POST-TROMBOTISCH SYNDROOM home ICD10: I87.0

Na een doorgemaakte diepe veneuze trombose (DVT) kan stuwing in het been ontstaan met subjectieve en objectieve klachten, dit wordt het post-trombotisch syndroom (PTS) genoemd. In de acute fase van het trombosebeen is de gehele vene gevuld met een trombus (stolsel). Na verloop van maanden tot jaren vindt meestal (maar niet altijd) rekanalisatie v.d. venen plaats. Het stolsel wordt gedeeltelijk opgeruimd en het bloed vindt een nieuwe weg. Maar de kleppen zijn soms onherstelbaar beschadigd. Kleppen zijn fragiel en sneuvelen in het proces van het opruimen van het stolsel door leukocyten en macrofagen, danwel ze sluiten niet goed meer aan omdat de diameter van het vat is toegenomen. Bij kapotte kleppen in het diepe veneuze systeem en/of de grote superficiële venen (de vena saphena magna en in mindere mate de vena saphena parva) kan chronische veneuze insufficiëntie (CVI) ontstaan, en uiteindelijk ook een ulcus cruris venosum.

Er is geen universele consensus over de definitie van het post-trombotisch syndroom. Alle definities bevatten echter chronische pijnklachten aan het been, en klachten van een zwaar gevoel, pijn, krampen, tintelingen in het been zijn mogelijke symptomen. Klinische verschijnselen zijn onder andere pretibiaal oedeem, erytheem, induratie, hyperpigmentatie, nieuwe veneuze ectasiën, pijn tijdens kuit compressie en (in ernstige gevallen) een veneus ulcus. Het PTS ontstaat in circa 20-50% van de patiënten na een DVT. Compressietherapie kan het ontstaan van PTS voorkomen; compressie vermindert het effect van veneuze hypertensie en verbetert de kuitspierpomp functie, met als gevolg afname van oedeem en toename van weefsel microcirculatie.

Het advies is om in de acute fase na diepe veneuze trombose te zwachtelen en vervolgens ter preventie van chronische veneuze insufficiëntie een klasse III AD elastische kous aan te meten als de patiënt deze aankrijgt en verdraagt, anders klasse II. Zwachtelen in de acute fase vermindert pijnklachten in de acute fase maar voor de lange termijn heeft het geen invloed op het ontstaan van CVI. Een lengte AD kous is voldoende, een AG kous veroorzaakt meer klachten en is niet beter in het voorkomen van CVI. Als duur van de behandeling wordt in de oudere richtlijnen meestal 2 jaar aangehouden, maar het is nooit goed uitgezocht hoe lang de kousen gedragen moeten worden. Een recenter advies is om het minimaal zes maanden vol te houden; daarna kan middels duplexonderzoek worden vastgesteld of er rekanalisatie is. Zoja, dan kan de compressietherapie worden gestopt. Bij onvoldoende rekanalisatie, of bij persisterende klachten zoals oedeem kan de compressie worden verlengd. Sommige onderzoekers adviseren om de klachten te scoren met de Villalta score (zie verder) en de compressie te staken bij een Villaltascore ≤ 4 èn afwezigheid van reflux.

In de Villaltaschaal wordt zowel gebruikgemaakt van een patiëntscore als van een observerscore. De patiënt kan vijf symptomen (zie tabel) scoren op een schaal van 0 (afwezig) tot 3 (ernstig). De observer scoort daarnaast zes symptomen op diezelfde schaal. De diagnose PTS wordt gesteld bij een totaalscore van ≥ 3 (bij twee opeenvolgende driemaandelijkse controles), of bij aanwezigheid van een veneus ulcus. In andere studies wordt de volgende classificatie genoemd: score 5-9 milde PTS; 10-14 matige PTS; ≥ 15 of veneus ulcus ernstige PTS.

Villaltaschaal (score 0-3 per item)
Subjectieve/patiëntcriteria:
Pijn    
Zwaar gevoel  
Kramp  
Jeuk  
Tintelingen  
Objectieve/observercriteria:
Pretibiaal oedeem  
Induratie  
Hyperpigmentatie     
Veneuze ectasieën  
Pijn bij kuitcompressie  
Roodheid  
Score: van 0 (afwezig) tot 3 (ernstig)


Referenties
1. M. Boot-Bloemen M, van Ruth S. Compressietherapie ter preventie van posttrombotisch syndroom na een diepe veneuze trombose. Ned Tijdschr Dermatol Venereol 2016;26:63-68.
2. Ginsberg JS, Hirsh J, Julian J, et al. Prevention and treatment of postphlebitic syndrome: results of a 3-part study. Arch Intern Med 2001;161:2105-2109.
3. Brandjes DP, Büller HR, Heijboer H, et al. Randomised trial of effect of compression stockings in patients with symptomatic proximal-vein thrombosis. Lancet 1997;349:759-762.
4. Prandoni P, Lensing AW, Prins MH, et al. Below-knee elastic compression stockings to prevent the post-thrombotic syndrome: a randomized, controlled trial. Ann Intern Med 2004;141:249-256.
5. Aschwanden M, Jeanneret C, Koller MT, Thalhammer C, Bucher HC, Jaeger KA. Effect of prolonged treatment with compression stockings to prevent post-thrombotic sequelae: a randomized controlled trial. J Vasc Surg 2008;47:1015-1021.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 I87.0 Post-trombotisch syndroom
ICD10 I87.0 Postthrombotic syndrome
SNOMED 20427003 Postphlebitic syndrome
DBC 9 Flebologie overig en lymfologie