Mycosis fungoides is een oude maar internationaal
nog veel gebruikte naam voor de meest voorkomende variant van het
cutane T-cel lymfoom. Zie voor een overzicht van de verschillende
T-cel en B-cel lymfomen onder
cutane lymfomen.
Van de cutane T-cel lymfomen is 54-72% mycosis fungoides (MF) of Sézary syndroom
(SS). De incidentie van MF en SS samen is circa 0.3-1.0 per 100.000 inwoners
per jaar. Het komt vooral op oudere leeftijd voor (55-60 jaar). Mycosis fungoides
kan 3 klinische stadia doorlopen:
eczemateus (erythemato-squameuze,
soms wat atrofische plekken, frequent in zwembroekgebied), meer geïnfiltreerde
rode tot roodbruine, soms guirlande of hoefijzervormige
plaques
en tenslotte
tumoren, die kunnen ulcereren. Er kan
transformatie naar een grootcellig T-cel lymfoom en/of uitbreiding naar extracutane
lokalisaties (perifere lymfklieren, viscerale organen) optreden. De kans daarop
varieert van circa 2% bij stadium IA (T1, beperkte patches en plaques) tot circa
40% bij stadium IIB (T3, tumoren). Mycosis fungoides kan beginnen als vage eczeemachtige
plekken waarop klinisch en histologisch geen diagnose is te stellen. Het kan
jaren duren (10 jaar of langer) voordat duidelijk wordt dat een dermatitis vanaf
het begin mycosis fungoides was. Mycosis fungoides kan ook overgaan in een
erytrodermie.
![Mycosis fungoides, eczemateuze stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, eczemateuze stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-eczemateus-1z.jpg) |
![Mycosis fungoides, eczemateuze stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, eczemateuze stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-eczemateus-2z.jpg) |
![Mycosis fungoides, eczemateuze stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, eczemateuze stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-eczemateus-3z.jpg) |
eczemateuze
MF |
eczemateuze
MF |
eczemateuze
MF |
![Mycosis fungoides, plaques stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, plaques stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-plaques-1z.jpg) |
![Mycosis fungoides, plaques stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, plaques stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-plaques-2z.jpg) |
![Mycosis fungoides, plaques stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, plaques stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-plaques-3z.jpg) |
plaque
stadium MF |
plaque
stadium MF |
plaque
stadium MF |
![Mycosis fungoides, tumor stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, tumor stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-tumoren-1z.jpg) |
![Mycosis fungoides, tumor stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, tumor stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-tumoren-2z.jpg) |
![Mycosis fungoides, tumor stadium (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, tumor stadium](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-tumoren-3z.jpg) |
tumor
stadium MF |
tumor
stadium MF |
tumor
stadium MF |
![Mycosis fungoides, erytrodermie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, erytrodermie](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-erytrodermie-1z.jpg) |
![Mycosis fungoides, gehypopigmenteerd (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Mycosis fungoides, gehypopigmenteerd](../../../afbeeldingen/mycosis-fungoides-hypopigmentatie-1z.jpg) |
![Folliculair lymfoom (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Folliculair lymfoom](../../../afbeeldingen/folliculair-lymfoom-3z.jpg) |
erytrodermische
MF |
gehypopigmenteerde
MF |
folliculotrope
MF |
Naast de klassieke MF bestaan er meerdere klinische varianten, zoals
erytrodermische, gehypopigmenteerde, gehyperpigmenteerde, bulleuze / vesiculeuze,
poikiloderma type,
folliculotrope, syringotrope, granulomateuze,
granulomatous slack skin (GSS) type,
pagetoide
reticulosis (Woringer-Kolopp) type, en symptoomloze MF. De meeste
van die klinische subtypen gedragen zich hetzelfde als de klassieke MF en worden
niet apart geclassicifeerd in de WHO-EORTC classification.
Folliculotrope MF
wordt wel apart geclassificeerd, net als
pagetoide reticulosis
en
granulomatous slack skin
(GSS), omdat deze varianten een ander klinisch beloop en prognose hebben dan
de klassieke MF. Circa 10% van de MF is folliculotroop. Granulomatous slack
skin en pagetoide reticulosis zijn zeer zeldzaam. Mycosis fungoides is een vorm
van cutaan T-cel lymfoom (CTCL) met meestal een gunstig verloop. Er bestaan
ook agressieve varianten van het CTCL met een slechte prognose, zie onderstaande
tabel:
Cutaan T-cel lymfoom, gunstig beloop |
Cutaan T-cel lymfoom, agressieve varianten: |
Mycosis fungoides (MF) MF varianten:
- Folliculotrope
MF -
Pagetoïde
reticulosis -
Granulomatous slack
skin Primary cutaneous anaplastic large cell lymphoma
Lymphomatoïde papulosis Subcutaneous panniculitis-like T-cell
lymphoma Primary cutaneous CD4+ small ⁄ medium pleomorphic T-cell
lymphoma |
Sézary syndrome Primary cutaneous NK ⁄ T-cell lymphoma, nasal
type Primary cutaneous peripheral T-cell lymphoma, unspecified
Adult T-cell leukemia ⁄ lymphoma Primary cutaneous aggressive
CD8+ T-cell lymphoma Primary cutaneous γ/δ T-cell lymphoma
Zie ook onder
cutane
lymfomen |
PA:Histologisch ziet men atypische CD4-positieve
T-cellen met hyperchromatische en sterk geïndenteerde (cerebriforme) kernen
in de epidermis (epidermotropie). Zie onderstaande voorbeelden (klik op de thumbnails
om in te zoomen).
![Histologie mycosis fungoides (klik op foto voor vergroting) [bron: Kevin Kwee / Afdeling Pathologie MUMC] Histologie mycosis fungoides](../../../pacoupes/thumbnails/mycosis-fungoides-1.jpg) |
![Histologie mycosis fungoides CD5 kleuring (klik op foto voor vergroting) [bron: Kevin Kwee / Afdeling Pathologie MUMC] Histologie mycosis fungoides CD5 kleuring](../../../pacoupes/thumbnails/mycosis-fungoides-1-CD5.jpg) |
![Histologie mycosis fungoides (klik op foto voor vergroting) [bron: Kevin Kwee / Afdeling Pathologie MUMC] Histologie mycosis fungoides](../../../pacoupes/thumbnails/mycosis-fungoides-2.jpg) |
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
ingescande coupe (zoom) |
Stagering:Mycosis fungoides wordt op basis van
het TNM classificatie systeem, met als toevoeging de B voor betrokkenheid van
het bloed ingedeeld in
early stage mycosis fungoides
(stadium IA, IB, en IIA), en
advanced stage mycosis fungoides
(stadium IIB, IIIA, IIIB, IVA en IVB). Zie onderstaande tabel.
Stagerings schema mycosis fungoides: |
Stadium |
T (huid) |
N (lymfklieren) |
M (metastasen) |
B (bloed) |
IA |
T1 eczematoïde lesies (patches) of plaques op minder dan 10%
van het lichaamsoppervlak T1a alleen eczematoïde lesies T1b
alleen plaques |
N0 geen vergrote lymfklieren of histologisch MF in lymfklier
N0a klonaliteit negatief N0b klonaliteit positief |
M0 geen viscerale betrokkenheid |
B0 geen of minder dan 5% circulerende Sézary cellen B0a klonaliteit
negatief B0b klonaliteit positief B1 meer dan 5% circulerende
Sézary cellen B1a klonaliteit negatief B1b klonaliteit positief |
IB |
T2 eczematoïde lesies (patches) of plaques op meer dan 10% van
het lichaamsoppervlak T2a alleen eczematoïde lesies T2b alleen
plaques |
N0 |
M0 |
B0 / B1 |
IIA |
T1 / T2 |
N1 vergrote lymfklieren, histologisch geen aanwijzing voor MF
(dermatopathische klieren) N1a klonaliteit negatief N1b klonaliteit
positief N2 vergrote lymfklieren, histologisch aanwijzing voor
MF, cerebriforme nuclei > 7.5 μm, normale architectuur
N2a klonaliteit negatief N2b klonaliteit positief |
M0 |
B0 / B1 |
IIB |
T3 tumoren > 1 cm met diepe infiltratie |
N0 / N1 / N2 |
M0 |
B0 / B1 |
IIIA |
T4 erytrodermie, > 80% van het lichaamsoppervlak |
N0 / N1 / N2 |
M0 |
B0 |
IIIB |
T4 erytrodermie |
N0 / N1 / N2 |
M0 |
B1 |
IVA1 |
T1 / T2 / T3 / T4 |
N0 / N1 / N2 |
M0 |
B2 > 1000 / μl circulerende atypische cellen (Sézary cellen) |
IVA2 |
T1 / T2 / T3 / T4 |
N3 vergrote lymfklieren, histologisch aanwijzing voor MF, verstoring
van de normale architectuur |
M0 |
B0 / B1 / B2 |
IVB |
T1 / T2 / T3 / T4 |
N0 / N1 / N2 / N3 |
M1 viscerale betrokkenheid (metastasen) |
B0 / B1 / B2 |
Diagnostiek:- Fotografisch vastleggen van de afwijkingen.
- Biopt. Liefst twee 4 mm biopten uit een geïndureerd gebied (nates vaak geschikt).
Voor HE, immunohistochemische kleuringen, fenotypering van het infiltraat, en
klonaliteitsonderzoek (PCR, T-cel receptor DNA-rearrangement).
- Lichamelijk
onderzoek (beschrijving van het klinische type (erythematosquameuze laesies,
plaques of tumoren), grootte en aantal van de laesies, inschatten percentage
van het lichaamsoppervlak, lymfadenopathie, hepatosplenomegalie, oedeem, etc.).
- Lymfklieren: indien vergrote lymfklier aanwezig dan excisie (geen punctie)
voor histologisch onderzoek. De klier vers naar PA sturen, niet in formaline
zodat de patholoog de klier kan opsnijden en verdelen in wat nodig is (formaline,
vriescoupes, DNA-rearrangement).
- Afbeeldend onderzoek: X-thorax (vraagstelling:
noduli of infiltraten in longparenchym, pleura-exsudaat, mediastinale of hilaire
klieren?), Echo lymfklierstations oksels en liezen (vraagstelling: pathogeen
vergrote lymfklieren?), CT-scan abdomen (facultatief bij vroege MF), PET-CT
scan (positron emission tomography (PET)-computer tomography (CT) bij verdenking
op advanced MF.
- Bloed onderzoek: Leukocyten, Leukocytendifferentiatie,
trombocyten, BSE, Hb. Immunofenotypering (CD3, CD4, CD8, CD20, kappa, lambda,
CD4/CD8 ratio). Klonaliteits onderzoek (PCR, TCR gen rearrangement onderzoek).
Na, K, Ca, ALAT, ASAT, LDH, alk fosfatase, G-GT), kreat, totaal eiwit, eiwitspectrum.
Sézary cellen in het perifere bloed (5 ml EDTA insturen naar speciële hematologie),
na lysis v.d. erytrocyten worden met monoclonalen gelabelde lymfocyten inclusief
Sézarycellen geteld in de FACS.
- Beenmerg (crista biopsie): alleen bij morfologische
afwijkingen in het perifere bloed.
Therapie:
De behandelingen voor mycosis fungoides worden vaak onderverdeeld in
lokale therapie (
uitwendige therapieën, skin directed
therapies), waartoe ook de lichttherapie behoort, en
systemische therapie.
Lokale therapieën (skin
directed therapies):Uitwendige therapieën worden vooral toegepast
bij
early stage mycosis fungoides (stadium IA, IB,
en IIA), maar kunnen ook bij
advanced stage mycosis fungoides
(stadium IIB, IIIA, IIIB, IVA en IVB) worden toegepast om de symptomen te verlichten.
Ze kunnen dus in elk stadium worden gebruikt, maar zijn minder geschikt als
het aangedane oppervlak erg groot is, of als de patiënt niet in staat is om
alles zelf in te smeren, of om in een lichtcabine te gaan staan 2-3 keer per
week. Daarnaast zijn niet alle lokale therapieën in elk land beschikbaar.
Lokale corticosteroïdenLokale corticosteroïden klasse
III-IV zijn effectief bij mycosis fungoides. De steroïden verminderen symptomen
zoals roodheid, schilfering, zwelling, jeuk en het T-cel infiltraat in de huid
neemt af maar het heeft geen blijvend effect, de klonale T-cel populatie zal
altijd weer terugkeren in de epidermis omdat lymfocyten geprogrammeerd zijn
om daar naar toe te gaan (epidermotropisme). Langdurig gebruik is nodig en daar
zijn bijwerkingen aan verbonden zoals atrofie, striae, en bij grote oppervlakten
ook bijnierschors insufficiëntie. De overall response rate is 94% in stadium
IA en 82% in stadium IB.
Imiquimod en resiquimod
Imiquimod (Aldara) is een toll-like receptor-7 (TLR)
agonist met antivirale en anti-tumor eigenschappen. Aanbrengen op de huid induceert
een lokaal verhoogde productie van interferon alfa, TNF alfa, IL-1 en IL-6 en
ook apoptosis en celdood van tumorcellen. In case series is een positief effect
(overall response rate 80%) beschreven bij MF stadium IA-IIB. Er kunnen forse
bijwerkingen ontstaan, vooral lokale reacties (erytheem, irritatie, jeuk, pijn,
ulceratie) maar ook griepachtige verschijnselen, vooral in de eerste weken.
En bij een groot oppervlak is het niet praktisch en vrij kostbaar.
Resiquimod (0.03% en 0.06% gel, Galderma) is een krachtige
TLR-7 en TLR-8 agonist en induceert de productie van IFN-a, IL-12, en IL-15.
Het product bevindt zich nog in de fase van klinische trials.
Stikstof mosterd preparatenMechlorethamine
(nitrogenmustard) applicatievloeistof, lotion of gel is een lokaal preparaat
dat al sinds de jaren 50 wordt gebruikt, met name bij early stage mycosis fungoides
(stadium IA, IB, en IIA). De overall response rate is circa 58%. Mechlorethamine
is een cytotoxische alkylerende stof die rechtstreeks celdood (apoptosis) van
maligne lymfocyten veroorzaakt. De applicatievloeistof is zelf te maken door
10 mg stikstofmosterd op te lossen in 40-60 ml kraanwater. Hiermee wordt de
gehele huid m.b.v. een gaasje en handschoenen, of een kwast behandeld. De apotheek
kan een magistrale zalfbereiding maken (10 mg Mustine HCl, 1 ml abs alcohol,
90 gr eucerine anhydricum). Voorheen was de grondstof
mechlorethamine(Mustargen, ampul à 10 mg) erg goedkoop, maar inmiddels heeft
de fabrikant de prijs vertienvoudigd. In Nederland is een commercieel preparaat beschikbaar,
Ledaga gel (chloormethine hydrochloride 160 μg/g),
dat echter extreem duur is (408 euro per 15 g). In de VS is ook een commercieel
preparaat beschikbaar, 0.02% mechlorethamine gel (
Valchlor),
dat door de FDA is goedgekeurd voor stadium IA, IB en IIA mycosis fungoides.
In de VS is de prijs van 60 g Valchlor gel circa 5.500 dollar. Het nadeel van de stikstofmosterd preparaten is dat ze vaak irritatie en contactallergie
veroorzaken. Dit kan wel weer worden teruggebracht door het te combineren met
corticosteroïden. Ook bij het personeel dat het aanbrengt kan contacteczeem
ontstaan. In sommige landen wordt ook nog
carmustine
oplossing (2 mg/ml, maximaal 60 mg per dag) gebruikt bij stadium IA en IB MF.
Carmustine (bis-chloroethyl-nitrosourea; BCNU) is ook een alkylerend celdodend
preparaat. Ook carmustine veroorzaakt irritatie en contacteczeem en bij gebruik
op grote oppervlakten kan ook beenmergdepressie optreden.
Lokale retinoïdenBexaroteen
is een retinoïd X receptor agonist. Het is niet precies bekend hoe het werkt,
maar het induceert apoptose in atypische lymfocyten. Bexarotene 1% gel (
Targretin
gel) is door de FDA goedgekeurd voor stadium IA en IB mycosis
fungoides. In Nederland is de gel niet geregistreerd. Bexarotene gel moet in
de eerste week om de dag worden aangebracht, daarna elke dag, en vervolgens
geleidelijk ophogen tot 4 x per dag. Bexaroteen (Targretin) wordt ook systemisch
toegepast bij cutaan T-cel lymfoom. De overall response rate van bexarotene
gel in stadium IA-IIA MF was 63%.
Tazarotene bindt
aan de retinoic acid receptors (RAR)-b en RAR-g en heeft anti-inflammatoire
en anti-proliferatieve effecten. In kleine studies is effect beschreven van
tazarotene 0.1% crème of gel om de dag aangebracht in de eerste 2 weken en daarna
elke dag gedurende 6 maanden. Tazarotene 0.1% crème is in Nederland niet geregistreerd.
Het kan wel worden gemaakt als magistrale bereiding, of besteld in het buitenland
(
Tazorac crème (tazarotene 0.1%), tube à 30 g).
Lichttherapie (fototherapie)Lichttherapie met
UVB of
PUVA 2-3 keer per
week is een belangrijke behandeling voor mycosis fungoides. Het wordt toegepast
als monotherapie bij early stage mycosis fungoides (stadium IA, IB, en IIA),
en in combinatie met systemische therapie ook bij advanced stage mycosis fungoides
(stadium IIB, IIIA, IIIB, IVA en IVB).
PUVA therapie werkt iets beter dan UVB-therapie.
PUVA dringt dieper door in de huid dan UVB en is daarom geschikter bij patiënten
met dikkere laesies (plaque stadium MF), donkere huid, of folliculotrope MF.
Het is minder geschikt voor tumorstadium MF. Het nadeel van PUVA is dat er psoralenen
moeten worden ingenomen van te voren. Deze kunnen misselijkheid en andere maagdarmklachten
veroorzaken. En de huid blijft nog lang gevoelig voor zonlicht, dus naar buiten
zonder zonbescherming kan niet op behandeldagen. Verder zijn de psoralenen steeds
moeilijker te verkrijgen. De producenten zijn om commerciële redenen gestopt
met levering aan Nederland, daarom is er nu geen 8-methoxypsoraleen meer geregistreerd
in Nederland. Hierdoor zijn er ook problemen met de vergoeding ontstaan. Vergoeding
moet worden aangevraagd bij de zorgverzekeraar, en 8-methoxypsoraleen moet worden
geïmporteerd uit het buitenland door de apotheek, die daarvoor een
artsenverklaring nodig heeft. Er kan uit Duitsland Meladinine (8-methoxypsoraleen,
8-MOP) worden geïmporteerd (Galderma Duitsland), of uit België Mopsoralen (methoxsaleen
10 mg) tabletten (Kela Pharma België).
R/ Meladinine
(8-methoxypsoraleen (8-MOP)) 2 uur voor de UV-A-belichting toedienen. De
dosering is 0.6 mg/kg. Bij lichaamsgewicht 30-50 kg: 20 mg; 51-65 kg: 30 mg;
66-80 kg: 40 mg; 81-90 kg: 50 mg.
Lichttherapie wordt 2 of 3 keer
per week gegeven in opklimmende doseringen, afgestemd op het huidtype. Bij MF
wordt er doorgegaan totdat er klinisch resultaat (100% remissie) optreedt. Dit
kan langer duren (2-4 maanden) dan bij lichttherapie voor atopisch eczeem of
psoriasis. Het advies is om na deze clearance phase vervolgens niet meteen te
stoppen maar nog 1-3 maanden door te gaan in dezelfde frequentie en dosis (consolidation
phase). Om een zo groot mogelijk gedeelte van de maligne T-lymfocyten uit te
schakelen. Daarna is het advies om door te gaan in een lagere frequentie, bijvoorbeeld
1 keer per week, als onderhouds fase (maintenance phase). Lichttherapie kan
goed worden gecombineerd met retinoïden (bexaroteen) en met interferon alfa
2a.
Onderstaande belichtings-schema's komen uit Olsen EA, et al. Guidelines for phototherapy of mycosis
fungoides and Sézary syndrome: A consensus statement of the United
States Cutaneous Lymphoma Consortium. J Am Acad Dermatol 2016;74(1):27-58.
In Nederlandse centra circuleren ook andere schema's, die al lang gebruikt
worden maar waarvan de bron niet duidelijk is: zie
PUVA therapie
belichtingsschema en
UVB therapie belichtingsschema.
Schema voor PUVA therapie bij mycosis fungoides: |
Huidtype |
startdosis (J/cm2) |
ophogen (J/cm2) |
I |
0.5 |
0.5 |
II |
1.0 |
0.5 |
III |
1.5 |
1.0 |
IV |
2.0 |
1.0 |
V |
2.5 |
1.5 |
VI |
3.0 |
1.5 |
Schema voor UVB therapie bij mycosis fungoides:
|
Huidtype |
startdosis (mJ/cm2) |
ophogen (mJ/cm2) |
I |
130 |
15 |
II |
220 |
25 |
III |
260 |
40 |
IV |
330 |
45 |
V |
350 |
60 |
VI |
400 |
65 |
Onderhoudsfase (Maintenance phase) bij mycosis
fungoides: |
|
UVB |
PUVA |
behandelfrequentie |
weken |
dosis t.o.v. laatste dosis |
weken |
dosis t.o.v. laatste dosis |
2 x per week |
4-8 |
zelfde |
4-8 |
zelfde |
1 x per week |
4-8 |
zelfde |
4-8 |
zelfde |
1 x per 10 dagen |
4-8 |
zelfde |
4-8 |
zelfde |
elke 2 weken |
4-8 |
25% reductie |
4-8 |
zelfde |
elke 3 weken |
|
50% reductie |
4-8 |
zelfde |
elke 4 weken |
|
|
4-8 |
zelfde |
Er kunnen contra-indicaties zijn voor lichttherapie, zoals fotosensitieve
aandoeningen, gebruik van fototoxische of fotoallergische medicatie, claustrofobie,
zwangerschap en lactatie (alleen bij PUVA-therapie). Een voorgeschiedenis van
melanoom of multipele non-melanoma skin cancers is een relatieve contra-indicatie.
Bijwerkingen zijn verbranding, jeuk, ontwikkeling van PUVA lentigines, zonschade
aan de huid (photo-aging, actinische schade, vooral bij PUVA therapie) en bij
langdurige toepassing het ontstaan van huidkanker en voorstadia daarvan.
In case reports zijn ook nog andere varianten van ‘lichttherapie’ bij mycosis
fungoides beschreven: Excimer laser (monochromatic excimer light (308 nm)) voor
gelokaliseerde MF, UVA1-fototherapie, en PDT (PhotoDynamic Therapy).
RadiotherapieTwee soorten radiotherapie worden gebruikt
bij mycosis fungoides:
conventionele radiotherapie
en
electron beam therapie. Conventionele radiotherapie
kan worden gebruikt bij MF gelokaliseerd in een beperkt gebied, en kan dan curatief
zijn. Radiotherapie in doses van of 8-12 Gy, soms hoger, worden ook palliatief
gebruikt, voor het bestralen van bepaalde gebieden, bijvoorbeeld tumoren, of
handen en voeten. Electron beam therapie is een goede behandeling voor MF, met
name de behandeling waarbij het gehele lichaam wordt bestraald (total skin electron
beam therapy (TSEBT)). Moderne bestralingsapparatuur heeft software waarmee
het gehele lichaamsoppervlak gelijkmatig kan worden bestraald. Hierbij worden
doseringen tot 36 Gy gebruikt. Er wordt ook geëxperimenteerd met lagere doses
(10-12 Gy). De bijwerkingen van radiotherapie hangen af van de gebruikte dosis
en zijn erytheem, oedeem, ontvellingen, ulceraties, alopecia, en nageldystrofie.
Een andere techniek, met conventionele radiotherapie, is de total skin helical
tomotherapy (TSHT). Hierbij wordt een patiënt liggend op bed van alle kanten
bestraald met doseringen tot 12 Gy.
Systemische therapie:
Systemische medicatie wordt vooral ingezet bij
advanced stage mycosis
fungoides (stadium IIB, IIIA, IIIB, IVA en IVB), maar soms ook
bij early stage mycosis fungoides die onvoldoende reageert op uitwendige therapie.
Systemische en uitwendige therapieën kunnen ook worden gecombineerd.
MethotrexaatMethotrexaat (MTX)
in dosering van 5-25 mg kan worden toegepast bij MF, als monotherapie of in
combinatie met bexarotene of interferon alfa 2a. Er is weinig onderzoek gedaan
naar MTX. Er zijn overall response rates beschreven van 33% bij T2 (IB, patches
of plaques op meer dan 10% van het lichaamsoppervlak), en 58% bij T4 (IIIA en
IIIB, erytrodermie).
BexaroteneBexaroteen
(
Targretin) is geregistreerd voor advanced stage mycosis
fungoides en kan worden voorgeschreven als minimaal 1 andere systemische therapie
niet werkzaam was. De overall response rate is 45%. De begindosering is 1 dd
300 mg/m² lichaamsoppervlak. Bij tekenen van toxiciteit wordt de dosis verminderd
tot 1 dd 200 of 100 mg/m². Een gemiddeld volwassen persoon met een oppervlak
van 1.8 m² heeft 7 capsules van 75 mg nodig, de prijs daarvan is circa 2600
euro per maand.
Neotigason (
acitretine),
een ander retinoïd is waarschijnlijk ook werkzaam, maar daar zijn weinig studies
mee uitgevoerd en het is niet geregistreerd voor MF. Een studie uit 2013 rapporteert
een overall response rate van 59% voor acitretine (1 dd 25 mg). De prijs daarvan
is circa 68 euro per maand. Retinoïden kunnen goed worden gecombineerd met PUVA
therapie (Re-PUVA).
InterferonSinds 1984 is bekend
dat
interferon effectief is bij mycosis fungoides
en Sezary syndroom. De eerste studies zijn uitgevoerd met drie types
recombinant interferon (
IFN-alfa,
IFN-beta,
IFN-gamma), die
allemaal werkzaam bleken te zijn. Overall response rates tot 80% zijn gerapporteerd
(sterk dosis afhankelijk). Tegenwoordig wordt vooral
pegylated interferon
alfa 2a toegepast, de recombinant interferonen zijn in veel landen
van de markt gehaald. PEG-interferon alfa 2a is ook in Nederland beschikbaar
(Pegasys (PEG-interferon alfa 2a) injectievloeistof '135' (270 μg/ml; pen à
0.5 ml, wegwerpspuit à 0.5 ml). PEG-interferon alfa 2a is in Nederland niet
geregistreerd voor mycosis fungoides (het is geregistreerd voor chronische hepatitis
B en C), maar het wordt wel off-label toegepast bij MF. De dosering voor MF
is 135 μg (1 pen) per week, subcutaan in buik of dij. Een wegwerpspuit kost
circa 150 euro (600 euro per maand). Het kan zo nodig ook hoger worden gedoseerd
(180 μg per week). De behandeling met interferon kan bijwerkingen veroorzaken
zoals griepachtige verschijnselen, vermoeidheid, verhoogde leverenzymen, leukopenie,
trombocytopenie, anemie, en mogelijk ook depressie, aritmieën, en schildklierafwijkingen.
Interferon kan goed worden gecombineerd met PUVA therapie, en met retinoïden
(bexaroteen).
ChemotherapieBij therapie resistente
advanced stage mycosis fungoides is het soms nodig om chemotherapie te geven.
Methotrexaat (zie boven) is ook een vorm van chemotherapie.
Het kan in een lage dosis worden voorgeschreven (5-25 mg) maar ook in hoge cytostatische
dosis (20-75 mg). Een andere vorm van chemotherapie bij MF is de
CHOP kuur, die ook bij non-Hodgkin lymfoom wordt gebruikt.
CHOP staat voor Cyclophosphamide-Hydroxydaunorubicin-Oncovin-Prednisolone (cyclofosfamide,
doxorubicine, vincristine, prednison). Er zijn ook weer nieuwere chemotherapeutica
bijgekomen, met een gunstiger werking-bijwerkingen profiel, zoals
pegylated liposomaal doxorubicine en
gemcitabine.
Goede resultaten (overall response rate 40%) zijn bereikt met 20 mg/m² liposomaal
doxorubicine 1 keer per 3 weken gedurende 6 maanden bij advanced stage MF (IIB,
IVA, IVB), en met gemcitabine kuren bij stadia IIB t/m IVB.
Chloorambucil
in een dosering van 2-6 mg per dag in combinatie met een lage dosis prednison
(10-20 mg), oorspronkelijk door Winkelmann beschreven als een optie bij Sezary
syndroom, is mogelijk ook een optie bij advanced stage MF.
Pentostatin
is een adenosine deaminase inhibitor met selectieve toxiciteit voor lymfocyten.
Het is op kleine schaal toegepast bij CTCL en Sezary syndroom, met overall response
rates van 14-71%.
Bendamustine is een stikstofmosterd
verbinding voor intraveneus gebruik. Het is geregistreerd voor B-cell non-Hodgkin
lymfoom en chronische lymfatische leukemie, maar ook geprobeerd bij CTCL met
een overall response rate van 50%. Ook goede overall response rates (69%) zijn
beschreven bij monochemotherapie met
etoposide in
een lage dosering.
Pralatrexate is een nieuwe anti-tumor
foliumzuur analoog, met een veel krachtigere celgroei remming dan methotrexaat.
Het is in de VS en Japan geregistreerd voor therapie-resistent CTCL, maar niet
in Europa. In studies waarin het gegeven werd in een hoge dosis van 30 mg/m²
per week gedurende 6-7 weken waren er veel bijwerkingen. In een lagere dosis
van 15 mg/m² per week gedurende 3-4 weken waren de bijwerkingen acceptabel en
werd een overall response rate van 45% gezien bij patiënten met therapie-resistente
MF/SS, en primair cutaan anaplastisch grootcellig T-cel lymfoom.
Targeted therapiesDenileukin diftitox
is een recombinant eiwit bestaande uit interleukine 2 gekoppeld aan het catalytisch
domijn van diphtherie toxine. Het kan doelgericht cellen uitschakelen die een
IL-2 receptor aan het oppervlak hebben. Denileukin diftitox is onderzocht in
fase III klinische trials bij CTCL maar is niet op de markt gebracht.
Alemtuzumab is een gehumaniseerd recombinant IgG1
monoklonaal antilichaam gericht tegen CD52 cell surface glycoprotein. CD52 komt
voor op normale en maligne T- en B-lymfocyten. Alemtuzumab is niet geregistreerd
voor mycosis fungoides, wel voor multipele sclerose. De dosering voor MF is
30 mg i.v. 3 keer per week. De prijs voor een flacon van 12 mg alemtuzumab (Lemtrada)
is 7322 euro, dat zou neerkomen op 65.000 euro per week. Er zijn ook schema’s
van 15 mg om de dag gebruikt. In hoge doseringen is het immunosuppressief, opportunistische
infecties zijn de belangrijkste bijwerking. Het is vooral geschikt voor de erytrodermische
stadia (T4) en bij bloed betrokkenheid (B1). De overall response rate is 50%.
Brentuximab vedotin is een conjugaat tussen een geneesmiddel
(monomethyl auristatin E, een microtubuli-disrupting agent) en een antilichaam
(anti-CD30 IgG1). Na opname in CD30 positieve cellen kan de verbinding tussen
beide makkelijk worden opgelost door intracellulaire proteasen en komt het cytotoxische
monomethyl auristatin E vrij in de cel. Het is in studies toegepast bij diverse
varianten van CTCL, met name CD30+ lymfomen, maar ook bij mycosis fungoides
en Sezary syndroom, met een overall response rate van 70%. Brentuximab vedotin
was aanvankelijk alleen geregistreerd voor therapieresistent CD30 positief Hodgkin
lymfoom. Inmiddels is het ook geregistreerd voor CD30-positief CTCL, na ten
minste één eerdere systemische therapie, en voor systemisch anaplastisch grootcellig
lymfoom (sALCL), in combinatie met cyclofosfamide, doxorubicine en prednison
(CHP-kuur). Het kan toxische bijwerkingen hebben zoals perifere neuropathie,
neutropenie, vermoeidheid, misselijkheid, alopecia. De dosering is 1.8 mg/kg
lichaamsgewicht eenmaal per 3 weken als i.v. infusie gedurende 30 min, in totaal
16 keer. De kosten zijn circa 13.600 euro per maand.
Mogamulizumab
is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam gericht tegen de CC chemokine receptor
4 (CCR4) op tumorcellen van adult T-cell leukaemia / lymphoma (ATLL) en andere
T-cel lymfomen. Het monoclonaal heeft antibody-dependent cell-mediated cytotoxic
(ADCC) activiteit. Mogamulizumab is in klinische trials toegepast bij therapieresistente,
vaak leukemische varianten van CTCL en had daarbij een overall response rate
van 38%. Mogamulizumab (
Poteligeo) is in Nederland
geregistreerd voor mycosis fungoides en Sezary syndroom. De dosering is 1 mg/kg
lichaamsgewicht als i.v. infusie gedurende ten minste 60 minuten, wekelijks
op dag 1, 8, 15 en 22 van de eerste cyclus van 28 dagen. Gevolgd door 1 mg/kg
tweewekelijks op dag 1 en 15 van elke daaropvolgende cyclus van 28 dagen. De
behandeling wordt voortgezet zolang als het goed gaat en verdragen wordt. De
belangrijkste bijwerkingen zijn misselijkheid, diarree, obstipatie, stomatitis,
vermoeidheid, perifeer oedeem, koorts, infecties, infusiegerelateerde reacties,
hoofdpijn, geneesmiddelenerupties, anemie, neutropenie, leukopenie, trombocytopenie,
hypothyroïdie, braken, bovensteluchtweg infectie, stijging ALAT, ASAT, AF, daling
lymfocyten. Soms (acute) hepatitis, tumorlysis syndroom. De kosten zijn circa
23.500 euro per maand.
Extracorporele fotochemotherapie (fotoferese)
Extracorporele fotoferese is een techniek waarbij
middels een katheter in de arteria femoralis bloed wordt afgetapt en naar een
fotoferese apparaat (Therakos) wordt geleid. Daar komt het in een centrifuge
die continu serum, leukocyten en erytrocyten scheidt. Serum en erytrocyten gaan
terug naar de patiënt. De leukocytenfractie wordt vanuit de centrifuge continu
door een dunne plaat gespoeld die tussen PUVA lampen hangt, en er wordt een
psoraleen (methoxypsoraleen, 8-MOP) aan toegevoegd.
De buiten het lichaam aan PUVA therapie blootgestelde lymfocyten, grotendeels
in apoptose, worden ook weer teruggegeven aan de patiënt. Als indicaties voor
extracorporele fotoferese worden genoemd mycosis fungoides, systemische sclerose,
graft-versus-host disease, rejectie van getransplanteerde organen, en de ziekte
van Crohn. Het is een kostbare behandeling, het fotoferese apparaat is duur,
maar ook de disposables en de gebruikte psoraleenoplossing. Er zijn weinig bijwerkingen.
In de publicaties over fotoferese bij cutaan T-cel lymfoom werd het steeds gecombineerd
met andere therapieën zoals retinoïden, interferonen, PUVA therapie en andere
behandelingen, daarom is er enige twijfel over de werkzaamheid van fotoferese
bij CTCL.
Allogene stamcel transplantatie
Allogene stamcel transplantatie kan worden toegepast
bij ernstige therapieresistente vormen van advanced stage mycosis fungoides.
Omdat daarvoor het beenmerg van de patiënt eerst volledig plat wordt gelegd
is er een hoge morbiditeit en mortaliteit van de behandeling. Daarom wordt dit
alleen gedaan als er geen andere opties meer zijn. Er worden 5-jaarsoverlevingen
van 46% gerapporteerd na allogene stamcel transplantatie.
Autologe
stamcel transplantatie is ook geprobeerd bij mycosis fungoides
maar er ontstaan vaak snel weer recidieven, daarom wordt dit niet geadviseerd.
Histone deacetylase inhibitorsHistone deacetylases
(HDAC) zijn enzymen die acetyl groepen van histonen afknippen, en een essentiële
rol hebben bij DNA transcriptie. Histone deacetylase inhibitors hebben daarom
tumor remmende eigenschappen. De FDA heeft 3 histone deacetylase inhibitors
(
vorinostat,
romidepsin,
en
belinostat) goedgekeurd voor de behandeling van
therapie-resistent of recidiverend cutaan T-cel lymfoom. De overall response
rate is circa 30%. Deze middelen zijn nog niet geregistreerd in Europa.
Vorinostat is een pan-HDAC inhibitor en is in de VS
goedgekeurd voor progressieve, persisterende of recidiverende CTCL die niet
heeft gereageerd op 2 andere systemische middelen. In die categorie werd een
overall response rate van 30% beschreven, bij stadium IB-IVA MF/SS.
Romidepsin remt klasse I en II HDACs en is door de
FDA goedgekeurd bij therapie resistent CTCL niet reagerend op minimaal 1 andere
systemische therapie. In die categorie (71% met advanced MF) werd een overall
response rate van 34% beschreven, bij stadium IB-IVA MF/SS. Romidepsin hielp
opvallend goed tegen jeuk.
Medicatie in ontwikkeling of in onderzoek
In ontwikkeling of in onderzoek (trialfase) voor toepassing bij CTCL zijn o.a.
pralatrexate, lenalidomide, anti-CD158K, ipilimumab, nivolumab, pembrolizumab,
durvalumab, panobinostat, belinostat, quisinostat, resminostat, Resimmune, bortezomib,
duvelisib, everolimus.
Aanbevelingen voor het maken van een keuze
In de Europese EORTC richtlijn CTCL uit 2017 worden per stadium aanbevelingen
gedaan voor de behandeling.
Stadium IA, IB, en IIA:
Expectatief (bij T1a), lokale corticosteroïden (T1a en T2a), UVB (vooral T1a
en T2a), PUVA, lokale radiotherapie (bij gelokaliseerde MF en bij pagetoïde
reticulosis), mechlorethamine. Tweede lijn opties zijn retinoïden (+PUVA), interferon
alfa 2a (+PUVA), TSEB (vooral T2b), methotrexaat.
Stadium IIB:
Retinoïden, interferon alfa 2a, TSEB, monochemotherapie (gemcitabine,
pegylated liposomaal doxorubicine), methotrexaat, lokale radiotherapie. Tweede
lijn opties zijn polychemotherapie (CHOP), allogene stamcel transplantatie.
Stadium IIIA en IIIB: Retinoïden, interferon alfa
2a, extracorporele fotoferese, methotrexaat, TSEB. Tweede lijn opties zijn monochemotherapie
(gemcitabine, pegylated liposomaal doxorubicine), allogene stamcel transplantatie.
Stadium IVA en IVB: Chemotherapie (gemcitabine, pegylated
liposomaal doxorubicine, CHOP en ander polychemotherapie schema’s, radiotherapie
(TSEB en gelokaliseerd), alemtuzumab (vooral B2), allogene stamcel transplantatie.
Sezary syndroom: Extracorporele fotoferese (ECP),
chlorambucil + prednison, retinoïden + ECP of PUVA, interferon alfa 2a + ECP
of PUVA, methotrexaat.
Lokale therapie:R/ Lokale corticosteroïden
klasse III-IV.
R/ Lichttherapie (UVB, PUVA). PUVA-therapie kan worden gecombineerd
met PEG interferon alfa2a of orale retinoïden.
R/ Stikstofmosterd (mechloorethamine,
mitoxine, Mustine HCl, chloormethine) aanbrengen op de huid. De patiënt moet
een bewustzijnsverklaring ondertekenen. Bereiding: 10 mg stikstofmosterd oplossen
in 40-60 ml kraanwater. Hiermee de gehele huid m.b.v. een gaasje en handschoenen,
of een kwast behandelen (niet bij de ogen). Ean alternatief is om alleen de
aangedane huid te behandelen. De oplossing moet steeds vers gemaakt worden.
Frequentie: beginnen met dagelijkse applicatie, bij goed resultaat kan dit minder
worden (b.v. 1-3 x per week). Bij toxische reactie met lage concentratie doorgaan.
Bij vermeende overgevoeligheid open plakproeven verrichten (verdunning 1:50,
1:500, 1:5000). De stikstofmosterd kan ook als zalf gegeven worden: 10 mg Mustine
HCl, 1 ml abs alcohol, 90 gr eucerine anhydricum.
R/ Ledaga gel (chloormethine
hydrochloride)160 μg/g), tube à 60 g (circa 1600 euro). Eénmaal daags een dunne
laag gel op aangetaste delen van de (droge) huid aanbrengen en 5-10 min laten
drogen. Het personeel dat stikstofmosterd bereid of aanbrengt moet zichzelf
zeer goed beschermen.
R/ Aldara (imiquimod) crème, sachet à 250 mg (€ 4.85
per 250 mg). Voldoende crème (maximaal 1 sachet) 3x per week (bv. maandag, woensdag
en vrijdag) voor het slapen gaan aanbrengen gedurende 4 weken. De crème als
een dunne laag op de hele behandelplek aanbrengen en inwrijven totdat de crème
is ingetrokken, circa 8 uur laten zitten, daarna verwijderen met water en (milde)
zeep.
R/ Targretin gel (bexarotene 1% gel), in de eerste week om de dag aanbrengen,
daarna elke dag, en vervolgens geleidelijk ophogen tot 4 x per dag. Niet in
Nederland geregistreerd.
R/ Tazorac crème (tazarotene 0.1%), tube à 30 g).
Tazarotene 0.1% crème of gel om de dag aanbrengen in de eerste 2 weken en daarna
elke dag gedurende 6 maanden. Niet in Nederland geregistreerd. Het kan wel worden
gemaakt als magistrale bereiding, of besteld in het buitenland.
R/ Totale
huidbestraling met elektronen (TSEB 4-9 MeV electron beams) of oppervlakkige
radiotherapie (50-145 kvp). Geïsoleerde tumoren reageren goed op lokale radiotherapie.
Systemische therapie:R/ Neotigason (acitretine)
1 dd 25 mg. Kan worden gecombineerd met PUVA therapie (RE-PUVA).
R/ Targretin
(bexaroteen) tab à 75 mg, 1 dd 300 mg/m
2
lichaamsoppervlak. Bij tekenen van toxiciteit wordt de dosis verminderd tot
1 dd 200 of 100 mg/m². Kan worden gecombineerd met PUVA therapie (RE-PUVA).
R/ methotrexaat 5-25 mg per week.
R/ Pegasys (PEG-interferon alfa 2a) injectievloeistof
'135' (270 μg/ml; pen à 0.5 ml, wegwerpspuit à 0.5 ml). 1 maal per week 135
μg (1 pen of wegwerpspuit per week) subcutaan in buik of dij. Op de avond van de injectie kan koorts en malaise optreden. Dan 1000 mg paracetamol innemen. Labonderzoek voor starten, na 1 maand, en daarna 1 x per 3-4 maanden:
BSE, Hb, Leuko’s, Leukodif, trombo’s, ery’s,
TSH, T4, glucose, kreat,
cholesterol, triglyceriden,
ALAT, ASAT, GGT, AF, bilirubine. De behandeling pas starten indien het trombocytenaantal ≥ 90 × 10
9/l is, het absolute neutrofielenaantal ≥ 1.5 × 10
9/l is en de overige waarden (stabiel) binnen de normale grenzen liggen.
Het farmacotherapeutisch kompas adviseert een consult oogarts voor volledig oogonderzoek
voor het starten. Omdat in de lijst van mogelijke bijwerkingen veel
oogklachten worden genoemd. In Leiden, waar de meeste MF patiënten worden
behandeld met interferon, wordt dit in overleg met de oogartsen niet
standaard gedaan, alleen een
consult bij klachten. Bij teveel bijwerkingen een lagere dosering geven (90
μg per week). Indien toename ALAT ondanks dosisverlaging progressief, én klinisch significant is of gepaard gaat met verhoogde waarden van direct bilirubine, de therapie staken. De therapie ook staken bij leverdecompensatie en bij oncontroleerbare diabetes, hypo- of hyperglykemie. De hematologische veranderingen die kunnen optreden (leukopenie, neutropenie, lymfopenie, trombocytopenie en daling van hemoglobine), treden doorgaans binnen 2 weken op. Een voortschrijdende daling na 8 weken van therapie komt niet vaak voor. De daling is reversibel na verlaging van de dosis of afbreken van de therapie, waarbij bij de meerderheid van de patiënten de waarden terug zijn op de uitgangswaarden ca. 4-8 weken na het staken van de therapie.
R/ polychemotherapie: (CHOP
kuren (cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine, prednison) en andere kuren).
Systemische chemotherapie is bij CTCL beperkt tot de huid niet zinvol. Alleen
bij extracutane lokalisaties en/of uitgebreide tumoren wordt chemotherapie gegegeven.
R/ pegylated liposomaal doxorubicine 20 mg/m² liposomaal doxorubicine 1 keer
per 3 weken gedurende 6 maanden.
R/ chloorambucil 2-6 mg per dag in combinatie
met een lage dosis prednison (10-20 mg).
R/ gemcitabine, pentostatin, bendamustine,
etoposide.
R/ pralatrexate 15 mg/m² per week gedurende 3-4 weken. Niet in
Nederland geregistreerd.
R/ alemtuzumab 30 mg i.v. 3 keer per week.
R/
Adcetris (brentuximab vedotin) 1.8 mg/kg eenmaal per 3 weken i.v. in 30 min,
max 16 cycli. Geregistreerd voor CD30-positief cutaan T-cel lymfoom.
R/ Poteligeo
(mogamulizumab) 1 mg/kg lichaamsgewicht als i.v. infusie gedurende ten minste
60 minuten, wekelijks op dag 1, 8, 15 en 22 van de eerste cyclus van 28 dagen.
Gevolgd door 1 mg/kg tweewekelijks op dag 1 en 15 van elke daaropvolgende cyclus
van 28 dagen. De behandeling wordt voortgezet zolang als het goed gaat en verdragen
wordt.
R/ Extracorporele fotoferese.
R/ Allogene stamceltransplantatie.
Prognose (5 jaarsoverleving): |
Stadium |
T |
N |
M |
B |
5 jr survival |
IA |
1 |
0 |
0 |
0,1 |
98% |
IB |
2 |
0 |
0 |
0,1 |
89% |
IIA |
1,2 |
1,2 |
0 |
0,1 |
89% |
IIB |
3 |
0,1,2 |
0 |
0,1 |
56% |
IIIA |
4 |
0,1,2 |
0 |
0 |
54% |
IIIB |
4 |
0,1,2 |
0 |
1 |
48% |
IVA1 |
1,2,3,4 |
0,1,2 |
0 |
2 |
41% |
IVA2 |
1,2,3,4 |
3 |
0 |
0,1,2 |
23% |
IVB |
1,2,3,4 |
0,1,2,3 |
1 |
0,1,2 |
18% |
Agar et al. J Clin Oncol 2010;28(31):4730-4739.
Referenties
1. |
Trautinger F, Eder J, Assaf C, Bagot M, Cozzio
A, Dummer R, Gniadecki R, Klemke CD, Ortiz-Romero PL, Papadavid
E, Pimpinelli N, Quaglino P, Ranki A, Scarisbrick J, Stadler R,
Väkevä L, Vermeer MH, Whittaker S, Willemze R, Knobler R. European
Organisation for Research and Treatment of Cancer consensus recommendations
for the treatment of mycosis fungoides/Sézary syndrome - Update
2017. Eur J Cancer 2017;77:57-74. |
2. |
Tarabadkar ES, Shinohara MM. Skin Directed
Therapy in Cutaneous T-Cell Lymphoma. Front Oncol 2019;9:260. |
3. |
Zackheim HS, Kashani-Sabet M, Amin S. Topical
corticosteroids for mycosis fungoides. Experience in 79 patients.
Arch Dermatol 1998;134:949-954. |
4. |
Lewis DJ, Byekova YA, Emge DA, Duvic M. Complete
resolution of mycosis fungoides tumors with imiquimod 5% cream:
a case series. J Dermatol Treat 2017;28:567-569. |
5. |
Rook AH, Gelfand JM, Wysocka M, Troxel AB,
Benoit B, Surber C, Elenitsas R, Buchanan MA, Leahy DS, Watanabe
R, Kirsch IR, Kim EJ, Clark RA. Topical resiquimod can induce disease
regression and enhance T-cell effector functions in cutaneous T-cell
lymphoma. Blood 2015;126(12):1452-1461 |
6. |
Kim YH, Martinez G, Varghese A, Hoppe RT.
Topical nitrogen mustard in the management of mycosis fungoides:
update of the Stanford experience. Arch Dermatol 2003;139:165-173. |
7. |
de Quatrebarbes J, Esteve E, Bagot M, Bernard
P, Beylot-Barry M, Delaunay M, et al. Treatment of early-stage mycosis
fungoides with twice-weekly applications of mechlorethamine and
topical corticosteroids: a prospective study. Arch Dermatol 2005;141:1117-1120. |
8. |
Zackheim HS, Epstein EH, Jr, Crain WR. Topical
carmustine (BCNU) for cutaneous T cell lymphoma: a 15-year experience
in 143 patients. J Am Acad Dermatol 1990; 22(5 Pt 1):802-810. |
9. |
Crimp C, Gangal A, Tarabadkar ES, Shinohara
MM. Mechlorethamine Hydrochloride Gel in the Treatment of Mycosis
Fungoides-Type Cutaneous T-Cell Lymphoma (MF-CTCL): A Focus on Patient
Selection and Special Considerations. Cancer Manag Res 2022;14:3271-3279. |
10. |
Schadt CR. Topical and oral bexarotene. Dermatol
Ther 2013;26:400-403. |
11. |
Besner Morin C, Roberge D, Turchin I, Petrogiannis-Haliotis
T, Popradi G, Pehr K. Tazarotene 0.1% cream as monotherapy for early-stage
cutaneous T-cell lymphoma. J Cutan Med Surgery 2016;20:244-248. |
12. |
Apisarnthanarax N, Talpur R, Ward S, Ni X,
Kim HW, Duvic M. Tazarotene 0.1% gel for refractory mycosis fungoides
lesions: an open-label pilot study. J Am Acad Dermatol 2004;50:600-607.
|
13. |
Olsen EA, Hodak E, Anderson T, Carter JB,
Henderson M, Cooper K, Lim HW. Guidelines for phototherapy of mycosis
fungoides and Sézary syndrome: A consensus statement of the United
States Cutaneous Lymphoma Consortium. J Am Acad Dermatol 2016;74(1):27-58. |
14. |
Nikolaou V, Sachlas A, Papadavid E, Economidi
A, Karambidou K, Marinos L, Stratigos A, Antoniou C. Phototherapy
as a first-line treatment for early-stage mycosis fungoides: The
results of a large retrospective analysis. Photodermatol Photoimmunol
Photomed 2018;34(5):307-313. |
15. |
Zengarini C, Baruffaldi G, Piraccini BM,
Bardazzi F, Mussi M, Hrvatin Stancic B, Pileri A. Nb-UVB and PUVA
therapy in treating early stages of Mycosis Fungoides: A single-center
cross-sectional study. Photodermatol Photoimmunol Photomed 2023
Mar 27. Epub ahead of print. PMID: 36974002. |
16. |
Mori M, Campolmi P, Mavilia L, Rossi R, Cappugi
P, Pimpinelli N. Monochromatic excimer light (308 nm) in patch-stage
IA mycosis fungoides. J Am Acad Dermatol 2004;50:943-945. |
17. |
Edstrom DW, Porwit A, Ros AM. Photodynamic
therapy with topical 5-aminolevulinic acid for mycosis fungoides:
clinical and histological response. Acta Dermato Venereol 2001;81:184-188. |
18. |
Specht L, Dabaja B, Illidge T, Wilson LD,
Hoppe RT. Modern radiation therapy for primary cutaneous lymphomas:
field and dose guidelines from the International Lymphoma radiation
oncology group. Int J Rad Oncol Biol Phys 2015;92:32-39. |
19. |
Jones GW, Kacinski BM, Wilson LD, Willemze
R, Spittle M, Hohenberg G, Handl-Zeller L, Trautinger F, Knobler
R. Total skin electron radiation in the management of mycosis fungoides:
Consensus of the European Organization for Research and Treatment
of Cancer (EORTC) Cutaneous Lymphoma Project Group. J Am Acad Dermatol
2002;47(3):364-370. |
20. |
Yonekura K, Ichiki M, Takeda K, Uchiyama
N, Nishida H, Dokiya T. Successful treatment of tumor stage mycosis
fungoides with total skin helical tomotherapy. J Dermatol 2022;49(2):289-293.
|
21. |
Olek-Hrab K, Maj J, Chmielowska E, Jankowska-Konsur
A, Olszewska B, Kręcisz B, Iwankowski P, Mackiewicz-Wysocka M, Adamski
Z, Nowicki R, Sokolowska-Wojdylo M. Methotrexate in the treatment
of mycosis fungoides - a multicenter observational study in 79 patients.
Eur Rev Med Pharmacol Sci 2018;22(11):3586-3594. |
22. |
Abbott RA, Whittaker SJ, Morris SL, Russell-Jones
R, Hung T, Bashir SJ, Scarisbrick JJ. Bexarotene therapy for mycosis
fungoides and Sézary syndrome. Br J Dermatol 2009;160(6):1299-3107. |
23. |
Cheeley J, Sahn RE, DeLong LK, Parker SR.
Acitretin for the treatment of cutaneous T-cell lymphoma. J Am Acad
Dermatol 2013;68(2):247-254. |
24. |
Patsatsi A, Papadavid E, Kyriakou A, Georgiou
E, Koletsa T, Avgeros C, Koumourtzis M, Lampadaki K, Tsamaldoupis
A, Lazaridou E, Stratigos A, Nikolaou V. The use of pegylated interferon
a-2a in a cohort of Greek patients with mycosis fungoides. J Eur
Acad Dermatol Venereol 2022;36(4):e291-e293. |
25. |
Bunn PA Jr, Hoffman SJ, Norris D, Golitz
LE, Aeling JL. Systemic therapy of cutaneous T-cell lymphomas (mycosis
fungoides and the Sézary syndrome). Ann Intern Med 1994;121(8):592-602. |
26. |
Pulini S, Rupoli S, Goteri G, Pimpinelli
N, Alterini R, Tassetti A, Scortechini AR, Offidani M, Mulattieri
S, Stronati A, Brandozzi G, Giacchetti A, Mozzicafreddo G, Ricotti
G, Filosa G, Bettacchi A, Simonacci M, Novelli N, Leoni P. Pegylated
liposomal doxorubicin in the treatment of primary cutaneous T-cell
lymphomas. Haematologica 2007;92(5):686-689. |
27. |
Duvic M, Talpur R, Wen S, Kurzrock R, David
CL, Apisarnthanarax N. Phase II evaluation of gemcitabine monotherapy
for cutaneous T-cell lymphoma. Clin Lymphoma Myeloma 2006;7(1):51-58. |
28. |
Coors EA, Von den Driesch P. Treatment of
erythrodermic cutaneous T-cell lymphoma with intermittend chlorambucil
and fluocortolone therapy. Br J Dermatol 2000;143:127e31. |
29. |
Damaj G, Gressin R, Bouabdallah K, Cartron
G, Choufi B, Gyan E, Banos A, Jaccard A, Park S, Tournilhac O, Schiano-de
Collela JM, Voillat L, Joly B, Le Gouill S, Saad A, Cony-Makhoul
P, Vilque JP, Sanhes L, Schmidt-Tanguy A, Bubenheim M, Houot R,
Diouf M, Marolleau JP, Béné MC, Martin A, Lamy T. Results from a
prospective, open-label, phase II trial of bendamustine in refractory
or relapsed T-cell lymphomas: the BENTLY trial. J Clin Oncol 2013;31(1):104-110. |
30. |
Purnak S, Azar J, Mark LA. Etoposide as a
single agent in the treatment of mycosis fungoides: a retrospective
analysis. Dermatol Ther 2018;31:31(2). |
31. |
Horwitz SM, Kim YH, Foss F, Zain JM, Myskowski
PL, Lechowicz MJ, Fisher DC, Shustov AR, Bartlett NL, Delioukina
ML, Koutsoukos T, Saunders ME, O'Connor OA, Duvic M. Identification
of an active, well-tolerated dose of pralatrexate in patients with
relapsed or refractory cutaneous T-cell lymphoma. Blood 2012;119(18):4115-4122. |
32. |
Olsen E, Duvic M, Frankel A, Kim Y, Martin
A, Vonderheid E, Jegasothy B, Wood G, Gordon M, Heald P, Oseroff
A, Pinter-Brown L, Bowen G, Kuzel T, Fivenson D, Foss F, Glode M,
Molina A, Knobler E, Stewart S, Cooper K, Stevens S, Craig F, Reuben
J, Bacha P, Nichols J. Pivotal phase III trial of two dose levels
of denileukin diftitox for the treatment of cutaneous T-cell lymphoma.
J Clin Oncol 2001;19(2):376-388. |
33. |
de Masson A, Guitera P, Brice P, Moulonguet
I, Mouly F, Bouaziz JD, Battistella M, Madelaine I, Roux J, Ram-Wolff
C, Cayuela JM, Bachelez H, Bensussan A, Michel L, Bagot M. Long-term
efficacy and safety of alemtuzumab in advanced primary cutaneous
T-cell lymphomas. Br J Dermatol 2014;170(3):720-724. |
34. |
Kim YH, Tavallaee M, Sundram U, Salva KA,
Wood GS, Li S, Rozati S, Nagpal S, Krathen M, Reddy S, Hoppe RT,
Nguyen-Lin A, Weng WK, Armstrong R, Pulitzer M, Advani RH, Horwitz
SM. Phase II Investigator-Initiated Study of Brentuximab Vedotin
in Mycosis Fungoides and Sézary Syndrome With Variable CD30 Expression
Level: A Multi-Institution Collaborative Project. J Clin Oncol 2015;33(32):3750-3758. |
35. |
Duvic M, Evans M, Wang C. Mogamulizumab for
the treatment of cutaneous T-cell lymphoma: recent advances and
clinical potential. Ther Adv Hematol 2016;7(3):171e4. |
36. |
Zic JA. The treatment of cutaneous T-cell
lymphoma with photopheresis. Dermatol Ther 2003;16(4):337e46. |
37. |
Virmani P, Zain J, Rosen ST, Myskowski PL,
Querfeld C. Hematopoietic stem cell transplantation for mycosis
fungoides and Sezary syndrome. Dermatol Clin 2015;33:807e18. |
38. |
Duvic M. Histone deacetylase inhibitors for
cutaneous T-cell lymphoma. Dermatol Clin 2015;33:757e64. |
39. |
Olsen EA, Kim YH, Kuzel TM, Pacheco TR, Foss
FM, Parker S, Frankel SR, Chen C, Ricker JL, Arduino JM, Duvic M.
Phase IIb multicenter trial of vorinostat in patients with persistent,
progressive, or treatment refractory cutaneous T-cell lymphoma.
J Clin Oncol 2007;25(21):3109-3115. |
40 |
Whittaker SJ, Demierre MF, Kim EJ, Rook AH,
Lerner A, Duvic M, Scarisbrick J, Reddy S, Robak T, Becker JC, Samtsov
A, McCulloch W, Kim YH. Final results from a multicenter, international,
pivotal study of romidepsin in refractory cutaneous T-cell lymphoma.
J Clin Oncol 2010;28(29):4485-4491. |
41 |
Nguyen CN, Iyer SP, Duvic M, Barde PJ, Nair
A, Routhu KV, Huen AO. Complete Response to tenalisib and romidepsin
with long-term maintenance using tenalisib monotherapy in a patient
with relapsed and refractory sézary syndrome. Invest New Drugs 2023
Apr 1. Epub ahead of print. PMID: 37004644. |
42 |
Larocca C, Kupper T. Mycosis Fungoides and
Sézary Syndrome: An Update. Hematol Oncol Clin North Am 2019;33(1):103-120. |
43 |
Photiou L, van der Weyden C, McCormack C,
Miles Prince H. Systemic Treatment Options for Advanced-Stage Mycosis
Fungoides and Sézary Syndrome. Curr Oncol Rep 2018;20(4):32. |
44. |
Kamijo H, Miyagaki T. Mycosis Fungoides and
Sézary Syndrome: Updates and Review of Current Therapy. Curr Treat
Options Oncol 2021;22(2):10. |
45. |
Brumfiel CM, Patel MH, Puri P, Besch-Stokes
J, Lester S, Rule WG, Khera N, Sluzevich JC, DiCaudo DJ, Comfere
N, Bennani NN, Rosenthal AC, Pittelkow MR, Mangold AR. How to Sequence
Therapies in Mycosis Fungoides. Curr Treat Options Oncol 2021;22(11):101. |
46. |
Lovgren ML, Scarisbrick JJ. Update on skin
directed therapies in mycosis fungoides. Chin Clin Oncol 2019;8(1):7. |
47. |
Jung JM, Lim DJ, Won CH, Chang SE, Lee MW,
Lee WJ. Mycosis Fungoides in Children and Adolescents: A Systematic
Review. JAMA Dermatol 2021;157(4):431-438. |
48. |
Duffy R, Jennings T, Kartan S, Song A, Shi
W, Porcu P, Alpdogan O, Sahu J. Special Considerations in the Treatment
of Mycosis Fungoides. Am J Clin Dermatol 2019;20(4):571-578. |
49. |
Prince HM, Querfeld C. Integrating novel
systemic therapies for the treatment of mycosis fungoides and Sézary
syndrome. Best Pract Res Clin Haematol 2018;31(3):322-335. |
50. |
Kim YH. What factors guide treatment selection
in mycosis fungoides and Sezary syndrome? Hematology Am Soc Hematol
Educ Program 2021;2021(1):303-312. |
51. |
Vitiello P, Sagnelli C, Ronchi A, Franco
R, Caccavale S, Mottola M, Pastore F, Argenziano G, Creta M, Calogero
A, Fiorelli A, Casale B, Sica A. Multidisciplinary Approach to the
Diagnosis and Therapy of Mycosis Fungoides. Healthcare (Basel) 2023;11(4):614.
|
52. |
Agar NS, Wedgeworth E, Crichton S, Mitchell
TJ, Cox M, Ferreira S, Robson A, Calonje E, Stefanato CM, Wain EM,
Wilkins B, Fields PA, Dean A, Webb K, Scarisbrick J, Morris S, Whittaker
SJ. Survival outcomes and prognostic factors in mycosis fungoides/Sézary
syndrome: validation of the revised International Society for Cutaneous
Lymphomas/European Organisation for Research and Treatment of Cancer
staging proposal. J Clin Oncol 2010;28(31):4730-4739. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.