Met
Quincke oedeem wordt bedoeld een
acuut
angio-oedeem van de mondkeelholte. Angio-oedeem (angioedema, angioneurotisch
oedeem) ontstaat ten gevolge van toegenomen vasodilatatie en vasopermeabiliteit
in dieper gelegen weefsel. Angiooedeem kan het gevolg zijn van een
type I-allergie en komt dan voor samen met andere symptomen
van een anafylactische reactie zoals
shock, syncope,
urticaria. Het oedeem zit meestal in het
gelaat (lippen, tong, oogleden), soms aan handen, voeten en genitalia. Ook slikstoornissen,
dyspneu en koliekachtige buikpijn, braken, en diarree kunnen optreden. De klachten
ontstaan in enkele minuten (type I reacties) tot uren (overige mechanismen)
en kunnen lang aanwezig blijven (enkele dagen).
![Angio-oedeem (Quincke-oedeem) (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Angio-oedeem (Quincke-oedeem)](../../../afbeeldingen/angio-oedeem-1z.jpg) |
![Angio-oedeem (Quincke-oedeem) (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Angio-oedeem (Quincke-oedeem)](../../../afbeeldingen/angio-oedeem-2z.jpg) |
Quincke
oedeem |
Quincke
oedeem |
![Angio-oedeem (Quincke-oedeem) (klik op foto voor vergroting) [bron: Wikipedia] Angio-oedeem (Quincke-oedeem)](../../../afbeeldingen/angio-oedeem-3z.jpg) |
![Angio-oedeem (Quincke-oedeem) (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Angio-oedeem (Quincke-oedeem)](../../../afbeeldingen/angio-oedeem-4z.jpg) |
Quincke
oedeem |
angio-oedeem
ooglid |
Oorzaken:Angio-oedeem kan ook worden veroorzaakt
door het zeldzame (1 op de 150.000)
hereditair angiooedeem (HAE).
Bij HAE type 1 (85%) is er sprake van een C1-esteraseremmer (C1-INH) tekort,
bij HAE type 2 is er sprake van verminderde activiteit van C1-INH. Er bestaat
ook
verworven angio-oedeem (AAE), bij maligniteiten
en auto-immuunziekten, en een
idiopathische vorm.
Bij hereditair en verworven angio-oedeem leidt verminderde C1 esteraseremmer
activiteit via activatie van het complementsysteem tot een verhoogde concentratie
bradykinine, zich uitend in toegenomen vasodilatatie, vasculaire permeabiliteit
en krampen. Er is geen allergisch mechanisme bij deze twee vormen, en antihistaminica
zijn dan ook niet effectief. Bij de idiopathische vorm is er mogelijk ook sprake
van verhoogd bradykinine. Bij urticaria / angio-oedeem is het onderliggende
mechanisme vaak een allergische, IgE-gemedieerde reactie, waarbij door degranulatie
van mestcellen mediatoren vrijkomen. Dit leidt tot een reactie in de oppervlakkig
gelegen huid, gepaard gaande met jeuk en is binnen 12-24 uur verdwenen. Behandeling
met antihistaminica is hierbij wel effectief.
Ook
ACE-remmers
en
angiotensine II antagonisten kunnen een angio-oedeem
aanval uitlokken. Angio-oedeem door ACE remmers treedt bij 0.1-0.5% van de patiënten
op, met name bij patiënten met een donkere huid. De klachten ontstaan meestal
(60%) al in de eerste week, maar het kan ook jaren later ontstaan. Na het staken
van de ACE-remmer verdwijnt de zwelling binnen enkele uren-dagen. Bij alle vormen
kan het angio-oedeem worden uitgelokt door fysische prikkels (mechanische druk,
lichamelijke inspanning, warmte, koude), traumata (tandheelkundige of chirurgische
ingrepen), insectenbeten, voedingsmiddelen, infecties, stress, hormonale veranderingen
(orale anticonceptie, zwangerschap) en geneesmiddelen (salicylaten, ACE-remmers).
Er verschijnen steeds meer case-reports over
geneesmiddelen
die angio-oedeem kunnen veroorzaken. Niet alleen ACE-remmers (enalapril etc.)
en angiotensine II remmers (losartan etc.), maar ook selective serotonin reuptake
inhibitors (SSRIs) zoals Prozac, Seroxat, Fevarin, Zoloft), bupropion (Zyban),
andere antidepressiva, non-steroidal anti-inflammatory drugs (NSAIDs), COX-II
remmers (celecoxib etc.), statinen (simvastatine etc.), protonpomp remmers (omeprazol
etc.), en vaccins.
Oorzaken van angio-oedeem in het gelaat: |
- type I allergische reactie - hereditair angiooedeem (HAE)
- deficiëntie C1-esteraseremmer (C1-INH) - verminderde
aktiviteit C1-esteraseremmer (C1-INH) - verworven angio-oedeem
(AAE) - maligniteiten - auto-immuunziekten
- idiopathisch - medicamenteus - ACE-remmers
- Angiotensine II antagonisten |
Diagnostiek:Bij type I reacties oorzaak op sporen
met behulp van anamnese. Met name geneesmiddelen goed uitvragen. Bij verdenking
op verminderde C1 esterase (activiteit) C1-INH en C4 bepalen; bij afwijkingen
eventueel ook C1q.
Therapie:Bij type I reacties
adrenaline, snel werkende antihistaminica (Tavegyl), prednisolon (zie ook shock
schema hier onder. De andere, niet- IgE gemedieerde vormen van angio-oedeem
reageren matig op corticosteroïden, adrenaline en antihistaminica; bij deficiëntie
van C1-esteraseremmer is behandeling met C1-INH concentraat mogelijk.
Therapie bij levensbedreigende situaties:
1. |
Patiënt plat in bed of op de behandeltafel leggen,
zomogelijk de benen iets omhoog (Trendelenburg houding). |
2. |
0.5-1 mg (0.5-1 ml) adrenaline
(epinefrine) subcutaan (1 ampul = 1 mg = 1 ml). Dit vermindert het mucosa-oedeem
en eventuele bronchospasmen. Zonodig herhalen na 10 minuten. Adrenaline
kan ook i.v. worden toegediend (1 mg, 1:10 verdunnen); de kans op bijwerkingen
(m.n. aritmieën) is dan groter. |
3. |
2 mg (2 ml) Tavegyl
(clemastine) intraveneus (1 ampul = 2 mg = 2 ml). |
4. |
Zuurstof 5 liter per
minuut. |
5. |
25-50 mg prednisolon-natriumsuccinaat
(Di-Adreson F aquosum, DAF) intraveneus (1-2 ampullen à 1 ml; 25 mg/ml).
Prednisolon-natriumsuccinaat (DAF) kan ook i.m. en s.c. worden gespoten
en zelfs als clysma worden toegediend. Maximaal 125 mg in 3-5 min bij
i.v. toediening. |
6. |
Bij ernstige benauwdheid (stridor, bronchospasme):
Ventolin (salbutamol) 1 mg vernevelen. Bij
onvoldoende resultaat opnieuw adrenaline toedienen. |
7. |
Tracheotomie bij levensbedreigende stridor. |
Referenties
1. |
Kozel MMA, Mekkes JR, Bos JD. Increased frequency
and severity of angioedema related to long-term therapy with angiotensin-converting
enzyme inhibitor in two patients. Clinical and Experimental Dermatology
1995;20:60-61. |
2. |
Vleeming W, van Amsterdam JGC, Stricker BHCh,
DJ de Wildt DJ. ACE inhibitor-induced angioedema. Drug Safety 1998;18:171-188. |
3. |
Van den Bemt PMLA, van Roon EN. C1-esterase
remmer (Cetor). Pharmaceutisch Weekblad 1998;132;27:1034-1037. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.