Voor
SOA-onderzoek kan men terecht bij de huisarts,
de dermatoloog (indien gewenst, via de sociaal verpleegkundige van de regionale
GGD, gratis en anoniem), de drempelvrije (gratis en anoniem) SOA poliklinieken
in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, de laag-drempelige (indien gewenst
anoniem) SOA poliklinieken (op de poli Dermatologie) van de Academische Ziekenhuizen
in Amsterdam, Leiden, Groningen, Nijmegen, en Maastricht, een aantal GGD's met
een SOA polikliniek, en de weekend/avond poli voor homoseksuele mannen met SOA/AIDS.
SOA-SCREENING MANNEN Anamnese:
Reden van komst: klachten, risico gelopen hebben, na waarschuwing, voor alle
zekerheid, voor periodiek SOA-onderzoek, voor onderzoek op SOA inclusief HIV
test, alleen voor HIV test, partner HIV positief, risicogedrag partner, begin
nieuwe relatie, na seksueel geweld, na prikaccident, wegens een verzekering,
kinderwens, overige redenen.
Klachten: dysurie, écoulement (alleen 's ochtends
of hele dag? waterig, melkachtig, of purulent?), zweertjes, blaasjes, onderbuikspijn,
pijnlijke of gezwollen testes, jeuk? Sinds wanneer? Therapie (antibiotica) gehad?
Seksueel contact gehad? Wanneer? Beschermd, onbeschermd, oraal of anaal, met
man of vrouw, met vaste partner of andere partner(s), wie, prostitutie? Risicogedrag?
Partner(s) klachten of mogelijk besmet geraakt? Ooit eerder SOA gehad (luesserologie)?
Hoe behandeld? Medicijngebruik, drugs, algemene gezondheid, allergisch voor
antibiotica?
Onderzoek:
1. |
Inspectie regio genitalis (écoulement, condylomata
(dd pearly penile papules), blaasjes (Herpes), ulcera, scabies, schaamluis?)
en peri-anaal gebied. Palpatie inguinale klieren, scrotum (grootte testis/epididymis,
pijn, zwelling, tumor?). |
2. |
Urethra-uitstrijk op Neisseria gonorrhoea (NAAT
(PCR) of kweek). Extra preparaat (DipQuick, MB of Gram) maken om direkt
zelf te kijken naar leukocyten en intracellulaire diplococcen. |
3. |
Urethra-uitstrijk op Chlamydia trachomatis (NAAT). |
4. |
Bij homosexuele mannen: orofarynxuitstrijk op
Neisseria gonorrhoea bij receptief orogenitaal contact korter dan 4
weken geleden, en m.n. indien partner bewezen gonorroe heeft. |
5. |
Bij homosexuele mannen: anus uitstrijk op Neisseria
gonorrhoea. NVDV advies: alleen bij proctitis klachten of bij anaal
sexueel contact in de laatste 3 maanden m.b.v. proctoscoop een gerichte
kweek afnemen van erosies of pus, op gonorroe en Chlamydia. |
6. |
Bloed voor luesserologie (VDRL, TPHA) afnemen.
Zomogelijk herhalen na 3 maanden. Bij verdenking op lues eerder, b.v.
na 3 en/of 6 weken. |
7. |
Bij ulcus: ulcus-programma toevoegen. |
8. |
Hepatitis B serologie |
9. |
HIV serologie (in overleg met patiënt) |
SOA-SCREENING BIJ VROUWEN Anamnese:
Reden komst, klachten: dysurie, strangurie, pollakisurie, troebele urine, vaginale
afscheiding, geur, aspect (wit, brokkelig, korrelig bij Candida; groengelig
schuimend bij Trichomonas; grijzig bij Gardnerella; bruinig bij gonorroe), jeuk,
branderigheid, zweertjes, uitslag, pijn bij coitus, bloedverlies, onderbuikspijn,
koorts? Sinds wanneer? Therapie (antibiotica) gehad? Seksueel contact gehad?
Wanneer? Beschermd, onbeschermd, oraal of anaal, met man of vrouw, met vaste
partner of andere partner(s), wie, prostitutie? Risicogedrag? Slachtoffer van
seksueel geweld? Partner(s) klachten of mogelijk besmet geraakt? Ooit eerder
SOA gehad (luesserologie)? Hoe behandeld? Medicijngebruik, drugs, algemene gezondheid,
allergisch voor antibiotica? Anticonceptie gebruik, menstruatie cyclus, mogelijk
zwanger?
Onderzoek:
1. |
Inspectie regio anogenitalis (Condylomata acuminata,
blaasjes (Herpes), ulcera, scabies, schaamluis?) en peri-anaal gebied.
Palpatie van lymfklieren. |
2. |
Anus uitstrijk (ongericht, zonder proctoscoop)
op Neisseria gonorrhoea. Bij proctitis klachten of bij anaal sexueel
contact in de laatste 3 maanden m.b.v. proctoscoop een gerichte kweek
(NAAT) afnemen van erosies of pus, op gonorroe en Chlamydia. |
3. |
Urethra-uitstrijk op Neisseria gonorrhoea (NAAT
(PCR) of kweek). Bij purulente urethritis ook direkt een DipQuick of
Gram preparaat maken. |
4. |
Urethra-uitstrijk op Chlamydia trachomatis (NAAT). |
5. |
Speculum inbrengen, vaginawand en cervix inspecteren.
Bij abnormale fluor, erytheem mucosa, of anamnestisch verhoogde afscheiding
fluor afnemen voor: 1. Fysiologisch zoutpreparaat (Trichomonas vaginalis,
clue cells?). 2. KOH preparaat (Candida, abnormale geur (amine test)
wijzend op Garderella of Trichomonas?) 3. Gram + kweek om eventueel
in te sturen voor Candida, Gardnerella, of Trichomonas kweek. |
6. |
Cervixuitstrijk op Neisseria gonorrhoea. Bij
pus of serosanguino-purulent materiaal op de cervix direct DipQuick
preparaat maken, beoordelen op aanwezigheid leukocyten (cervicitis)
of intracellulaire diplococcen (gonorrhoe, dd N. meningitidis). |
7. |
Cervixuitstrijk op Chlamydia trachomatis (NAAT
/ PCR). Pus verwijderen, endocervicaal 360 graden roteren. |
8. |
Orofarynxuitstrijk op Neisseria gonorrhoea. NVDV
advies: alleen nodig bij receptief orogenitaal contact, korter dan 4
weken geleden, en m.n. indien de partner bewezen gonorroe heeft. |
9. |
Bimanueel gynaecologisch onderzoek. Beoordeling
adnexen, opdrukpijn, slingerpijn. Bij verdenking op PID. |
10. |
Bloed voor luesserologie (VDRL, TPHA) afnemen.
Zomogelijk herhalen na 3 maanden. Bij verdenking op lues eerder, b.v.
na 3 en/of 6 weken. |
11. |
Hepatitis B serologie |
12. |
HIV serologie (in overleg met patiënt) |
13. |
Bij een ulcus: ulcus-programma toevoegen.
Bij aanwijzingen voor PID: PID-programma toevoegen. Bij macroscopisch
zichtbare afwijkingen aan de cervix: patiënte adviseren een PAP-uitstrijk
te laten maken (na behandeling en genezing van eventuele cervicitis).
De landelijke trend is momenteel om bij vrouwen van 35-55 jaar eens
per 5 jaar te controleren. Bij voor maligniteit verdachte lesies (beter
zichtbaar te maken met 5% azijnzuur-oplossing) uiteraard direct ICC
gynaecologie voor colposcopie. |
Overig onderzoek, alleen bij speciale indicaties te verrichten:
- D.V. (donkerveldpreparaat) van een ulcus
- R.P.R. (Rapid Plasma Reagin,
rapid card test): agglutinatiereactie op lues
- neurologisch onderzoek: arm-
en kniepeesreflexen, pupilreacties (consult neuroloog)
- Herpes PCR of kweek
- Herpes sneldiagnostiek: blaasjesuitstrijk, twee rondjes maken op (eventueel
speciaal) objectglas
-
Tzanck test:
Giemsa, Gram, DipQuick of MB preparaat beoordelen op cytologische veranderingen
- H.D. kweek (Haemophilus ducreyi)
- banale kweek (anaerobe bacteriën, streptokokken)
- Gram preparaat van ulcus (of een DipQuick preparaat)
- KOH-preparaat van
huidschilfers (Candida)
- KOH-preparaat van hoornlaag (Scabies)
- PCR
(of serologie) op LGV (lymfogranuloma venereum), Chlamydia serotype L1, L2,
L3)
- biopt
- conjunctiva NAAT of kweken op gonorroe en Chlamydia
-
midstream urine onderzoek bij vrouwen
Differentiële diagnose:
De
DD van SOA is overzichtelijk
in te delen door uit te gaan van klachten(patronen) zoals verhoogde afscheiding
(
vaginitis/fluor-groep), pijn bij
het plassen (
urethritis-groep), zweertjes
(
ulcus genitalis),
buikpijn (
P.I.D. (pelvic inflammatory
disease), wratjes (
condylomata
acuminata), etc. Zie verder onder
differentiële diagnose van SOA
Behandeling:Bij klachten, of op grond van de bevindingen
bij sneldiagnostiek kan direct gestart worden met blinde therapie (zie de afzonderlijke
hoofdstukken). Voor de meeste klachten zijn antibiotica schema's beschikbaar
die alle mogelijke verwekkers elimineren (syndroom management). Desondanks zijn
er meerdere redenen om toch eerst diagnostiek te doen: bevestiging van de diagnose
(belangrijk voor uitleg aan de patient, contactopsporing, en epidemiologisch
onderzoek); onderzoek naar resistentie (steeds minder van toepassing sinds introductie
PCR); het mogelijk maken van meer gerichte therapie; en controle van resultaat
van therapie.
Contactopsporing en Counseling:Bij
een SOA consult zijn de volgende aspecten van belang:
1. Correcte diagnostiek
en therapie
2. Contactopsporing/partnerwaarschuwing en partnerbehandeling
3. Counseling/voorlichting over veilig vrijen
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.