Zonnebrand crèmes (
zonbeschermende crèmes)
zijn naast het voorkomen van
zonnebrand ook
nodig voor
huidziekten die door zonlicht
worden veroorzaakt of verergerd. Voor een aantal indicaties (preventie zonverbranding,
post-inflammatoire hyperpigmentatie, melasma) volstaat het advies om 'een goede
zonnebrandcrème te kopen met een factor 10-15 of hoger'. Voor verantwoord zonnen
dient de sterkte van de zonnebrandcrème afgestemd te zijn op de zonkracht en
het
huidtype (zie onder
zonverbranding). Voor bescherming van de huid
tegen fotodermatosen (
CDLE,
PMLE,
xeroderma pigmentosa, porfyrie,
fotodermatitis) zijn veel hogere beschermingsfactoren nodig (factor 30-50).
Er zijn op dit moment geen zonnebrandcrèmes meer die vergoed worden door de
zorgverzekeraars. Contralum is uit de handel genomen.
Met goed wordt
bedoeld een
bekend merk (Ambre Solare, Anthelios,
Biodermal, Biotherm, Clinique, Delial, Lancôme, L'oreal, Nivea, Roc, Vichy,
Vision, Zwitsal, etc.), niet te goedkoop, vaste samenstelling,
vermelding
van de Sun Protection Factor (SPF) voor UVB en UVA, of de Persistent
Pigmentation Darkening factor (PPD) voor UVA,
vermelding van de
samenstelling en
vervaldatum. Bij contactallergie
hypo-allergene producten adviseren (Roc, Clinique, Vichy), zonodig testen (ROAT,
ECA op UV-filters).
Bij patiënten met een ernstige fotodermatitis moet
worden uitgezocht welk deel van het spectrum de grootste problemen geeft (UVA,
UVB of zichtbaar licht). Bij de meeste patiënten volstaat testen met UVB en
UVA. Eventueel in moeilijke gevallen met spectraal licht (b.v. 363 nm, 405 nm)
om de range UVA-zichtbaar licht in kaart te brengen. Zink en titaanoxide filters
geven de breedste protectie en er zijn tegenwoordig microkristallijne cosmetisch
acceptabele producten beschikbaar.
![Zonlichtspectrum [bron: Toonstra J, van Weelden H. Licht & Huid. Glaxo Dermatologie, Zeist, 1994] Zonlicht spectrum](../../../afbeeldingen/illustraties/zonlichtspectrum.jpg)
UVA: 315-400 nm
UVB: 280-315 nm
UVC: 100-280 nm
De Nederlandse
Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) heeft in 2013 onderstaand
standpunt ingenomen over het gebruik van zonbeschermende crèmes:
Bescherming tegen zonverbranding en huidkanker
Een zinvolle bescherming tegen zonnebrand wordt bereikt met minimaal
beschermingsfactor 15. Te hoge beschermingsfactoren voorkomen elke vorm
van spontane gewenning van de huid aan zon en klimaat en blokkeren tevens
de gewenste aanmaak van Vitamine D. De noodzakelijke bescherming hangt
van veel factoren af: huidtype, erfelijke aanleg, onderdrukking of tekortschieten
van het immuunsysteem, leeftijd, de plaats op aarde waar men verblijft
(zee, bergen, zonnige oorden), weersomstandigheden, etc. Dit maakt het
moeilijk een bovengrens te stellen aan de bescherming. Hogere beschermingsfactoren
dan 30 zijn in ieder geval meestal niet nodig en zelfs niet wenselijk.
Op basis van deze overwegingen om het vooral ook praktisch te houden,
adviseert NVDV daarom factor 15 voor dagelijks gebruik en factor 30
voor vrije tijd en vakantie. Ook bij mensen met huidkanker zijn deze
beschermingsfactoren toereikend. Bij deze groep patiënten is de UV-schade
reeds grotendeels aangericht en kan de huid hiertegen niet langer beschermd
worden. De bescherming is dus alleen gericht op mogelijk nog komende
UV-schade.
Lichtgevoelige huidaandoeningen (fotodermatosen)
Voor patiënten met fotosensitieve dermatosen, zoals porfyrie, lupus
erythematodes en lichtallergie zijn beschermende crèmes met hogere beschermingsfactoren
(= 30 tot en met 50) wel zinvol. Bij deze groep patiënten is het wenselijk
niet alleen bescherming te bieden tegen UVB straling, maar ook tegen
UVA straling.
Advies
Bij mensen met
een normale huid, met huidkanker of een verhoogde kans op huidkanker
is primair een bescherming tegen UVB gewenst. Een aanvullende bescherming
tegen UVA is bij de gangbare beschermingsfactoren altijd aanwezig. Voor
alle doelgroepen is het natuurlijk wenselijk dat deze middelen goed
op de huid blijven en waterresistent zijn. Men moet beseffen dat een
wolkendek niet selectief beschermt tegen ultraviolette straling. Afhankelijk
van de dikte van het wolkendek zal het alle soorten licht in meer of
mindere mate tegengaan. |
Bij het uitbrengen van dit advies spelen de volgende overwegingen mee:
er is sprake van enige overdrijving van de gevaren van zonlicht en er wordt
overmatig gebruik gemaakt van sunscreens met een extreem hoge beschermingsfactor.
Dit moet tot normale proporties worden teruggebracht; een beetje zon is niet
verkeerd, verbranden is wel onverstandig. De zon heeft ook positieve effecten
op de mens. Naast positieve psychologische effecten is zonlicht belangrijk voor
de synthese van vitamine D in de huid. De laatste jaren is daar meer aandacht
voor gekomen.
Vitamine D tekortDe gezondheidsraad heeft er in
een
rapport uit 2008 op gewezen dat sommige bevolkingsgroepen een te laag vitamine
D gehalte hebben. Dat geldt onder andere voor bejaarden die te weinig buiten
komen maar ook voor iedereen met een donkere huidskleur. O.a. de Surinaamse
bevolkingsgroep heeft hier mee te maken. In Suriname is de zonkracht hoger en
het weer veel beter en speelt zich het leven vooral buiten af waardoor ondanks
een donker huidtype voldoende vitamine D wordt gevormd; in Nederland (minder
zon, kouder, meer kleding, meer binnenzitten) kan een tekort ontstaan.
Een vitamine D gehalte (25 OH D2) van < 25 nmol is abnormaal, normaal
is > 75 nmol/L. Er is nog onenigheid over de exacte ondergrens en de noodzaak
van suppletie en hoeveel dat dan zou moeten zijn. De gezondheidsraad noemt in
de
samenvatting
30 nmol/L als ondergrens en zelfs 50 nmol/L voor vrouwen > 50 jaar en mannen >
70 jaar. Bij een tekort is het starten van 1 dd 800 IE gedurende 1 maand en
daarna 1 dd 400 IE voor een langere periode een optie. Niet alle preparaten
worden vergoed. Aan de andere kant zijn de vitamine preparaten niet erg duur.
R/ Divisun (colecalciferol) 400 IE (10 microg) of 800 IE (20 microg).
R/
Devaron Tablet 400 IE (10 microg).
R/ Colecalciferol Drank FNA (drank 50.000
IE/ml); pas op, hoge concentratie.
R/ D-Cura Drank 25.000 IE/ml; 1 ml = 0,625
mg, Drank 100.000 IE/ml; 1 ml = 2,5 mg; pas op, hoge concentratie.
Er
zijn bijzondere populaties waarbij het risico op vitamine D tekort groot is:
patiënten met
xeroderma pigmentosum en met het
basaalcelnaevus syndroom, en patiënten met
fotodermatosen. Deze krijgen immers het advies om zonexpositie
in het geheel te mijden. Daarnaast adviseert de gezondheidsraad extra suppletie
voor bepaalde bevolkingsgroepen:
Dagelijks 10 microgram vitamine
D (400 IE) suppletie voor:- kinderen tot 4 jaar (niet voor kinderen
die dagelijks meer dan een halve liter zuigelingenvoeding of opvolgmelk gebruiken)
- personen van 4 tot 50 (vrouwen) of 70 (mannen) jaar die een donkere huidskleur
hebben of onvoldoende buitenkomen
- vrouwen tot 50 jaar die een sluier dragen
- vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
- personen vanaf 50 (vrouwen)
of 70 (mannen) jaar die een lichte huidskleur hebben en voldoende buitenkomen
Dagelijks 20 microgram vitamine D (800 IE) suppletie voor:
- personen die osteoporose hebben of in een verzorgings- of verpleeghuis wonen
- personen vanaf 50 (vrouwen) of 70 (mannen) jaar die een donkere huidskleur
hebben, onvoldoende buitenkomen
- vrouwen vanaf 50 jaar die een sluier dragen
50µg (2000 IE) per dag is de maximale dosering per dag, maar op sommige
'alternatieve' websites worden veel hogere doseringen geadviseerd; Vitamine
D tekort is een hype geworden. Er circuleert op het internet helaas veel onzin-informatie
over vitamine D tekort, het wordt gekoppeld aan allerlei dubieuze klachten,
chronische vermoeidheid en andere 'internetziekten'. De informatie van overheidsinstanties
(Gezondheidsraad, Farmacotherapeutisch kompas) kan als betrouwbaar worden beschouwd.
Sunscreens, voorbeelden van filters: |
Indicatie |
Filters |
Voorbeelden |
UVB 280-320 nm |
para-aminobenzoëzuur en cinnamaten (250-320 nm) eusolex (280-315
nm) octocryleen mexoryl XL |
Clinique SPF 15-30 Roc Sante Soleil 30-16-8, Roc Sante Soleil
Kids 30-40 Anthelios L 60B/12A Vichy Capital Soleil 20-60 |
UVA 320-400 nm |
benzofenonen (270-360 nm) mexoryl SX Parsol 1789 (315-400
nm) titaan dioxide zinkdioxide |
Biotherm Sunblock factor 15 Anthelios Roc Minesol Vichy
Capital Soleil 20-60 titaandioxide 5% crème |
Zichtbaar licht (400-500 nm) |
titaandioxide (280-760 nm) zinkdioxide (280-760 nm) |
Roc Minesol Vichy Capital Soleil 60 titaandioxide 5% crème
SUN E45 |
Hieronder worden enkele betrouwbare merken zonnebrand crèmes
genoemd:
R/ Ambre Solare.
R/ Anthelios (La Roche-Posay):
mexoryl SX (kort UVA), Eusolex 6300 (UVB), Parsol 1789 (lang UVA), titaandioxide.
R/ Biodermal.
R/ Biotherm (L'Oreal): acetylmethoxycinnamaat, oxybenzone.
Beschermt tegen UVB en UVA tot 360 nm.
R/ Clinique Sun Care crème, lotion,
spray, gel, lipstick.
R/ Delial.
R/ Eucerin.
R/ Lancôme (L'Oreal).
R/ L'Oreal.
R/ Nivea melk (lotion).
R/ Roc.
R/ SUN E45 (Boots healthcare).
Bevat zinkoxide, titaniumdioxide; UVB, UVA, zichtbaar licht, infrarood.
R/
Vichy (L'Oreal). Bevat mexoryl XL (UVA,UVB), mexoryl SX (kort UVA), octocryleen
(UVB), Parsol 1789 (lang UVA), titaandioxide). Parfumvrij.
R/ Vision.
R/ Zwitsal.
Referenties
1. |
Toonstra J, van Weelden H. Licht & Huid.
Glaxo Dermatologie, Zeist, 1994. ISBN 90-71941-28-0. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.