Een
photopatch test is een epicutaan onderzoek (plakproefonderzoek,
patch-test) op een type IV contactallergie voor foto-allergenen. Hierbij worden
er mogelijke foto-allergenen op de huid aan gebracht, die belicht worden met
UVB of UVA voor of na het aanbrengen.
Indicaties:
objectief vaststellen of er een type IV contactallergie bestaat voor bepaalde
allergenen die door expositie aan ultraviolette straling (UV) ontstaan zijn.
Procedure:De test is, op de voorbehandeling met UV
van de te testen stoffen na, identiek aan het epicutane onderzoek op een type
IV contactallergie.
De te testen foto-allergenen (inclusief door patiënt
gebruikte produkt(en) zoals zonnebrandcrèmes) worden in 3-voud zoals gebruikelijk
in zeer kleine hoeveelheid in 1 cm² plastic testkamertjes (Square Chambers van
Van der Bend ) op een 20x30 cm klevende drager (Varimate van EuroTec) opgebracht.
Eén van de plakkers met foto-allergenen wordt vervolgens bestraald met 100
J/cm² UVA van 320-400 nm (1 dagdosis UVA), de tweede met 20 MED's UVB, de derde
blijft onbestraald.
Direkt na de bestraling worden de aldus voorbehandelde
plakkers met foto-allergenen op de ene zijde van de bovenzijde van de rug aangebracht.
Op de andere zijde van de rug wordt de derde, niet-bestraalde, plakker geplakt
alsmede de Europes standaardreeks. Indien de reactie op het product positief
is en de geteste fotoallergenen negatief, wordt van het product alle afzonderlijke
grondstoffen opgevraagd en op bovenstaande wijze getest.
Alternatieve
procedure:De foto-allergenen worden als boven in zeer kleine hoeveelheid
in 1 cm² plastic testkamertjes (Square Chambers van Van der Bend) opgebracht.
Dit testmateriaal wordt zonder voorafgaande UVA-expositie gedurende 24 uur op
de bovenzijde van de rug aangebracht. Na deze 24 uur wordt de plakker eraf gehaald
en wordt de testplaats bestraald met 5-10 J/cm² UVA (320-400 nm). De test wordt
direkt hierna en na 24, 48 en 72 uur afgelezen. Naast de onbestraalde foto-allergenen
is bij deze procedure als controle extra nodig een UVA-bestaling zonder allergenen.
Nadelen van de alternatieve procedure zijn: een detectie van UVB-gemedieerde
fotocontactallergie is met deze methode niet mogelijk omdat de benodigde dosis
UVB ver in het erythematogene gebied ligt. De alternatieve procedure brengt
een extra risico voor de patiënt met zich mee als er een overgevoeligheid bestaat
voor UVA. Hierom wordt voorafgaand aan de alternatieve procedure een fototest
gedaan.
Kwantitatieve score van de testresultaten is identiek aan het
epicutane onderzoek op een type IV-contactallergie.
Fout-positieve resultaten
kunnen oa. het gevolg zijn van: fototoxische reacties kruisreacties (bv patiënten
die allergisch zijn voor thiomersal zullen fotoallergisch reageren op piroxicam
omdat één van de fotoprodukten van piroxicam kruisreageert met thiomersal).
Fout-negatieve reacties kunnen oa. het gevolg zijn van: onvoldoende penetratie
door de epidermale barriëre van een systemische fotosensitizer
in geval van
een fout-negatieve reactie door onvoldoende penetratie kan een percutane fototest
uitgevoerd worden (nadeel: verhoogd aantal fout-positieve reacties door irritatie),
of de fotoallergische reactie werd veroorzaakt door een metaboliet van de systemische
fotosensitizer.
in geval van een metaboliet als oorzakelijk fotoallergeen
kan een systemische fotoprovocatie uitgevoerd worden: het verdachte fotoallergeen
wordt ingenomen in een 2-3x therapeutische dosering. Vervolgens wordt met UVA
bestraald 10 J/cm² op tijdstip 0 en 0,5, 1, 2, 4 en 8 uur daarna. Aflezen op
de drie eerstvolgende dagen en na 1 en 2 weken.
Referenties
1. |
Diffey BL, Farr PM. The action spectrum in
drug induced photosensitivity. Photochem Photobiol 1988;47:49-53. |
2. |
Conilleau V, et al. Photoscratch testing
in systemic drug-induced photosensitivity. Photodermatol Photoimmunol
Photomed 2000;16:62-66. |
3. |
Pollock B, Wilkinson SM. Photopatch test
method: influence of type of irradiation and value of day-7 reading.
Contact Dermatitis 2001;44:270-272. |
4. |
Duguid C, O'Sullivan D, Murphy GM. Determination
of treshold UV-A elicitation dose in photopatch testing. Contact
Dermatitis 1993;29:192-194. |
Auteur(s):dr. M.M.H. Meinardi. Dermatoloog, Maurits
kliniek, Den Haag.
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.