Bij jonge vrouwen die
TNFα remmers (adalimumab, infliximab)
gebruiken voor dermatologische indicaties bestaat vaak de vraag of deze middelen
veilig kunnen worden doorgebruikt in de
zwangerschap.
In zijn algemeenheid wordt geprobeerd om tijdens zwangerschap geen geneesmiddelen
voor te schrijven tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Stoppen kan echter problemen
veroorzaken, namelijk opvlammen van de aandoening waarvoor het was gestart (psoriasis,
hidradenitis suppurativa, sarcoïdose, pyoderma gangrenosum), en het risico op
de vorming van antistoffen bij langer stoppen dan 4 maanden, waardoor het middel
niet meer kan worden gebruikt.
Er is inmiddels een lange ervaring met
het voorschrijven van TNFα-remmers tijdens de zwangerschap. In de meest recente
reviews wordt gesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat gebruik van TNFα-remmers
tijdens zwangerschap en lactatie schadelijke gevolgen hebben voor de baby. Dit
betekent dat het gewoon kan worden voorgeschreven. Wel passeert het de placenta,
met als consequentie dat ook de pasgeborene in de eerste weken na de bevalling
een verminderde afweer heeft en meer bevattelijk is voor infecties. Er wordt
geadviseerd om geen
levend verzwakte vaccins toe te
dienen in het eerste levensjaar. Ondanks deze kanttekeningen zijn er in de studies
geen schadelijke gevolgen waargenomen bij de pasgeborenen in het eerste levensjaar,
en ook niet na 5 jaar (ZonMW studie).
Levend verzwakte vaccins zijn voor
kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap TNFα blokkers hebben gebruikt
de eerste 12 maanden na de bevalling gecontra-indiceerd. In Nederland betreft
dat van het Rijks Vaccinatie Programma (RVP) alleen de BMR (bof, mazelen, rode
hond), maar die wordt pas op 14 maanden gegeven. Ook rotavirus-vaccinatie, BCG-vaccinatie,
OPV (oraal polio vaccin) en waterpokken-vaccinatie mogen niet gegeven worden
in het eerste jaar, maar die zijn niet standaard opgenomen in het RVP.
De overige vaccinaties in het 1e jaar volgens het RVP-schema zijn allemaal
geïnactiveerde vaccins en kunnen zonder gevaar gegeven worden. Soms kan een
kinderarts aangeven dat een extra DKTP-Hib-HepB en/of pneumokokkenvaccinatie
bij een kind van een moeder, die tijdens de zwangerschap biologicals heeft gebruikt,
wenselijk is om de immuunrespons bij het kind te verbeteren. Meestal heeft de
kinderarts dan een titerbepaling na de primaire serie (2-3-5 schema of 3-5 schema)
gedaan. Het gaat vooral om pneumokokken en Hib-conjugaatvaccinatie, die het
meest gevoelig lijken.
Referenties
1. |
Chambers CD, Johnson DL, Xu R, et al. Birth
outcomes in women who have taken adalimumab in pregnancy: A prospective
cohort study. PLoS One 2019;14(10):e0223603.
PDF |
2. |
Beltagy A, Aghamajidi A, Trespidi L, Ossola
W, Meroni PL. Biologics During Pregnancy and Breastfeeding Among
Women With Rheumatic Diseases: Safety Clinical Evidence on the Road.
Front Pharmacol 2021;12:621247.
PDF |
3. |
De Felice KM, Kane S. Safety of anti-TNF
agents in pregnancy. J Allergy Clin Immunol 2021 Sep;148(3):661-667.
PDF |
4. |
ZonMW studie nr. 836021004 Anti-TNF during
pregnancy: safe for growth and development of the child? |
5. |
RIVM. Rijksvaccinatieprogramma. Addendum:
Vaccinatie en afweerstoornissen 2022. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.