Rosacea is een chronische inflammatoire aandoening,
die een beloop kent met remissies en exacerbaties, waarbij afwijkingen in het
gelaat optreden.

De ziekte begint meestal pas na het 30e levensjaar en is zeldzaam bij kinderen.
De oorzaak is deels genetisch bepaald, deels onbekend (omgevingsfactoren?).
De prevalentie wordt geschat op ruim 5% van de algemene bevolking en is mogelijk
bij mannen en vrouwen gelijk.

Rosacea kan bij alle huidtypes voorkomen, maar wordt vaker gezien bij lichte
huidtypes. De complexe, deels onbekende pathofysiologie van rosacea wijst op
versterkte immuunrespons en neurovasculaire dysregulatie. Ultraviolet licht,
alcoholconsumptie, gekruid voedsel, bepaalde medicijnen, micro-organismen (zoals
Demodex folliculorum), warmte en/of koude, en stress worden onder meer
genoemd als trigger.
Klinisch beeld:Klachten en verschijnselen van rosacea
kunnen voorkomen op wangen, neus, ogen, kin en voorhoofd. Deze bestaan uit branden,
steken, jeuk, flushing, verdikking van de huid, erytheem, papels, pustels, teleangiëctasieën,
oedeem en phyma (rhinophyma). Bij ongeveer twee derde van de patiënten kunnen
klachten en/of verschijnselen van de ogen optreden zoals blepharitis,
conjunctivitis, episcleritis,
iridocyclitis, keratitis, Meibomklier dysfunctie, teleangiëctasieën op de ooglidranden,
zandkorrel gevoel, droogheid, branden, steken, jeuk, roodheid, fotofobie, tranen.
In het ergste geval kunnen er ulcera van de cornea en visus verlies ontstaan.
![rosacea, erythemateus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] rosacea, erythemateus](../../../afbeeldingen/rosacea-13z.jpg) |
![Couperose (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Couperose](../../../afbeeldingen/rosacea4z.jpg) |
![rosacea, erytheem en teleangiectasieen (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] rosacea, erytheem en teleangiectasieen](../../../afbeeldingen/rosacea2z.jpg) |
erytheem |
teleangiectasiën |
teleangiectasiën |
![Rosacea papulopustulosa (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Rosacea papulopustulosa](../../../afbeeldingen/rosacea-10z.jpg) |
![Rosacea papulopustulosa (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Rosacea papulopustulosa](../../../afbeeldingen/rosacea-11z.jpg) |
![rosacea, erythemato-papulopustuleus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] rosacea, erythemato-papulopustuleus](../../../afbeeldingen/rosacea1bz.jpg) |
rosacea
papulopustulosa |
rosacea
papulopustulosa |
rosacea
papulopustulosa |
![rosacea, rhinophyma (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] rosacea, rhinophyma](../../../afbeeldingen/rosacea8rinophymaz.jpg) |
![rosacea, rhinophyma (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] rosacea, rhinophyma](../../../afbeeldingen/rosacea7rhinophymaz.jpg) |
![rosacea, keratitis [bron: www.huidziekten.nl] rosacea, keratitis](../../../afbeeldingen/rosacea9keratitisz.jpg) |
rhinophyma |
rhinophyma |
rosacea
keratitis |
Diagnostiek:De oude indeling in 4 subtypes (
erythemateuze
teleangiectatische rosacea,
papulopustuleuze rosacea,
fibromateuze rosacea en
oculaire rosacea)
op basis van morfologische kenmerken, opgesteld door de National Rosacea Society
Expert Committee (NRSEC) in 2002 is vervangen, zie ook de “Standard classification
of rosacea, the 2017 update”.


De indeling in subtypes voldeed niet omdat kenmerken van meerdere subtypes tegelijk
kunnen voorkomen en omdat het oorspronkelijke subtype in de loop van de tijd
kan veranderen. Rosacea wordt nu ingedeeld naar klinische kenmerken, zgn.
fenotypische kenmerken. De diagnose rosacea is een
klinische diagnose, die gesteld kan worden bij aanwezigheid van één diagnostisch
kenmerk en ook bij tenminste twee hoofdkenmerken.
Diagnostische
kenmerken• persisterend centrofaciaal erytheem
• phymateuze
veranderingen
Hoofdkenmerken• papels en
pustels
• flushing
• teleangiëctasieën
• specifieke oculaire manifestaties
Secundaire kenmerken van rosacea zoals branden, steken, oedeem, droge huid
en overige oculaire manifestaties zijn op zichzelf geen diagnostisch criterium.
Hoewel de diagnose rosacea gesteld wordt op basis van klinische kenmerken is
histologisch onderzoek soms wenselijk om andere diagnoses uit te sluiten.
PA:Het microscopisch beeld bestaat
uit een niet-specifiek ontstekingsinfiltraat (lymfocyten, histiocyten, soms
plasmacellen) rondom de follikels, in de dermis en rond gedilateerde capillairen.
In de ostia en infundibula van de follikels worden regelmatig meerdere
demodexmijten gezien. Soms worden intrafolliculaire
pustels (aggregaten van neutrofiele granulocyten) aangetroffen en bij phymateuze
veranderingen fibrose en toename van grootte en aantal talgklieren. Granulomateuze
foci, eilandjes van epithelioïde histiocyten en reuscellen zonder verkazing,
omgeven door een mononucleair infiltraat kunnen optreden.
Differentiële
diagnose:Deze omvat o.a.
seborrhoïsch eczeem,
acne vulgaris,
dermatitis perioralis,
contact dermatitis,
lupus erythematodes,
chronische actinische schade,
sarcoïdose,
dermatomyositis,
essentiële teleangiëctasieën,
vena cava superior syndroom, gram-negatieve folliculitis,
Haber's syndroom,
polycythaemia vera, carcinoïd syndroom.
Soms treedt rosacea samen op met een andere huidaandoening zoals seborrhoïsch
eczeem, acne vulgaris of contactdermatitis.
Complicaties, varianten,
bijzondere vormen van rosacea:Een zeldzame complicatie van rosacea
is
faciaal lymfoedeem (
morbus
Morbihan) met erytheem en vooral zwelling (oedeem) van de aangedane huid
(meestal rondom de ogen).
Lupus
miliaris disseminatus faciei (
acne agminata, lupoïd rosacea)
wordt door sommigen beschouwd als een variant van (granulomateuze) rosacea,
maar door anderen als een aparte entiteit.
Pyoderma faciale,
waarschijnlijk een ernstige variant van papulopustuleuze rosacea, wordt ook
wel
rosacea fulminans genoemd en treedt doorgaans
op bij (zwangere) jonge vrouwen.
Therapie:(zie ook
Rosacea Richtlijn 2019 Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie).
Uitleg aan patiënt:Rosacea is een
chronische aandoening waarbij verergering, ook na geslaagde behandeling weer
kan optreden. De oorzaak is nog niet volledig opgehelderd; genetische en omgevingsfactoren
spelen een rol. Vragen naar kwaliteit van leven is belangrijk om tot een bevredigend
behandelresultaat te komen. Algemene adviezen en belang van zelfzorg, eventuele
verwijzing naar een KP-geregistreerde huidtherapeut moeten naast medicamenteuze
therapie besproken worden.
Algemene adviezen:
Vermijd triggers, met name zonexpositie. Vermijd drinken van alcohol en hete
dranken, warme en vochtige omgeving (sauna, hete douches), gekruid voedsel.
Vermijd middelen die de huid kunnen irriteren, zoals zeep, alcoholische 'cleansers',
abrasieve middelen ('peeling'). Gebruik dagelijks een zonnebrandmiddel (gedurende
lente en zomer) met zowel UVA- als UVB-filters met minimale beschermingsfactor
≥15.
Zelfzorg:Het is belangrijk om dagelijks
de huid te reinigen met een mild schoonmaakmiddel (’s avonds) en een beschermende
barrièrecrème als dagcrème te gebruiken.
Medicamenteuze therapie:
Deze is gericht op de klinische, fenotypische kenmerken van rosacea: erytheem,
teleangiëctasieën, flushing, papels/pustels, phyma, en oculaire manifestaties.
Erytheem kan het gevolg zijn van inflammatie of
van neurovasculaire dysregulatie of van allebei. Het onderscheid op grond van
klinisch beeld is vaak niet duidelijk. Erytheem veroorzaakt door inflammatie,
vaak peri-lesionaal gelegen, reageert goed op lokale anti-inflammatoire medicijnen
zoals metronidazol, azelaïnezuur, ivermectine en ook op orale antibiotica (doxycycline,
minocycline). Erytheem door neurovasculaire dysregulatie/angiogenese, zogenaamd
persisterend erytheem, reageert nauwelijks op anti-inflammatoire medicijnen
en slechts in beperkte mate op laser of IPL behandeling. Behandeling met alfa
2 adrenerge agonisten kan (tijdelijk) verbetering geven. Omdat bij rosacea inflammatoire
en neurovasculaire processen elkaar beïnvloeden kan ook bij persisterend erytheem
van lokale anti-inflammatoire therapie beperkte verbetering worden verwacht.
Daarnaast heeft lokale therapie een bewezen preventief effect.
Teleangiëctasieën
zijn het resultaat van angiogenese als onderdeel van rosacea. Long pulsed dye
laser (PDL) of Nd:YAG laser en Intense pulsed light (IPL) behandeling geven
goede resultaten.
Flushing reageert in de minderheid
van de gevallen op behandeling met beta-blokkers (empirisch bewezen) of alfa
2 adrenerge agonisten. Er zijn geen gerandomiseerde studies naar effectiviteit
van medicijnen bij flushing bekend en bijwerkingen kunnen hinderlijk zijn (hypotensie,
bradycardie, duizeligheid).
Papels en pustels zijn
het gevolg van inflammatie en reageren doorgaans goed op anti-inflammatoire
lokale en systemische medicijnen (doxycycline, minocycline, isotretinoïne).
Ook bij
phyma kan sprake zijn van inflammatie, waarbij
(lokale en systemische) anti-inflammatoire medicatie effectief kan zijn. Bij
phyma echter ontstaan uiteindelijk persisterende veranderingen in de vorm van
fibrose en hypertrofie van talgklieren. Chirurgische of ablatieve laserbehandeling
geven doorgaans goed resultaat.
![rosacea, voor en na tetracyclinen (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] rosacea, voor en na tetracyclinen](../../../afbeeldingen/rosacea5anz.jpg) |
effect
tetracyclinen |
Therapie van erytheem:R/ Mirvaso gel (brimonidine
tartraat 0.3%) 1 dd of indien gewenst vaker (geeft tijdelijke reductie van persisterend
erytheem en slechts bij een gedeelte van de patiënten een bevredigend resultaat)
(wordt niet vergoed door zorgverzekeraars).
R/ oxymetazoline hydochloride
1% crème (nog niet verkrijgbaar in Nederland).

PDL of Nd:YAG
laser, geeft beperkte reductie van het erytheem.

Intense pulsed
light (IPL) geeft beperkte reductie van het erytheem.
Voor eventuele inflammatoire
component van het erytheem:
R/ ivermectine crème 1% 1 dd (wordt niet volledig
vergoed door zorgverzekeraars; niet tijdens zwangerschap of lactatie).
R/
metronidazol 0.75% of 1% crème of 0.75% gel 2 dd.
R/ Azelaïnezuurcrème 20%
FNA 2 dd (wordt alleen vergoed door zorgverzekeraars als metronidazol niet effectief
is gebleken).
Therapie van teleangiëctasieën:

Long pulsed
dye laser (PDL) of Nd:YAG laser.

Intense pulsed
light (IPL).
Therapie van flushing:Op empirische
basis, off label therapie, bloeddruk controleren.
R/ carvedilol 2-3 dd 6.25
mg. Startdosis 1-2 dd 3.125 mg, effect na 1 week beoordelen, zo nodig ophogen
(na 3 weken bloeddruk controleren).
R/ propanolol 2-3 dd 20-40 mg (na 3 weken
bloeddruk controleren).
R/ clonidine 2 dd 50 mg.
Therapie
van papels en pustels:Keuze lokale of systemische medicatie hangt
o.a. af van ernst van klinisch beeld (mild, matig ernstig, ernstig). Aanbevolen
wordt systemische medicatie te combineren met lokale medicatie.
Lokale medicatie, ook als onderhoudstherapie:R/ Soolantra
(ivermectine 1%) crème (30 g) 1 dd (wordt niet volledig vergoed door zorgverzekeraars;
niet tijdens zwangerschap of lactatie).
R/ metronidazol 0.75% of 1% crème
of 0.75% gel 2 dd.
R/ Azelaïnezuurcrème 20% FNA 2 dd (wordt alleen vergoed
door zorgverzekeraars als metronidazol niet effectief is gebleken).
Systemische medicatie, gedurende 12-16 weken:R/
Efracea (doxycycline 40 mg, met vertraagde afgifte) 1 dd 40 mg, 56 st voor 8
weken.
R/ doxycycline 100 mg 1 dd (niet geregistreerd voor rosacea).
R/
minocycline 100 mg 1dd (niet geregistreerd voor rosacea).
Bij
onvoldoende effect:R/ isotretinoïne 0.25-0.3 mg/kg (niet geregistreerd
voor rosacea).
Bij contra-indicatie bovenstaande middelen (inclusief
zwangerschap):R/ azitromycine 1 dd 500 mg 3x per week gedurende
4 weken; daarna: 1 dd 250 mg 3x per week gedurende 4 weken; daarna 1 dd 250
mg 2x per week gedurende 4 weken (niet geregistreerd voor rosacea).
Therapie van phyma:Bij kenmerken van inflammatie:
R/ systemische antibiotica of lokale en/of systemische retinoïden
Stabiel
klinisch beeld, geen kenmerken van inflammatie:

Electrochirurgie,
ablatieve chirurgie of ablatieve laser therapie
Therapie van
oculaire rosacea:R/ kunsttranen (zoals Systane® en OPTI-FREE PRO®)
en ooglidhygiëne (continueren zo lang als nodig) 2 dd.
R/ omega-3 vetzuren
via dieet of suppletie: 360 mg EPA / 240 mg DHA 2 dd (continueren zo lang als
nodig)
R/ fusidinezuur gel 2 dd op ooglidranden.
R/ tetracycline 2 dd
250 mg, doxycycline 1 dd 100 mg, minocycline 1 dd 50-100 mg
R/ ciclosporine
oogdruppels.
Verwijzing oogarts (voor behandeling met ciclosporine oogdruppels,
doxycycline door oogarts). Spoed verwijzing bij cornea betrokkenheid, plotselinge
pijn en/of visusdaling.
Rosacea bij kinderen:Bij
kinderen treden vaker oculaire klachten en verschijnselen op, soms in ernstige
vorm. Verwijzing naar een oogarts moet laagdrempelig overwogen worden. Er bestaan
geen gerandomiseerde studies naar de effectiviteit van lokale of systemische
medicatie voor rosacea bij kinderen. Effectiviteit van metronidazol crème, azelaïnezuur
is niet onderzocht in studies. Effectiviteit van systemische antibiotica wordt
in case reports gemeld.
Therapie:Vermijden van triggers,
gebruik van zonnebrandcrèmes.
R/ metronidazol 0.75% gel of 1% crème of gel
(metronidazol lokaal is niet geregistreerd voor kinderen, systemisch wel).
R/ Azelaïnezuurcrème 20% FNA 2 dd (wordt alleen vergoed door zorgverzekeraars
als metronidazol niet effectief is gebleken).
R/ tetracycline 2 dd 500 mg,
afbouwen naar 2 dd 250 mg (niet bij kinderen jonger dan 12 jaar).
R/ doxycycline
1 dd 50-100 mg (niet geregistreerd voor kinderen jonger dan 12 jaar)
R/ minocycline
1-2 dd 50-100 mg (niet geregistreerd voor rosacea bij kinderen en niet bij kinderen
jonger dan 12 jaar)
R/ metronidazol oraal ten minste 20 mg/kg/dag gedurende
1-6 maanden.
R/ erytromycine 2 dd 250 mg gedurende 3-6 maanden (niet geregistreerd
voor rosacea bij kinderen).

Behandel
algoritme (uit
Richtlijn Rosacea 2019 NVDV)
Referenties
1. |
van Zuuren EJ. Rosacea. N Engl J Med 2017;377(18):1754-1764. |
2. |
Tan J, Berg M. Rosacea: current state of
epidemiology. J Am Acad Dermatol 2013;69(6 Suppl 1):S27-35 |
3. |
Holmes AD, Steinhoff M. Integrative concepts
of rosacea pathophysiology, clinical presentation and new therapeutics.
Exp Dermatol 2017;26(8):659-667. |
4. |
Wilkin J, Dahl M, Detmar M, et al. Standard
classification of rosacea: Report of the National Rosacea Society
Expert Committee on the Classification and Staging of Rosacea. J
Am Acad Dermatol 2002;46(4):584-587. |
5. |
Gallo RL, Granstein RD, Kang S, et al. Standard
classification and pathophysiology of rosacea: The 2017 update by
the National Rosacea Society Expert Committee. J Am Acad Dermatol
2018;78(1):148-155. |
6. |
Reinholz M, Tietze JK, Kilian K, et al. Rosacea
- S1 guideline. J Dtsch Dermatol Ges 2013;11(8):768-80; 68-79. |
7. |
Schaller M, Almeida LM, Bewley A, Cribier
B, et al. Rosacea treatment update: recommendations from the global
ROSacea COnsensus (ROSCO) panel. Br J Dermatol 2017 Feb;176(2):465-471. |
Auteur(s):Mireille M.D. van der Linden, dermatoloog,
Amsterdam UMC
Esther J. van Zuuren, dermatoloog, LUMC Leiden