Notalgia paresthetica is voor het eerst beschreven
in 1934 door Astwazaturow. Het kenmerkt zich door heftige jeuk vaak unilateraal
in het infrascapulaire gebied. Naast jeuk, klagen patiënten vaak over branderigheid,
pijn, overgevoeligheid, hyperalgesie, en dysesthesie. Het heeft een chronisch
beloop met remissies en exacerbaties. Het komt vaak voor en wordt waarschijnlijk
onder-gediagnosticeerd.
De etiologie is onduidelijk, maar mogelijk is er
sprake van verhoogde sensorische innervatie van het aangedane gebied, neuropathie
door afgifte van neurotoxische stoffen of directe zenuwbeknelling. In een studie
werd bij 11 van 22 patiënten significante radiologische veranderingen in de
vertebrae van het corresponderend dermatoom gevonden. Geen van de patiënten
had afwijkingen bij neurologisch en EMG onderzoek.
Klinisch beeld:
Hinderlijk jeukende unilaterale onscherp begrensde roze tot gehyperpigmenteerde,
niet geïndureerde macula infrascapulair of op een van de scapulae, meestal 3-10
cm groot. Secundair kan er sprake zijn van postinflammatoire hyperpigmentatie,
lichenificatie, lichen amyloidosis, excoriaties, eczema nno, xerosis, en secundaire
infecties.
![Notalgia paresthetica (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Notalgia paresthetica](../../../afbeeldingen/notalgia-paresthetica-1z.jpg) |
![Notalgia paresthetica (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Notalgia paresthetica](../../../afbeeldingen/notalgia-paresthetica-2z.jpg) |
![Notalgia paresthetica (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Notalgia paresthetica](../../../afbeeldingen/notalgia-paresthetica-3z.jpg) |
notalgia
paresthetica |
notalgia
paresthetica |
notalgia
paresthetica |
Diagnostiek:Notalgia paraesthetica is een klinische
diagnose, en een huidbiopt is over het algemeen niet noodzakelijk. Vaak wordt
een beeld van postinflammatoire hyperpigmentatie beschreven, zonder amyloïd-deposities.
De aanwezigheid van notalgia paresthetica als geïsoleerde klacht is onvoldoende
om aanvullend onderzoek te doen zoals een X-wervelkolom of EMG / consult neuroloog.
Bij rugklachten of een voorgeschiedenis van wervelbeklemming of operaties is
het een overweging.
DD:postinflammatoire hyperpigmentatie
nno,
maculaire amyloidosis,
brachioradiale pruritus,
lichen simplex chronicus, contact
eczeem, atopisch eczeem, insectenbeet, tinea corporis, tinea versicolor, parasietenwaan
/ waan infestatie, toxicodermie, xerosis cutis, herpes zoster.
Therapie:De behandeling is moeizaam. Lokale antipruriginosa
en anti-inflammatoire middelen hebben een gering effect, en zijn lastig aan
te brengen voor de patiënt zelf.
R/ Capsaïcine crème 0.025 / 0.075% FNA (week
1: 5dd, week 2-6: 3 dd). Dit zou een verlaging van de substance P geven en derhalve
de jeukprikkel doen verminderen.
R/ Corticosteroïden klasse III.
R/ EMLA
crème onder occlusie.
R/ Hydroxyzine 1-2 dd 25 mg (tijdelijk effect, matige
evidence).
R/ Botox injecties (tijdelijk effect, matige evidence).
Lokale antipruriginosa hebben
een matig effect maar kunnen worden geprobeerd. Voorbeelden:
R/ levomenthol
1% in carbomeerwatergel FNA, levomenthol 1% in carbomeerwatergel alcoholisch
FNA.
R/ levomenthol 2% in carbomeerwatergel alcoholisch (Fagron).
R/ levomenthol
1% in lanettecrème I FNA.
R/ mentholcrème 0.5%, mentholcrème 2% (diversen).
R/ mentholstrooipoeder 2% (o.a. Fagron).
R/ levomenthol 1% in zinkoxideschudsel,
alcoholisch FNA.
R/ levomenthol-lidocaïnegel FNA.
Als patiënt een
voorgeschiedenis heeft van rug- of nekklachten, kan het zinvol zijn dit door
de huisarts of fysiotherapeut te laten behandelen of te laten onderzoeken. Mogelijk
heeft dit een effect op het huidbeeld. Een andere optie is om in ernstige gevallen
geneesmiddelen voor te schrijven die een effect hebben op de prikkeloverdracht
in neuronen, zoals amitriptyline, gabapentine, antidepressiva, anti-epileptica,
en andere middelen voor neurogene pruritus (zie ook onder
brachioradiale pruritus en bij
pruritus aquagenica).
Referenties
1. |
Bernard PA, Wayne ME. Notalgia paresthetica.
Neurology 1978;28:1310. |
2. |
Springall DR, Karanth SS, Kirkham N, Darley
CR, Polak JM. Symptoms of notalgia paresthetica may be explained
by increased dermal innervation. J Invest Dermatol 1991;97(3):555-561. |
3. |
Eisenberg E, Barmeir E, Bergman R. Notalgia
paresthetica associated with nerve root impingement. J Am Acad Dermatol
1997;37(6):998-1000. |
4. |
Savk E, Savk O. On brachioradial pruritus
and notalgia paresthetica. J Am Acad Dermatol 2003;48:521-524. |
5. |
Savk O, Savk E. Investigation of spinal pathology
in notalgia paresthetica. J Am Acad Dermatol 2005;52(6):1085-1087. |
6. |
Goodless DR, Eagelstein WH. Brachioradial
pruritus treatment with capsacin. J Am Acad Dermatol 1993;29:783-784. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.