Bij het
Raynaud fenomeen ontstaat er aanvalsgewijze
scherp begrensde bleekheid en gevoelloosheid van de vingers t.g.v. paroxysmale
ischemie (vasoconstrictie acrale arteriolen), gewoonlijk t.g.v.
koude of emotie, gevolgd door cyanose, met in
de herstel fase erytheem en paraesthesieën. Komt vaak voor, bij 10-15% v.d.
vrouwen, en 1% v.d. mannen. In ernstige gevallen zeer pijnlijk, soms ulcererend.
Pathogenese: vaatspasmen door toename aantal of gevoeligheid van α-2 receptoren,
organische vaatafwijkingen, hyperviscositeit, combinaties.
![Raynaud fenomeen (klik op foto voor vergroting) [bron: www.capillaroscopia.it] Raynaud fenomeen](../../../afbeeldingen/raynaud-fenomeen-1z.jpg) |
![Raynaud fenomeen (klik op foto voor vergroting) [bron: Wikipedia] Raynaud fenomeen](../../../afbeeldingen/raynaud-fenomeen-2z.jpg) |
Raynaud
fenomeen |
Raynaud
fenomeen |
![Raynaud fenomeen (klik op foto voor vergroting) [bron: BMJ 2012;344:e289] Raynaud fenomeen](../../../afbeeldingen/raynaud-fenomeen-3z.jpg) |
![Raynaud fenomeen (klik op foto voor vergroting) [bron: www.musculoskeletalnetwork.com] Raynaud fenomeen](../../../afbeeldingen/raynaud-fenomeen-4z.jpg) |
Raynaud
fenomeen |
Raynaud
fenomeen |
De aandoening wordt onderverdeeld in
primair Raynaud fenomeen
(ziekte van Raynaud, idiopathisch), en
secundair Raynaud fenomeen,
als onderdeel van connective tissue diseases (sclerodermie, SLE, CREST syndroom,
reumatoïde arthritis, MCTD, Sjögren syndroom, dermatomyositis).
DD: vasculitis (periarteritis nodosa, m. Buerger, necrotiserende
vasculitis n.n.o.), neurovasculair: cervicaal compressie syndroom, thoracic
outlet syndromen (halsrib, scalenus minimus, scalenus anterior, costoclaviculair,
pectoralis minor-coracoid-hyperabductie syndroom), carpale tunnelsyndroom, neurologisch
(MS, syringomyelie, HNP, polyneuritis), beroepsziekten t.g.v vibraties (hammerhand),
trauma, atherosclerose, embolie, geneesmiddelen (ergotamine, ß-blokkers, vincristine,
bleomycine), PVC, trichloorethyleen, zware metalen, toxinen, hyperviscositeit
(paraproteïnemie, Waldenström, polycythemia vera, cryoglobulinemie, thrombocytose,
koude agglutininen),
perniones,
chilblain lupus.
Geassocieerde aandoeningen bij secundair Raynaud fenomeen
(Goundry et al.): |
Reumatologische aandoeningen -
systemische sclerodermie
(90% van sclerodermie patiënten heeft Raynaud's fenomeen) - mixed
connective tissue disease (85%) -
systemische lupus erythematosus,
SLE (40%) - dermatomyositis
en polymyositis (25%) - reumatoïde artritis (10%) -
Sjögren's syndroom
- vasculitis nno
Hematologische aandoeningen - polycythaemia
ruba vera - leukocytose, leukemie - trombocytose - koude
agglutininen (vooral Mycoplasma infecties) -
paraproteïnemie - proteïne
C deficiëntie, proteïne S deficiëntie, anti-trombine III deficiëntie
- factor V Leiden mutatie - hepatitis B en C (geassocieerd met
cryoglobulinemie)
Occlusieve arteriële aandoeningen
- external neurovascular compression, carpaal tunnel syndroom, thoracic
outlet syndrome - trombose - thromboangiitis obliterans (ziekte
van Buerger) - embolie - arteriosclerosis -
Sneddon syndroom |
Lab:
Bij verdenking op secundair Raynaud fenomeen
met wondjes screenen op auto-immuunziekten en andere onderliggende aandoeningen.
BSE, Hb, Leuko's, diff, trombo's, CPK, cholesterol en triglyceriden, op indicatie
uitbreiden met ANA, anti-dsDNA, Sm, anti-Ro (SS-A), anti-La (SS-B), Scl-70,
nRNP, centromeren, Jo-1, RF, circulerende. immuuncomplexen, paraproteïnen, cryoglobulinen,
en koude agglutininen. Ook capillairoscopie is een optie (om sclerodermie op
te sporen). Bij afwijkingen aan 1 arm X-thorax of MRI om thoracic outlet syndromen
uit te sluiten.
Therapie:Geruststelling en adviezen:
beschermen tegen afkoeling (warme kleding, kou vermijden), geen ß-blokkers,
ergotamine of oestrogenen, stoppen met roken. Bij ernstige klachten handen in
warm water opwarmen alvorens (goed beschermd) kou in te gaan. Medicamenteus:
vaatverwijders zoals calcium channel blockers (nifedipine, amlodipine, felodipine),
alpha-receptor blokkers (prazosine, doxazosine), losartan (Cozaar), sildenafil
(Viagra, Revatio) of trombocyten-aggregatie remmers. Sympathectomie of ganglionblokkade
in ernstige gevallen, is slechts in enkele gevallen effectief. Experimenteel:
plasmaferese,
prostaglandinen
per infuus.
R/ calcium entry blokkkers zoals Adalat (nifedipine caps
à 5/10 mg); de begindosering voor Raynaud fenomeen is 3 dd 5 mg, zonodig ophogen
tot 3 dd 10 mg. Alternatief is Nifedipine Retard tabletten 10/20 mg, begin dosering
2 dd 10 mg, zonodig ophogen naar 2 dd 20 mg. In ernstige gevallen tot 2 dd 40
mg nifedipine retard, waarbij er minstens 4 uur tussen 2 tabletten moet zitten.
Andere mogelijke calcium entry blokkkers: Norvasc (amlodipine) 1-2 dd 2.5 mg
(1-2 dd ½ tab à 5 mg) en Plendil (felodipine) 1-2 dd 2.5 mg.
R/ Cozaar (losartan)
1 dd 12.5 - 25 mg (1 dd ¼ of ½ tab à 50 mg).
R/ Cardura (doxasozine) tab
à 4 mg met gereguleerde afgifte. NB: Cardura is geregistreerd voor hypertensie,
het gebruik bij Raynaud is off-label. De studies met alpha 1 blokkers bij Raynaud
zijn verricht met prasozine (Minipress) in een lagere dosering dan bij hypertensie
(prasozine tab à 1 of 2 mg, 2 dd ½ tab à 1 mg, na 1 week verhogen tot 2 dd 1-2
mg of 3 dd 1 mg, maximaal 3 dd 1 tab à 2 mg). Prasozine (Minipress) wordt in
Nederland echter niet meer op de markt gebracht. Het alternatief doxasozine
(Cardura) is alleen als ondeelbare 4 mg tab met gereguleerde afgifte op de markt,
waardoor de lage doseringen die bij Raynaud worden geadviseerd (2 dd 1 mg) moeilijk
voor te schrijven zijn. Het is niet gebruikelijk om tabletten die voor gereguleerde
afgifte bedoeld zijn in vieren te breken. De dosis van 4 mg kan voor Raynaud
patiënten te hoog zijn en bijwerkingen geven (hypotensie), maar er is geen alternatief
middel. In andere landen is Minipress nog wel beschikbaar.
R/ Ascal 1 dd
38 mg, of andere trombocytenaggregatieremmers (Trental, Loftyl).
R/ ACE-remmers
zoals Capoten (captopril, 2 dd 25-50 mg), enalapril, of een der vele andere.
Geeft perifere vaatverwijding.
R/ Viagra (sildenafil) 2 dd 50 mg.
R/ a-adrenoreceptorblokkade:
Duvadilan (isoxsuprine), 3-4 dd 20 mg of 2 dd 40 mg Duvadilan Retard. Zou gunstig
effect hebben op viscositeit en erytrocyten vervormbaarheid. Evidence gering.
Het middel is sinds 2004 niet meer verkrijgbaar in Nederland.
R/ nicotinezuurderivaten
zoals Complamin (xanthinolnicotinaat). Beginnen met 3 dd 1-2 tab à 150 mg, tot
2-3 dd 300-600 mg of 2 dd 1-2 retard tab à 500 mg). Evidence gering.
R/ Trental
(pentoxyfylline), 2-3 dd 1 tab à 400 mg, of Loftyl (buflomedil), 2 dd 2 tab
à 150 mg. Bij beide, m.n. Loftyl een ongunstige verhouding tussen effect en
bijwerkingen.
R/ fluoxetine (Prozac, Sarafem)
R/ Iloprost intraveneus
in uitzonderlijke gevallen met acrale necrose.
R/ centrale sympathicusblokkade
met Aldomet (methyldopa), 2 dd 250-500 mg. Veel bijwerkingen.
R/ 1% glyceryl
trinitraat topicaal, cyanamide crème topicaal, isosorbide dinitraat topicaal,
nitroglyceride crème lokaal.
Referenties
1. |
Fries R, Shariat K, von Wilmowsky H, and
Böhm M. Sildenafil in the treatment of Raynaud's phenomenon resistant
to vasodilatory therapy. Circulation 2005;112:2980-2985. |
2. |
Mahler F and Baumgartner I. More potential
for sildenafil than potency. Circulation 2005;112:2894-2895. |
3. |
Goundry B, Bell L, Langtree M, Moorthy A.
Diagnosis and management of Raynaud's phenomenon. BMJ 2012;344:e289.
PDF |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.