Xanthomen (
xanthomata) zijn
circumscripte gele, geelbruine of oranje huidafwijkingen (maculeus, papuleus,
nodulair, nodeus of lineair), berustend op intracellulaire ophopingen van vet
(lipoproteïnen) in de dermis. De lipoproteïnen liggen opgeslagen in macrofagen.
Er zijn verschillende klinische varianten van xanthomen. De meest voorkomende
is het
xanthelasma palpebrarum in de mediale ooghoeken.
De aanwezigheid van xanthomen kan een teken zijn van
vetstofwisselingsstoornissen
(hypercholesterolemie / hyperlipidemie / hyperlipoproteïnemie), maar ze komen
ook bij gezonden voor.
![Xanthelasma palpebrarum (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Xanthelasma palpebrarum](../../../afbeeldingen/xanthelasma-2.jpg) |
xanthelasma
palpebrarum |
Elk xanthoom rechtvaardigt laboratorium onderzoek (totaal cholesterol,
HDL-cholesterol, triglyceriden, glucose, leverenzymen, aanvullend onderzoek
op indicatie). Bij 30-40% van de xanthelasmata is het serumcholesterol verhoogd.
Hyperlipidemie / hypercholesterolemie wordt ingedeeld in primair (de familiare
hyperlipidemieën, 'essentiële' inborn errors of metabolism), en secundair. Secundaire
hypercholesterolemie komt o.a. voor bij adipositas, zwangerschap, cholestasis,
hypothyreoidie, acute intermitterende porfyrie, nefrotisch syndroom. Secundaire
hyperlipidemie komt o.a. voor bij leverziekten, pancreatitis, diabetes, jicht,
alcoholisme, gebruik van orale contraceptiva, glycogeen type I stapelingsziekte,
nefrotisch syndroom.
Klinische varianten van xanthomen:
- xanthelasma palpebrarum (xanthelasmata)
- xanthoma tuberosum (tubereuze
xanthomen)
- xanthoma tendineum (peesschede xanthomen)
- xanthoma planum
- xanthoma striata
- xanthoma eruptiva (eruptieve xanthomen)
- xanthoma
disseminatum
- verruciform xanthoom (van de orale mucosa, hoort eigenlijk
niet tot de echte xanthomen)
DD: xanthogranulomen,
juveniel xanthogranuloma,
Langerhans cel histiocytose,
necrobiosis lipoidica,
sarcoïdose,
amyloidose,
lipoid proteinosis,
erythema elevatum diutinum.
Indeling van hyperlipidemieën volgens FredericksonFrederickson
heeft de hyperlipidemieën ingedeeld in 6 typen. De indeling van Frederickson
was vooral gebaseerd op welke afwijkingen in het serum werden aangetroffen.
Inmiddels is er meer bekend op genetisch- en cel-niveau over de verschillende
vet stofwisselingsziekten, maar de indeling wordt nog steeds gebruikt. In de
onderstaande tabel staat ook welk type xanthomen kunnen komen bij de 6 typen.
Bij patiënten met type I, IV en V hyperlipoproteinemie vindt men vooral eruptieve
xanthomen. Tubereuze en tendineuze xanthomen kunnen voorkomen bij homozygote
familiaire hypercholesterolemie. Xanthelasma palpebrarum komt vooral voor bij
familiaire hyperlipoproteinemie type IIa. Xanthoma striata komt voor bij type
III hyperlipoproteinemie. Xanthoma disseminatum en verruciform xanthoom zijn
niet geassocieerd met vetstofwisselingsstoornissen.
Fredericksons indeling v.d. hyperlipidemieën: |
type |
lipoproteïnen |
cholesterol |
triglyceriden |
freq. |
type xanthomen |
I |
chylomicronen ↑ |
normaal of ↑ |
↑↑↑↑ |
< 1% |
eruptief |
IIa |
LDL ↑ |
↑↑ |
normaal |
10% |
pees, tubereus |
IIb |
LDL ↑ VLDL ↑ |
↑↑ |
↑↑ |
40% |
pees, tubereus |
III |
IDL ↑ |
↑↑ |
↑↑↑ |
< 1% |
tubereus, striata palmaria, pees |
IV |
VLDL ↑ |
normaal of ↑ |
↑↑ |
45% |
eruptief, tubereus, striata palmaria |
V |
chylomicronen ↑ VLDL ↑ |
↑ of ↑↑ |
↑↑↑↑ |
5% |
eruptief, tubereus, striata palmaria |
Xanthelasma palpebrarum
Xanthelasma palpebrarum komt vaak voor.
De vetophopingen zitten in de mediale boven- en/of onder-oogleden, meestal bovenooglid.
Het zijn symmetrische geel doorschemerende zachte, vlakke polygonale papels.
Ze nemen in enkele maanden tot jaren geleidelijk toe in grootte. Xanthelasmata
zijn geassocieerd met hyperlipidemie. Ze kunnen bij elk type primaire en secundaire
hyperlipoproteinemie voorkomen, iets vaker bij familiaire hyperlipoproteïnemie
type IIa. Xanthelasmata komen ook voor zonder dat er een vetstofwisselingsstoornis
is. Ze kunnen worden verwijderd met
electrocoagulatie, excisie, laser, etc. (zie verder onder
xanthelasma) maar ze neigen wel tot
recidiveren (circa 40%).
Xanthoma tuberosum
Tubereuze xanthomen zijn stevige gele tot
geelrode of oranjekleurige pijnloze noduli, nodi of tumoren, soms multilobulaire
tumoren. Ze ontstaan vooral op drukpunten. Voorkeurslokalisaties: strekzijde
knieën en ellebogen, billen. Tubereuze xanthomen zijn sterk geassocieerd met
hypercholesterolemie en de familiaire LDL- en VLDL- hyperlipidemieën (II t/m
V), m.n. type II en III van Frederickson (en type IV). Zeer hoog risico op atherosclerose.
Xanthoma tendineumXanthoma
tendineum (peesschede xanthomen) zijn gelokaliseerd rond pezen en ligamenten,
vooral rond de strekpezen van de handen en voeten, en rond de Achillespees,
soms intrapatellair. Komt voor bij hypercholesterolemie en verhoogd LDL, vrij
specifiek voor LDL hyperlipidemie type IIa,b en III. Mogelijk worden ze geluxeerd
door trauma.
Xanthoma planum
Xanthoma planum zijn gelige macula, soms kunnen
ze licht verheven zijn. Ze kunnen over het hele lichaam voorkomen, en zeer groot
zijn. Voorkeurslokalisaties zijn het gelaat, de nek, de thorax, de oksels en
de liezen. Ze zijn geassocieerd met primaire en secundaire hyperlipidemieën,
vooral hypertriglyceridemie. Ook bij monoclonale gammopathie.
Xanthoma striataXanthoma
striata is een variant van xanthoma planum die zich beperkt tot de groeven
van de hand. Dit komt vooral voor bij type III dysbetalipoproteinemie. Het kan
ook voorkomen bij type IV hyperlipidemie, secundaire hyperlipidemie, en cholestasis.
Xanthoma eruptiva (eruptieve xanthomen)
Eruptieve xanthomen zijn uitbarstingen van
kleine geel of oranje gele jeukende papels. Ze komen vooral voor bij hypertriglyceridemie
type I, IV, en V (verhoogd VLDL en chylomicronen). Ze kunnen ook weer in enkele
weken verdwijnen als het triglyceridengehalte daalt. Voorkeurslokalisaties zijn
de billen, de schouders, en de strekzijde van de extremiteiten. Komt ook voor
bij secundaire hyperlipidemie, en bij diabetes.
Xanthoma disseminatum
(normolipaemicum)
Xanthoma disseminatum
zijn gele of geelrode papels die gedissemineerd over het hele lichaam kunnen
voorkomen, maar vooral in de plooien. Ook de mucosa van de mondkeelholte doet
mee. Het is een goedaardige aandoening, die meestal vanzelf weer overgaat en
niet geassocieerd is met hyperlipidemie.
Verruciform xanthoma
Verruciform xanthoma is een zeldzame
benigne afwijking van de mondholte. Het is niet echt een xanthoom, er is geen
hyperlipidemie.
Klinisch is het een gelige of oranjegele verruceuze papel
of klein tumortje in de mondholte, vooral gingiva, palatum, soms tong. Meestal
solitair, soms multipel. Enkele mm tot 2 cm groot. Begint meestal rond de 50-60
jaar, zeldzaam bij kinderen. De oorzaak is niet bekend, waarschijnlijk een reactief
beeld op een inflammatoir proces (mogelijk HPV). Zie verder onder verruciform
xanthoma.
![Verruciform xanthoom (klik op foto voor vergroting) [bron: Mete O, Kurklu E, Bilgic B, Beka H, Unur M. Flat-type verruciform xanthoma of the tongue and its differential diagnosis. Dermatol Online J. 2009;15(9):5. - Public Access Journal] Verruciform xanthoom](../../../afbeeldingen/xanthoma-verruciform-1z.jpg) |
verruciform
xanthoma |
Foto: Mete O. et al. Dermatol Online J. 2009;15(9):5 (Creative Commons
License
4.0
-
Public
Access Journal).
Laboratoriumonderzoek:Voor een goede meting is
een nuchtere bepaling (na 12 uur vasten) nodig, meestal wordt de patiënt gevraagd
dit 's ochtends te laten prikken en niet te ontbijten tot nadat bloed is geprikt.
Cholesterol, HDL-cholesterol en triglyceriden worden bepaald. Labtechnisch wordt
HDL-cholesterol gemeten door de overige (chylomicronen, VLDL, IDL, LDL, Lipoproteine
a) weg te vangen. LDL en VLDL-cholesterol worden vervolgens berekend met formules
(VLDL = triglyceride/5 en LDL = totaal cholesterol - (VLDL + HDL)).
Histologie:Het meest karakteristieke beeld is de aanwezigheid
van schuimcellen (macrofagen met vacuolen). Het vet dat opgeslagen was in de
macrofagen gaat in de routine kleuring verloren, in vriescoupes kan het wel
aangetoond worden.
Therapie:Xanthelasmata kunnen
worden verwijderd. Bij xanthomen die veroorzaakt worden door (familiaire) hypercholesterolemie
/ hyperlipidemie wordt de patiënt behandeld, meestal door de internist, met
cholesterolverlagers (simvastatine, pravastatine, ezetimibe, ciprofibraat),
soms in combinatie met dieetmaatregelen. Bij cholestasis worden colestyramine
en ursodeoxycholzuur voorgeschreven. Xanthomen in pezen die functiebeperkingen
geven kunnen worden geopereerd. Dit wordt meestal gedaan door een plastisch
chirurg of orthopedisch chirurg met ervaring in pees chirurgie. Cutane
xanthomen kunnen worden verwijderd met excisie, elektrocoagulatie,
CO2-laser, en andere lasers (erbium-YAG, argon, Q-switched ND-YAG, KTP).
Referenties
1. |
Parker F. Xanthomas and hyperlipidemias.
J Am Acad Dermatol 1985;13(1):1-30. |
2. |
Cruz PD Jr, East C, Bergstresser PR. Dermal,
subcutaneous, and tendon xanthomas: diagnostic markers for specific
lipoprotein disorders. J Am Acad Dermatol 1988;19(1 Pt 1):95-111. |
3. |
Haber C, Kwiterovich PO Jr. Dyslipoproteinemia
and xanthomatosis. Pediatr Dermatol 1984;1(4):261-280. |
4. |
Huijgen R, Stork A, Defesche J, Peter J,
Alonso R, Cuevas A, et al. Extreme xanthomatosis in patients with
both familial hypercholesterolemia and cerebrotendinous xanthomatosis.
Clin Genet 2012;81(1):24-28. |
5. |
Rosmaninho A, Fernandes I, Guimas A, Amorim
I, Selores M. Diffuse plane xanthomatosis associated with monoclonal
gammopathy. An Bras Dermatol 2011;86(4 Suppl 1):S50-52. |
6. |
Caputo R, Monti M, Berti E, Gasparini G.
Normolipemic eruptive cutaneous xanthomatosis. Arch Dermatol 1986;122(11):1294-1297. |
7. |
Fujita M, Shirai K. A comparative study of
the therapeutic effect of probucol and pravastatin on xanthelasma.
J Dermatol 1996;23(9):598-602. |
8. |
Nagarajan DV, Boreham PA, Parfitt VJ. Palmar striated xanthomas. Postgrad Med J 2003;79(938):690. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.