Stress en
psychische factoren
worden genoemd als mogelijk uitlokkende factoren bij
chronische urticaria, en worden ook door patiënten vaak genoemd als oorzaak.
Oude onderzoeken hebben aangetoond dat bij urticaria-patiënten meer stress en
psychische problematiek voorkomt dan bij controle-groepen, maar het lijden aan
chronische urticaria is op zich ook een niet te onderschatten stress-factor.
Patiënten met cholinergische urticaria kunnen door stress een acute aanval krijgen.
Maar ook gewone urticaria aanvallen kunnen geluxeerd worden door een acuut stressmoment
(schrik, ruzie). Verder moet men bedacht zijn op indirecte relaties via het
gebruik van alcohol, slaap- of kalmeringsmiddelen, en psychofarmaca (barbituraten,
benzodiazepinen, fenothiazinen). Psychische factoren beïnvloeden mogelijk de
gevoeligheid van receptoren in de vaatwand voor mediatoren; een andere hypothese
is dat sommige neurotransmitters een regulerende invloed hebben op de mestceldegranulatie.
Het moet niet te lichtvaardig worden geconcludeerd dat urticaria wordt veroorzaakt
door psychische factoren; meestal wordt bij urticaria helemaal geen oorzaak
gevonden.
Therapie:R/ antihistaminica.
R/ antihistaminica
met sederende bijwerking (hydroxyzine, promethazine).
R/ doxepine.
Zonodig
verwijzen naar psycholoog/therapeut, psychiater of maatschappelijk werk.
Referenties
1. |
Champion RH, Roberts SOB, Carpenter RH, Roger
JG. Urticaria and angio-oedema. A review of 544 patients. Br J Derm
1969;81:588-597. |
2. |
O'Donnel BFO, Lawlor F, Simpson J, Morgan
M, Greaves MW. The impact of chronic urticaria on the quality of
life. Br J Dermatol 1997;136:197-201. |
3. |
Rees L. An aetiological study of chronic
urticaria and angioneurotic edema. J Psychosom Res 1957;2:172-189. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.