Een
sinusoidaal hemangioma (
sinusoidal
hemangioma) is een zeer zeldzame variant van een
caverneus
hemangioom. Klinisch zijn het subcutane noduli of tumoren, diep
in de dermis of subcutis gelokaliseerd, soms tot in de spier. In de weinige
case reports waren de laesies 1-3.5 cm groot bij presentatie, in 1 case report
groter (11.5 cm). De overliggende huid is normaal. De laesies voelen aan als
een lipoom, meestal wordt pas bij excisie aan de diagnose hemangioom gedacht
omdat een donkerpaars of roodpaars tumortje tevoorschijn komt. Vaak zijn ze
opgebouwd uit lobuli. Er kunnen trombi in ontstaan en calcificaties. De laesies
zijn benigne, ze kunnen wel langzaam in grootte toenemen in de loop van de jaren
en pijnklachten veroorzaken door druk op omgevende structuren.
Een sinusoidaal
hemangioom is niet vanaf de geboorte aanwezig maar ontstaat pas op latere leeftijd
(
verkregen hemangioom),
meestal op volwassen leeftijd, een enkele keer bij kinderen. Ze komen vooral
voor op de extremiteiten en op de romp. Soms in borstklierweefsel. Het komt
vaker voor bij vrouwen. Het ontstaansmechanisme is onbekend. Het is voor het
eerst beschreven door Calonje en Fletcher in 1991. Het is waarschijnlijk een
vasculaire proliferatie en niet een vasculaire malformatie. In de
ISSVA classificatie is het sinusoidal hemangioma opgenomen in de restcategorie
‘
provisionally unclassified vascular anomalies’.
Diagnostiek:Grotere laesies zijn af te beelden met
een echo of een (angio-)MRI. Meestal worden de laesies operatief verwijderd
en vervolgens ingestuurd voor PA.
DD:
Pseudotumor van Masson
(papillary endothelial hyperplasia),
angiolipoma,
verkregen /
verworven haemangioom,
haemangioendothelioma,
angiosarcoma,
vasculaire malformatie,
lymfangioom,
lipoma.
PA:De laesie is gelegen diep
in de dermis of subcutis en heeft een lobulaire architectuur. Het is een vasculaire
proliferatie opgebouwd uit grote vaatholten (sinusoidal vessels). De endotheelcellen
zijn positief voor CD31 en CD34, en negatief voor D2-40 (dat lymfevaten kleurt).
Vaak zijn er trombi in de lumina, soms calcificaties. De vaatruimten zijn van
elkaar gescheiden door een dun laagje fibreus bindweefsel, waardoor het lijkt alsof
de endotheelbegrenzing ‘back to back’ tegen elkaar aan ligt. Plaatselijk kunnen
atypische endotheelcellen voorkomen waardoor het beeld kan lijken op een goed
gedifferentieerd angiosarcoom (te onderscheiden met Ki67).
Therapie:
Excisie met een marge van 3 mm. Of stomp vrijprepareren van de omgeving. Na
excisie kan het recidiveren. Ook genoemd worden cryotherapie, elektrocoagulatie
en laser, met een hogere kans op recidieven.
Referenties
1. |
Calonje E, Fletcher CD. Sinusoidal hemangioma.
A distinctive benign vascular neoplasm within the group of cavernous
hemangiomas. Am J Surg Pathol 1991;15(12):1130-1135. |
2. |
Lee GY, Shin NL, Choi YW, Choi HY, Myung
KB. A case of sinusoidal hemangioma. Korean J Dermatol 2001;39(1):68-70.
|
3. |
Enjolras O, Wassef M, Brocheriou-Spelle I,
Josset P, Tran Ba Huy P, Merland JJ. Sinusoidal hemangioma. Ann
Dermatol Venereol 1998;125(9):575-580. |
4. |
Ciurea M, Ciurea R, Popa D, Pârvănescu H,
Marinescu D, Vrabete M. Sinusoidal hemangioma of the arm: case report
and review of literature. Rom J Morphol Embryol 2011;52(3):915-918.
|
5. |
Jghaimi F, Baallal H, Fakhri A, Rais H, Karbout
N, Akhdari N, Amal S, Belaabidia B. Curious vascular tumor. Case
Rep Dermatol Med 2012;2012:542594. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.