Purpura fulminans is een ernstig en snel progressief
syndroom, gekenmerkt door hemorragische necrose van de huid, veroorzaakt door
massale trombosering van de microvasculatuur (arteriolen, capillairen en venulen).
De onderliggende oorzaak is een acuut stollingsprobleem (hypercoagulabiliteit).
Er worden 3 vormen onderscheiden:
neonataal,
idiopathisch, en
infectie-gerelateerd.
Neonatale purpura fulminansNeonatale purpura fulminans
wordt meestal veroorzaakt door een erfelijke deficiëntie van de natuurlijke
remmers van de stollingscascade proteïne C, proteïne S, en antitrombine III.
Proteïne C en S zijn vitamine-K afhankelijke pro-fibrinolytische cofactoren. Proteïne C
is een belangrijke remmer van de stolling, het remt factor Va en VIIIa. Zie
ook onder
hypercoagulabiliteit. Neonatale
purpura fulminans presenteert zich als massale veneuze en arteriële trombose
in vaten van de huid en andere organen, in de eerste 5 dagen na de geboorte.
Idiopathische (post-infectieuze) purpura fulminansIdiopathische
purpura fulminans is zeldzaam, en waarschijnlijk een post-infectieus auto-immuunfenomeen,
veroorzaakt door een relatief tekort aan proteïne S of C, veroorzaakt door antistoffen
tegen proteïne S of C die het eiwit wegvangen. Het ontstaat ongeveer 7 tot 10
dagen na een doorgemaakte koortsende infectieziekte, meestal waterpokken (varicella)
of roodvonk (scarlatina), en het wordt gekenmerkt door snel progressieve purpura.
Acute infectieuze purpura fulminansAcute infectieuze
purpura fulminans komt het meest voor, en wordt gezien bij ernstig septische
patiënten, soms in combinatie met necrotiserende fasciitis. Het wordt veroorzaakt
door verbruik van proteïne C en S en antitrombine III door endotoxinen geproduceerd
door bacteriën, meestal gram-negatieve bacteriën. Door deze verkregen deficiëntie
van stollingsremmers ontstaat gedissemineerde intravasale stolling. Het komt
vaak voor bij meningokokken sepsis, streptokokken sepsis (vooral
Streptococcus
pneumoniae) maar ook bij varicella. Patiënten met een ontbrekende of niet
goed functionerende milt lopen meer risico op purpura fulminans.
Indeling purpura fulminans: |
Bij ernstige acute infecties - Neisseria
meningitides - Streptokokken - Streptococcus
pneumoniae - Groep A en B streptokokken -
Haemophilus influenzae - Staphylococcus aureus - Overige
bacteriën - Clostridia species
- Capnocytophaga canimorsus - Plasmodium falciparum
Postinfectieuze purpura fulminans - autoimmuun
proteïne S deficiëntie - autoimmuun proteïne C deficiëntie
Neonatale purpura fuminans - congenitale
proteïne C deficiëntie - congenitale proteïne S deficiëntie
Overige - coumarin induced skin necrosis |
Capnocytophaga canimorsusCapnocytophaga canimorsus
is een zeldzame gramnegatieve bacterie die zich als commensaal bevindt in de
orale flora van honden en katten. Mensen kunnen besmet worden via beten, maar
ook via krabletsels of alleen contact met speeksel van katten of honden. De
bacterie kan levensbedreigende infecties (cellulitis, sepsis, purpura fulminans,
diffuse intravasale stolling, orgaanfalen) veroorzaken, bij gezonde mensen.
Bij immuungecompromiteerde patiënten, hematologische aandoeningen, alcoholmisbruik,
levercirrose en patiënten die een splenectomie ondergaan hebben is er een verhoogd
risico op infectie en een ernstiger verloop. Vermeld bij kweekafname dat er
verdenking op
C. canimorsus-infectie is, want speciale kweek condities
zijn nodig. Start laagdrempelig antibiotica; de bacterie is gevoelig voor penicillines,
amoxicilline/clavulaanzuur en derde generatie cefalosporines. Bij penicillineallergie:
clindamycine, fluoroquinolonen, vancomycine, rifampicine, erytromycine en doxycycline.
Klinisch beeld purpura fulminans:In een vroege fase
worden erytheem en petechiën gezien, later ontstaan ecchymosen, en blauw-paarse
gebieden met hemorragische necrose, soms met blaarvorming, die in 24-48 uur
overgaan in zwart-necrotische gebieden. Vaak is er een erythemateuze randzone
rondom, die later ook overgaat in necrose. De laesies zijn aanvankelijk pijnlijk,
maar later kan totale gevoelloosheid ontstaan omdat sensibele zenuwen ook verloren
gaan in de necrose. De necrose kan zeer diep reiken, tot aan de fascie of in
spieren. De necrotische gebieden kunnen ook weer secundair infecteren. Door
de verbruiks-coagulopathie die gepaard gaat met diffuse intravasale stolling
kunnen tegelijkertijd ook bloedingen optreden in mucosa, rectum, tractus digestivus.
En door de septische shock kan orgaanfalen optreden.
![Purpura fulminans door proteine S deficientie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Purpura fulminans door proteine S deficientie](../../../afbeeldingen/purpura-fulminans-proteine-s-deficientie-1z.jpg) |
![Purpura fulminans door proteine S deficientie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Purpura fulminans door proteine S deficientie](../../../afbeeldingen/purpura-fulminans-proteine-s-deficientie-2z.jpg) |
![Purpura fulminans door proteine S deficientie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Purpura fulminans door proteine S deficientie](../../../afbeeldingen/purpura-fulminans-proteine-s-deficientie-3z.jpg) |
purpura
fulminans |
purpura
fulminans |
purpura
fulminans |
PA:Occlusie van alle kleine vaten in de dermis,
met microthrombi, gedilateerde capillairen gevuld met erytrocyten. Later irreversibele
endotheelbeschadiging, erytrocyten extravasatie in de dermis, en uitgebreide
necrose.
DD:Purpura nno,
Henoch Schönlein purpura,
coumarine necrose,
meningokokkensepsis,
necrotiserende fasciitis, trombotische
trombocytopenische purpura,
toxic shock syndrome,
vasculitis, vasculitis in combinatie met
stollingsstoornis,
calciphylaxis,
atypische calciphylaxis cutis,
pyoderma gangrenosum.
Diagnostiek:
Bloedbeeld, trombocyten, elektrolyten, antitrombine III, vrij proteïne C, vrij
en totaal proteïne S, PT, PTT, d-dimeren, fibrinogeen, kweken, bloedkweken.
Therapie:Deze patiënten liggen meestal al op de intensive
care voor de behandeling van septische shock. Naast hydratie en behandeling
van eventuele onderliggende infectie met i.v. breedspectrum antibiotica kan
ook antistolling nodig zijn met heparine, suppletie van stollingsfactoren, fresh
frozen plasma, proteïne C concentraat, trombocyten. Chirurgisch debridement
is vaak (herhaaldelijk) nodig en moet soms ook al vroeg worden ingezet indien
er gebieden met diepe necrose zijn waarin ook nog de infectie voortwoekert zoals
bij necrotiserende fasciitis. Bij idiopathische purpura fulminans worden corticosteroïden
toegevoegd.
Voor de antibiotica keuze zie onder het hoofdstuk
necrotiserende fasciitis, en
onder
sepsis. Het beleid verschilt per ziekenhuis
en wordt vaak bepaald na overleg met de medisch microbioloog en aan de hand
van kweekuitslagen als die beschikbaar zijn. Vaak wordt clindamycine toegevoegd
omdat dit toxinen kan remmen.
Bij verdenking op type I, menginfectie
van anaëroben, Gram-negatieve aërobe bacteriën, en enterococcen:
R/ amoxicilline-clavulaanzuur 6 dd 1200 mg i.v. + clindamycine 3 dd 600 mg i.v.
+ gentamicine 1 mg/kg i.v. ***
R/ amoxicilline 4 dd 1 g i.v. + metronidazol
3 dd 500 mg i.v. + gentamicine 1 dd 4 mg/kg i.v.
R/ cefuroxim 3 dd 1500 mg
i.v. + metronidazol 3 dd 500 mg i.v. + gentamicine 1 dd 4 mg/kg i.v.
R/ cefotaxim
4 dd 1 g i.v. + metronidazol 3 dd 500 mg i.v.
R/ meropenem 3 dd 1 gram i.v.
Bij verdenking op type II, infectie met Streptococcus pyogenes
(ß-hemolytische streptokokken groep A): R/ benzylpenicilline
(penicilline G) 6 dd 1 miljoen E i.v. + clindamycine 3 dd 600 mg i.v.
Of
(bredere dekking):
R/ amoxicilline-clavulaanzuur 4 dd 1200 mg i.v. + clindamycine
3 dd 600 mg i.v. ***
R/ amoxicilline-clavulaanzuur 4 dd 1200 mg i.v. + clindamycine
3 dd 600 mg i.v. + gentamicine 1 dd 6 mg/kg i.v.
R/ cefotaxim 4 dd 1 g i.v.
+ clindamycine 3 dd 600 mg i.v.
Clindamycine wordt niet alleen toegevoegd
als antibioticum maar ook vanwege de directe remming van de eiwitsynthese en
daarmee de toxineproductie.
Onbekende verwekker:
R/ benzylpenicilline (penicilline G) 6 dd 2 miljoen E i.v. + clindamycine 3
dd 600 mg i.v. + gentamicine 1 dd 6 mg/kg i.v. ***
R/ benzylpenicilline (penicilline
G) 6 dd 2 miljoen E i.v. + clindamycine 3 dd 600 mg i.v. + ciprofloxacine 2
dd 400 mg i.v.
R/ amoxicilline 4 dd 1000 mg i.v. + metronidazol 3 dd 500
mg i.v. + gentamicine 1 dd 6 mg/kg i.v.
R/ ceftriaxon 1 dd 2000 mg i.v. +
metronidazol 3 dd 500 mg i.v. + gentamicine 1 dd 6 mg/kg i.v.
R/ cefuroxim
3 dd 1500 mg i.v. + metronidazol 3 dd 500 mg i.v. + gentamicine 1 dd 6 mg/kg
i.v.
R/ IvIg.
R/ heparine. Voorzichtig met het inzetten hiervan, in
de acute fase kan ook een verbruikscoagulopathie aanwezig zijn met bloedingen.
Stolling met vitamine K antagonisten kan averechts werken omdat ook proteïne
C en S vitamine K afhankelijk zijn.
R/ bij proteïne S deficiëntie fresh frozen
plasma, 15-20 mL/kg, herhalen elke 12 uur.
R/ bij proteïne C deficiëntie
Ceprotin (proteïne C concentraat) 100 u/kg, gevolgd door 50 u/kg elke 6-12 uur.
Als dit niet beschikbaar is fresh frozen plasma 15-20 mL/kg, herhalen elke 12
uur. Streef naar dal spiegels voor het vrij proteïne S en voor de proteïne C-activiteit
van > 0.25 IE/ ml. Plasma bevat zowel proteïne C en S en heeft als voordeel
dat het in alle ziekenhuizen direct beschikbaar is. Belangrijke nadelen zijn
de risico’s op onderbehandeling, het grote volume plasma noodzakelijk (concentraties
proteïne C en S 0,6-0,8 IE/ ml plasma) en de frequente toediening daarvan (T1/2
proteïne C 6-16 uur, T1/2 proteïne S 36 uur). Bij patiënten met ernstige aangeboren
proteïne C-deficiëntie met purpura fulminans of een door een vitamine K-antagonist
geïnduceerde huidnecrose plasma alleen gebruiken indien proteïne C concentraat
niet beschikbaar is.
Referenties
1. |
Perera TB, Murphy-Lavoie HM. Purpura Fulminans.
[Updated 2020 Aug 15]. In: StatPearls [Internet]. Treasure Island
(FL): StatPearls Publishing; 2020 Jan. |
2. |
Bektas F, Soyuncu S. Idiopathic purpura
fulminans. Am J Emerg Med 2011;29(4):475.e5-e6.
|
3. |
Irfan Kazi SG, Siddiqui E, Habib I, Tabassum
S, Afzal B, Khan IQ. Neonatal Purpura Fulminans, a rare genetic
disorder due to protein C deficiency: A case report. J Pak Med Assoc
2018;68(3):463-465. |
4. |
Hale AJ, LaSalvia M, Kirby JE, Kimball A,
Baden R. Fatal purpura fulminans and Waterhouse-Friderichsen syndrome
from fulminant Streptococcus pneumoniae sepsis in an asplenic young
adult. IDCases. 2016;6:1-4. |
5. |
Olivieri M, Huetker S, Kurnik K, Bidlingmaier
C, Keil J, Reiter K, Hoffmann F. Purpura fulminans - It's Not Always
Sepsis. Klin Padiatr 2018;230(4):225-226. |
6. |
Findley T, Patel M, Chapman J, Brown D, Duncan
AF. Acquired Versus Congenital Neonatal Purpura Fulminans: A Case
Report and Literature Review. J Pediatr Hematol Oncol 2018;40(8):625-627. |
7. |
Kizilocak H, Ozdemir N, Dikme G, Koc B, Celkan
T. Homozygous protein C deficiency presenting as neonatal purpura
fulminans: management with fresh frozen plasma, low molecular weight
heparin and protein C concentrate. J Thromb Thrombolysis 2018;45(2):315-318. |
8. |
Janda JM, Graves MH, Lindquist D, Probert
WS. Diagnosing Capnocytophaga canimorsus infections. Emerg Infect
Dis 2006;12:340-342. |
9. |
Chary S, Joshi M, Reddy S, Ryan C, Saddi
V. Septicemia due to Capnocytophaga canimorsus following dog bite
in an elderly male. Indian J Pathol Microbiol 2011;54:368-370. |
10. |
O’Rourke GA, Rothwell R: Capnocytophaga canimorsis
a cause of septicaemia following a dog bite: a case review. Aust
Crit Care 2011;24:93. |
11. |
Bracke S, Chevolet I, Verhaeghe E, Vogelaers
D, de Schepper S. Beele H. Een onverwachte oorzaak van purpura fulminans.
Ned Tijdschr Dermatol Venereol 2016;26:531-532. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.