Zoönosewaan (zie ook
parasietenwaan,
delusion
of parasitosis). De patiënten denken, zijn overtuigd dat er beestjes,
insecten over hun huid lopen, terwijl dit niet zo is. Vaak brengen ze bewijs
mee in de spreekkamer in de vorm van ondefinieerbare kleine dingetjes, pluisjes,
schilfertje, haartjes in luciferdoosjes, of plakband waaraan onduidelijke dingen
kleven die ze net van hun huid hebben gehaald, of van de haren, of van de perianale
huid. Het kan spontaan ontstaan, vaak bij mensen met een aanleg voor wanen en
psychosen, maar het kan ook voorkomen bij patiënten die net een echte zoönose
hebben gehad, bijvoorbeeld hoofdluis of schurft, en niet kunnen geloven dat
het over is.
Morgellons disease is een ander voorbeeld
in deze categorie. Hierbij gaat het echter niet om parasieten, maar er zou sprake
zijn van vezeltjes, in allerlei vormen, die aan de huid kleven. Deze patiënten
hebben meestal ook jeuk. Hoewel
Morgellon
disease niet een echte ziekte is, maar ook een psychose, bestaan er toch
diverse websites waarin het beeld als een echte aandoening wordt gepresenteerd.
De patiënten die dit soort websites bezoeken raken hierdoor nog meer overtuigd
iets te hebben, dat door hun arts niet serieus wordt genomen.
Zoönosewaan
en parasietenwaan (delusion of parasitosis) zijn eigenlijk bijzondere vormen
van hypochondrie. Er is vaak wel sprake van jeuk als reële klacht.
Diagnostiek:Zorgvuldig nagaan of er echt geen sprake is
van een zoönose of parasiet (hoofdluis, scabies,
Enterobius vermicularis)
alvorens de diagnose te stellen.
Therapie:Proberen
de patiënt te overtuigen dat er echt geen sprake (meer) is van een zoönose of
parasitaire infectie.
Bij patiënten met een echte waan zal dat niet lukken
en kan het nodig zijn om een antipsychoticum voor te schrijven.
R/ Orap (pimozide)
1 dd 1-2 mg, geleidelijk ophogen tot de onderhoudsdosering (meestal 1 dd 2-6
mg). Bij ouderen starten met 1 dd 0.5-1 mg.
Het kan nodig zijn dat de dermatoloog
daar al mee start, maar het is beter, als de patiënt daarvoor te motiveren is,
om door te verwijzen naar een psychiater. De psychiater heeft de meest recente
kennis over de medicamenteuze behandeling, maar kan ook een poging ondernemen
om de kern van het probleem aan te pakken. Voor het betrekken van een psychiater
in de behandeling is het wel nodig dat de patiënt daar toestemming voor geeft.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.