (EUSOL, antibiotica).
R/ hyperbare zuurstof therapie.
Referenties
1. |
Feldaker M, Hines EA Jr, Kierland RR. Livedo
reticularis with summer ulcerations. AMA Arch Derm 1955;72(1):31-42. |
2. |
Callen JP. Livedoid vasculopathy: what it
is and how the patient should be evaluated and treated. Arch Dermatol
2006;142(11):1481-1482. |
3. |
Yong AA, Tan AW, Giam YC, Tang MB. Livedoid
vasculopathy and its association with factor V Leiden mutation.
Singapore Med J 2012;53:e258-260. |
4. |
Baccard M, Vignon-Pennamen MD, Janier M,
Scrobohaci ML, Dubertret L. Livedo vasculitis with protein C system
deficiency. Arch Dermatol 1992;128(10):1410-1411. |
5. |
Deng A, Gocke CD, Hess J, Heyman M, Paltiel
M, Gaspari A. Livedoid vasculopathy associated with plasminogen
activator inhibitor-1 promoter homozygosity (4G/4G) treated successfully
with tissue plasminogen activator. Arch Dermatol 2006;142(11):1466-1469. |
6. |
Meiss F, Marsch WC, Fischer M. Livedoid vasculopathy.
The role of hyperhomocysteinemia and its simple therapeutic consequences.
Eur J Dermatol 2006;16(2):159-162. |
7. |
Irani-Hakime NA, Stephan F,
Kreidy R, Jureidini I, Almawi WY. Livedoid vasculopathy associated
with combined prothrombin G20210A and factor V (Leiden) heterozygosity
and MTHFR C677T homozygosity. J Thromb Thrombolysis 2008;26(1):31-34. |
8. |
Sams WM Jr. Livedo vasculitis. Therapy with
pentoxifylline. Arch Dermatol 1988;124(5):684-687. |
9. |
Hairston BR, Davis MD, Gibson LE, Drage LA.
Treatment of livedoid vasculopathy with low-molecular-weight heparin:
report of 2 cases. Arch Dermatol 2003;139(8):987-990. |
10. |
Juan WH, Chan YS, Lee JC, Yang LC, Hong HS,
Yang CH. Livedoid vasculopathy: long-term follow-up results following
hyperbaric oxygen therapy. Br J Dermatol 2006;154(2):251-255. |
11. |
Kavala M, Kocaturk E, Zindanci I, Turkoglu
Z, Altintas S. A case of livedoid vasculopathy associated with factor
V Leiden mutation: successful treatment with oral warfarin. J Dermatolog
Treat 2008;19(2):121-123. |
12. |
Winchester DS, Drage LA, Davis MD. Response
of Livedoid Vasculopathy to Rivaroxaban. Br J Dermatol 2015;172(4):1148-1150. |
13. |
Monshi B, Posch C, Vujic I, Sesti A, Sobotka
S, Rappersberger K. Efficacy of intravenous immunoglobulins in livedoid
vasculopathy:long-term follow-up of 11 patients. J Am Acad Dermatol
2014;71(4):738-744. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.