Blue nevi worden onderverdeeld in 3 typen:
de
gewone blue nevus (blue nevus van Jadassohn en
Tièche), die het meest voorkomt en op latere leeftijd kan verschijnen, de
cellular blue nevus (naevus van Allen) en de
cellular blue neuronevus (neuronaevus van Masson).
De cellular blue nevi komen minder vaak voor, zijn meestal bolrond (verheven),
groot (1-3 cm), donker blauwzwart of blauwgrijs gekleurd, aanwezig vanaf de
geboorte of kort daarna en hebben als voorkeurslokalisatie de billen, en de
sacrale regio.
![Blue cellular neuronevus van Masson (klik op foto voor vergroting) [bron: www.derm101.com] Blue cellular neuronevus van Masson](../../../afbeeldingen/massonnaevus1z.jpg) |
![Blue cellular neuronevus van Masson (klik op foto voor vergroting) [bron: www.derm101.com] Blue cellular neuronevus van Masson](../../../afbeeldingen/massonnaevus2z.jpg) |
cellular
blue neuronevus (Masson) |
cellular
blue neuronevus (Masson) |
DD: gewone blue naevus,
nodulair maligne melanoom, gepigmenteerd
basaalcelcarcinoom, gepigmenteerd
neurofibroom, gepigmenteerd
dermatofibroom,
hemangioom, fibroangioma,
Kaposi sarcoma,
angiosarcoma.
PA:
scherp begrensde symmetrische laesie opgebouwd uit twee populaties melanocyten.
Het ene type met een bleek cytoplasma en monomorfe celkernen ligt gelegen in
dikke bundels, omgeven door de melanocyten van het andere type, dendritisch,
met een grote hoeveelheid melanine.
![Blue cellular neuronevus van Masson (klik op foto voor vergroting) [bron: www.derm101.com] Blue cellular neuronevus van Masson](../../../afbeeldingen/massonnaevus3z.jpg) |
![Blue cellular neuronevus van Masson (klik op foto voor vergroting) [bron: www.derm101.com] Blue cellular neuronevus van Masson](../../../afbeeldingen/massonnaevus4z.jpg) |
Masson's
blue neuronevus |
Masson's
blue neuronevus |
Therapie:Excisie. Hoewel excisie strikt genomen
niet nodig is, omdat het om een benigne laesie gaat, is de praktijk dat dit
soort laesies om twee redenen in toto worden geëxcideerd: om cosmetische redenen
en om histopathologisch onderzoek te kunnen doen.
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.